| |
| |
| |
Het Algemeen Nederlands Verbond verzette in 1955 veel werk
Uittreksel uit het jaarverslag
Dit jaar heeft zich gekenmerkt door grote bedrijvigheid; met grote voldoening kunnen wij terugblikken op de bereikte resultaten.
De in vroegere jaren buiten Europa opgerichte afdelingen verheugen zich in een flinke bloei. Het gevolg daarvan is een voortdurende verr meerdering van het ledental. De in de laatste jaren buiten de afdelingen gelegde contacten zijn verstevigd; daarnaast zijn nieuwe gelegd. Steeds meer en in ruimere kring schat men ons streven op de juiste waarde.
Ook is komen vast te staan, dat het Algemeen Nederlands verbond met een bijna 60-jarige ervaring, meer en meer zal voorzien in het gemis van een naast de officiële diplomatieke vertegenwoordigingen staande, volkomen neutrale organisatie, welke begrip heeft voor de behoeften onzer stamgenoten, die als gelijkwaardigen de belangen hunner Nederlandse gemeenschap met het verbond kunnen bespreken in de zekerheid, dat aan de wensen, wanneer dat maar enigszins mogelijk is, zal worden tegemoet gekomen.
Nederland heeft thans ongeveer elf miljoen inwoners. Verder wonen nog een half miljoen Nederlanders in het buitenland. De meesten hunner zijn werkzaam in het bedrijfsleven; voor een groot deel hopen zij na volbrachte diensttijd weer hier te lande terug te keren. Zij vormen de kern van het Nederlandse culturele leven buiten 's lands grenzen.
| |
Kwart miljoen emigranten
Daarnaast hebben wij onze emigranten. Sedert 1945 zijn ongeveer 250.000 landgenoten naar het buitenland gegaan met het doel zich daar blijvend te vestigen.
De opvatting, dat onze geëmigreerde landgenoten in het algemeen dadelijk of zo spoedig mogelijk een vreemde nationaliteit aannemen, is onjuist.
In de eerste plaats moet ieder, die emigreert, minstens vijf jaar in het emigratieland wonen om genaturaliseerd te kunnen worden, maar daarbij komt, dat de Nederlander nogal behoudend is en, zoals al gebleken is, geen grote neiging vertoont een andere nationaliteit aan te nemen. Hij wacht liever af.
Daar de emigratie in haar tegenwoordige vorm pas na de oorlog is begonnen, komen voor naturalisatie dus pas degenen in aanmerking, die vóór 1950 zijn geëmigreerd.
En dat zijn er nog maar heel weinig.
Hieruit volgt, dat wij, in tegenstelling met de door velen gedeelde mening, de geëmigreerde Nederlanders wel degelijk moeten beschouwen als Nederlanders in elk opzicht.
Juist die eerste vijf jaren vóór eventuele naturalisatie zijn over het algemeen de moeilijkste om door te komen. In dat tijdvak toch moet men zich leren aanpassen aan nieuwe zeden en gewoonten. Maar daarna, ook al hebben de emigranten inmiddels een andere nationaliteit verkregen, zullen zij in vele gevallen het contact met Nederland weer opnemen, wanneer er maar voor gezorgd wordt, dat het vuur, dat in ieders hart smeult, niet wordt gedoofd.
De emigranten hebben in de eerste jaren uitsluitend te zorgen voor het verkrijgen van bestaanszekerheid. Is het dan niet noodzakelijk hen door die eerste jaren heen te helpen, met hen mee te leven en te zorgen, dat de band met het moederland niet verbroken wordt?
Laten wij toch niet vergeten - het verleden geeft daarvan voorbeelden genoeg - dat beide groepen, dus zij, die tijdelijk in den vreemde vertoeven en de ‘blijvers’, in het buitenland een ‘goodwill’ scheppen, die niet alleen voor henzelf maar ook voor de gemeenschap hier te lande, die toch door haar invoersurplus en daardoor voor haar uitvoer zo zeer het buitenland nodig heeft, van onschatbare waarde is.
| |
Trots
Daarom is het noodzakelijk allen in het buitenland, blijvend en zonder bijzondere kosten, in de gelegenheid te stellen kennis te nemen van hetgeen Nederland op cultureel gebied geeft en hun voortdurend voor ogen te houden, dat Nederland iets in de wereld betekent en dat het in groot verband een roeping heeft te vervullen. Het Algemeen Nederlands Verbond wil daarom de volkskracht mede versterken door onder al onze landgenoten gerechtvaardigde trots op land en volk aan te wakkeren.
