Het taalgebruik bij briefwisseling met België
Vaak overbodig gebruik van Franse taal
Onder de titel ‘Begrijpelijke verontwaardiging’ wordt elders op deze pagina reeds een en ander opgemerkt over Nederlandse firma's die zich bij onze zuiderburen belachelijk maken door hun wanbegrip van het gebruik van de Nederlandse taal in België. De Kamer van Koophandel en Fabrieken van Rotterdam is daarvan ook niet onkundig en heeft in een rondschrijven de belanghebbenden enige duidelijke aanwijzingen terzake gegeven door de opvattingen van het Vlaams Economisch Verbond, ten aanzien van het taalgebruik in België, kenbaar te maken.
Dit rondschrijven, dat wij aantroffen in het weekblad ‘Economische Voorlichting’ van 24 augustus luidt als volgt:
Reeds dikwijls is gebleken dat Nederlandse firma's moeilijkheden ondervinden bij de keuze van de taal voor hun correspondentie met België.
Het komt meermalen voor, dat Nederlandse ondernemingen zonder noodzaak overgaan tot het gebruik van de Franse taal, zelfs wanneer zij deze taal niet voldoende machtig zijn.
Het kan daarom nuttig zijn kennis te nemen van de opvatting ten aanzien van het taalgebruik van het Vlaams-Economisch Verbond, een organisatie, die bevoegd kan worden geacht een verantwoorde opinie te geven.
Dit Verbond deelt hieromtrent het volgende mede:
‘Het probleem van het gebruik der taal in het verkeer met België is inderdaad moeilijk.
Een onderscheid schijnt zich hier op te dringen tussen verkeer met cliënten en met leveranciers, en wat er mede gelijkgesteld kan worden.
Wat de cliëntele betreft, kan men voor een onbekend persoon of onderneming staan.
Men heeft thans zeker meer kans mensen te ontstemmen in het Vlaamse landsgedeelte door ze in het Frans aan te schrijven, dan door zulks in het Nederlands te doen.
Wanneer een aangeschreven cliënt uitdrukkelijk Franse correspondentie verlangt, kan men wel niet anders dan er op ingaan.
Vaak kan de vermelding onderaan de mededeling op de brief, dat de Franse taal op verlangen gebruikt wordt, bevrediging schenken. Ook heeft men veel kans op tevredenheid, wanneer onderaan de in het Nederlands gestelde brief aangetekend wordt, dat gerust in het Frans kan geantwoord worden. Deze methode kan zelfs met Brussel en het Waalse landsgedeelte gevolgd worden, zoals sommige Vlaamse firma's doen. Zij kan het voordeel hebben uw eigen vertaaldiensten te ontlasten, soms overbodig te maken; zelfs in het Vlaamse land wordt het moeilijker lager personeel te vinden dat het Frans voldoende machtig is. Zulks zal in de regel niet euvel genomen worden, zelfs wanneer de Vlaamse firma u in het Frans aanschrijft.
Voor de betrekkingen met leveranciers, bankiers, expediteurs, verzekeraars, enz., wordt sterk aangeraden principieel het Nederlands te gebruiken, zelfs wanneer ze te Brussel of in het Waalse land gevestigd zijn. Men kan natuurlijk niet verhinderen, dat vanuit België in het Frans geschreven wordt. Men kan van Nederlandse firma's verlangen daarop in het Nederlands te antwoorden.
Voor een voorzichtige suggestie bij de eerste gelegenheid, om volledig in het Nederlands te corresponderen, zal meestal begrip getoond worden; het probleem is immers gesteld in België. Vaak is het slechts uit sleur en traditie dat Vlaamse firma's het Frans gebruiken.
Wat de aangehaalde moeilijkheden betreft in verband met de adressen, die alleen in het Frans bekend zijn, kan meestal met een beetje goede wil het adres in de Nederlandse taal gevonden worden (op plans bijv.). Het Studiecentrum voor de Vervlaamsing van het Bedrijfsleven houdt zich overigens ter beschikking in dergelijke en andere gevallen’.
De Nederlandse zakenwereld, die van het bovenstaande heeft kennis genomen, kan in elk geval thans geen onwetendheid meer voorwenden.
Het is allernoodzakelijkst, dat wanneer straks de wereldtentoonstelling in Brussel wordt gehouden Nederlandse inzenders en deelnemers meer dan voorheen rekening houden met wat er in België op het gebied van het gebruik van de Nederlandse taal leeft.