Het lezen van Nederlandse boeken en het kennisnemen van Nederlandse literatuur moedigt het gebruik van de Nederlandse taal en het denken in die taal aan en overbrugt de grote afstand die hen van ons land scheidt. Ook willen wij hier wijzen op ons orgaan, dat duizenden in het buitenland bereikt en dat met voordacht op belangrijke daden van landgenoten, zowel in Nederland als daarbuiten, de aandacht vestigt.
Wij kunnen er nooit genoeg op wijzen, dat de taal een eenheid vormt, die van ontzaglijk grote betekenis is, waarvan de waarde niet onder woorden is te brengen. Aan het behoud daarvan en aan het juiste gebruik besteden wij alle aandacht.
Het is zeer verblijdend, dat wij bij ons streven alle steun en medewerking ondervinden van onze regering en onze diplomatieke vertegenwoordigers, wat o.a. tot uitdrukking komt in de steeds hoger wordende subsidie, die wij van de regering mochten ontvangen.
Wij zijn er van overtuigd, dat de regering de subsidie zo hoog zal opvoeren als in haar vermogen ligt, want het bedrag dat wij ontvangen komt zo goed als geheel ten goede aan de versterking der culturele banden met onze landgenoten in den vreemde.
Wij willen er hier in het bijzonder op wijzen, dat, toen de Openbare Afrikaans-Nederlandse Boekerij en Leeskamer A.N.V. te Kaapstad in moeilijkheden kwam, de Nederlandse regering onmiddellijk in de bres is gesprongen en die bibliotheek een subsidie van f 3000,- heeft verleend.
| |
Samenwerking
Met kracht zijn de pogingen voortgezet om betrekkingen aan te knopen met Nederlandse verenigingen in het buitenland.
Zoals gezegd, het hebben van een officieuze organisatie bij het onderhouden van betrekkingen met Nederlanders in het buitenland is van groot belang en dat is ongetwijfeld ook tot uitdrukking gekomen bij het instellen door het A.N.V. van een onderzoek naar Nederlandse leerstoelen en leergangen in het buitenland. Aan het eind van het kalenderjaar was het onderzoek vrijwel voltooid en dat heeft zeker ook bijgedragen tot versteviging van het culturele contact.
De samenwerking met departementen en andere regeringsinstanties, waarbij wij nog in het bijzonder willen vermelden het ministerie van onderwijs, kunsten en wetenschappen en dat van buitenlandse zaken en de daaronder ressorterende diplomatieke vertegenwoordigers in het bui-tenland, was bijzonder aangenaam.
Evenzo onderhielden wij vriendschappelijke betrekkingen met verschillende verenigingen, welke een verwant doel nastreven.
| |
Testament Visser
Ter uitvoering van de bepalingen van het testament Visser, waarover het vorige jaarverslag reeds enige gegevens verstrekte, werden op de verbondsbestuursvergadering van 26 november 1955 vier commissies ingesteld, die elk op eigen terrein de voorbereidende werkzaamheden zullen verrichten en bepaalde voorstellen zullen doen aan het verbondsbestuur.
Zoals in het verslag-1954 reeds is opgemerkt, zijn in het testament vier doeleinden, waarvoor gelden mogen worden aangewend, omschreven. Voor elk van deze vier doeleinden is nu een commissie ingesteld.
Voor de commissie steunverlening voor bijzondere karaktereigenschappen en het toekennen van schoolprijzen ter aanmoe- | |
| |
diging van een goed karakter is als voorzitter aangewezen dr. J. Schouten te Den Haag;
Voor steunverlening aan en werkzaamheden ten dienste van culturele ontdekkingen in Nederlandse laboratoria, voorzitter: E.J. Muller, Wassenaar;
Voor medewerking ter voorkoming van alles wat samenhangt met paniek en gevaarlijke massasuggestie, voorzitter; J.J. Kloppert, Rotterdam;
Voor het uitloven van prijzen voor een Nederlands toneelspel of Nederlands melodieus werk, voorzitter; F. Koote, 's-Gravenhage.
Het is de bedoeling, dat de voorzitters dezer commissies zich deskundigen toevoegen, met wie zal gestreefd worden naar een zoveel mogelijk in de geest van het testament uitvoeren van de daarin neergelegde en niet altijd even duidelijk omschreven doeleinden.
Deze vier voorzitters zijn allen lid van het hoofdbestuur van het Verbond.
Uit de opbrengst van de erfenis van wijlen mr. H.L.A. Visser kan het Algemeen Nederlands Verbond, op grond van de tegenwoordige rentevoet, jaarlijks een bedrag van ongeveer f 16.000.- beschikbaar stellen. Dit is dus voor elk der vier doeleinden een bedrag van ongeveer 4000.- gld. per jaar.
De vergadering besloot verder uit de opbrengst van de schenking, behalve het kort geleden toegestane bedrag van f 1000.- alsnog aan de vereniging Kinderhulp te Amsterdam een bedrag van f 6000.- toe te staan, zodat deze vereniging onmiddellijk kan overgaan tot het inrichten van een recreatie- en speelruimte in haar kindertehuis ‘De Poort’ te Bussum.
| |
Neerlandia-dag
Een der hoogtepunten in het Verbondsleven, in het bijzonder voor de leden in Nederland, was de op 10 september j.l. in 's-Gravenhage gehouden Neerlandia-dag’, waaraan niet minder dan ruim 120 leden en door hen genodigden, uit alle delen des lands, deelnamen.
Deze zeer goed voorbereide ontmoetingsdag der Nederlandse Verbondsleden heeft volkomen aan de gekoesterde verwachtingen beantwoord.
Tijdens de busritten door Wasenaar en de residentie, maar vooral tijdens de ogenblikken, dat de rit werd onderbroken, en aan de gezellige avondmaaltijd in hotel Savoy werd ruimschoots gebruik gemaakt van de gelegenheid met elkander kennis te maken, van gedachten te wisselen, ook over onderwerpen welke ons Verbondsleven betroffen, oude banden weer aan te halen en nieuwe vriendschappen te sluiten.
De voordrachten aan de noenmaaltijd in restaurant Boschlust gehouden door prof. L.W.G. Scholten uit Utrecht over ‘De saamhorigheid der Nederlanders’ en van de heer J.J. van der Laan, voorgelezen door de heer F. Koote, voorzitter van de Haagse afdeling, over ‘Nederland buitengaats’, beide volledig in het septembernummer van Neerlandia opgenomen, genoten algemene en warme bijval en gavon dikwijls weer wat in onze harten en in onze geest leeft.
Neerlandia-dag bleek voor alle deelnemers, niet èèn uitgezonderd, een onvergetelijke dag te zijn geworden.
Voor de goede organisatie en het schitterende verloop ervan werd de secretaris met zijn staf verdiende lof toegezwaaid.
| |
Vakantie
Ook dit jaar brachten, met onze medewerking, verscheidene Nederlandse kinderen, woonachtig in West-Duitsland, een gedeelte van hun zomervakantie in Nederland door, waar zij de vruchten konden plukken van hun verblijf in een echt Nederlandse sfeer.
Na terugkeer in Duitsland mochten zij, die over hun ervaringen opstellen in het Nederlands indienden, dingen naar door ons verbond ter beschikking gestelde waardevolle boekenprijzen. Niet minder dan 24 fraaie boeken konden worden uitgereikt.
Reeds zijn ettelijke Nederl, verenigingen in het verslagjaar als lid tot het verbond toegetreden. Verwacht mag worden, dat in 1956 nog meer verenigingen zich bij het A.N.V. zullen aansluiten.
In de Nederlandse kolonies in Duitsland zit men, als overal ter wereld, met de jeugd en de vrije-tijdsbesteding. Hiervoor dient men een bevredigende oplossing te zoeken naar Nederlandse trant.
De moeilijkheden gelden vooral bij de jeugd van boven de 14 jaar.
Er zijn plannen om daar, evenals in Australië en Nieuw-Zeeland, cursussen in Nederlandse volksdansen te geven en daarna uitvoeringen te organiseren.
De vertegenwoordiger in ons bestuur van de Nederlandse Bond in Duitsland vroeg het verbond hiervoor belangstelling te tonen.
Het verbond zal gaarne de door het ministerie van onderwijs, kunsten en wetenschappen aanbevolen boekjes op het gebied van de Nederlandse volksdansen aan de Nederl. Bond in Duitsland doen toekomen, maar wijst er deze bond op, dat volksdansen ook werkelijk volksdansen moeten zijn en blijven en dat op dit gebied geen dilettantisme de ware volkskunst aantasten mag.
Niet minder dan vierhonderd belangstellenden uit Vlaanderen woonden in februari het driedaags studentencongres der Nederlanden in Amsterdam bij. Het verbond was daar vertegenwoordigd door onze studentenafdeling uit Nijmegen.
De bekende voordrachtkunstenaar Jac. van Elsäcker heeft op verzoek van het verbondsbestuur in Vlaanderen enige avonden gegeven en wel in Antwerpen en Brussel. Onvoorziene omstandigheden maakten zijn optreden elders in Vlaanderen onmogelijk. In de verslagen over deze avonden werd met grote waardering gesproken over de voordrachtkunst van Van Elsäcker, die men gaarne nog eens zou willen terugzien.
| |
Prof. Hippoliet Meert
De afdelingen in Vlaanderen namen het plan op gelden bijeen te brengen ter bekostiging van het herstel van het monument op het graf van wijlen Prof. Hippoliet Meert, grondlegger van het verbond.
Het verbondsbestuur heeft tweemaal een oproep gericht tot de leden van het verbond om voor dat doel giften af te staan, waarbij werd toegezegd, dat de verbondskas eenzelfde bedrag zal schenken als het totale bedrag van de stortingen der Nederlandse leden.
Naar een onzer oude vrienden in Belgisch Congo, wonende te Bukava bij het
| |
| |
Kivu-meer is een pakket propagandamateriaal gezonden. Wij hopen in een volgend jaarverslag te kunnen getuigen van het nieuwe verbondsleven in een verre uithoek van Belgisch Congo, waar nog een honderdtal leden de verbondsgedachten hooghouden.
De afdelingen in de Unie van Zuid-Afrika namen in 1955 in ledental toe. De afdeling Kaapstad zal, als het zo doorgaat, begin 1956 al meer dan 600 leden tellen.
Voor de zevende maal reikte het verbond boekenprijzen aan 33 leerlingen van de Hoërskole in de Kaapprovincie uit, als waardering voor de door hen gemaakte vorderingen. In de zeven jaren, dat het deze prijzen uitreikt, gingen 118 boeken naar meisjes en 76 naar jongens.
In dit jaar was weer gelegenheid mede te dingen naar een in 1956 beschikbaar te stellen ‘Reina Prinsen Geerligs-prijs’. Het Algemeen Nederlands Verbond te Kaapstad zal op 26 november 1956 deze prijs weer uitreiken. De Reina Prinsen Geerligsprijs in Nederland ontving de 20jarige in Medan geboren student in de letteren Willem G. Klooster te Amstelveen, voor zijn twee bekroonde novellen: ‘Tweemaal’ en ‘Zonder 't genadige einde’.
De afdeling Pretoria vierde Van Riebeeckdag in de ‘Stadsaal’ aldaar. Niet minder dan 800 stamgenoten waren op 6 april bijeen om volgens het A.N.V.-beginsel de stichting van die volksplanting feestelijk te herdenken.
Aan het eeuwfeest van Pretoria wijdde Neerlandia in het oktober-nummer een hoofdartikel. De afdeling Pretoria van het A.N.V., maakte een tocht met stadsbussen langs de historische plaatsen van de stad en besloot de dag met een feestmaaltijd.
Het september-nummer van Neerlandia wijdde een hoofdartikel aan het Koninklijk bezoek aan de West en de betekenis daarvan, zowel voor Nederland als voor de overzeese rijksdelen, Suriname en de Nederlandse Antillen.
Het spreekt wel vanzelf, dat het Algemeen Nederlands Verbond medeleefde met de onthulling in Wolvega op 13 juli 1.1. van een bronzen standbeeld ter ere van de in het jaar 1652 te Scherpenzeel (Weststellingwerf) geboren Pieter Stuyvesant, directeur van West-Indië en Nieuw-Nederland.
In Nieuw York deed de General Netherlands Association Inc. (het A.N.V.) ook dit jaar goed werk en zorgde voor de verbinding met de in deze wereldstad wonende Nederlanders. De voorzitter, de heer A. Poppers, had tijdens zijn verblijf in Nederland gelegenheid met de secre-tarïs de samenwerking van zijn afdeling met het hoofdkantoor diepgaand te bespreken. Na kennis genomen te hebben van de geschiedenis van de afd. Nieuw York besloot men in het begin van 1956 op luisterrijke wijze het gouden jubileum van de vereniging te vieren, bij welke gelegenheid men tevens de 18de verjaardag van prinses Beatrix, die dan kroonprinses is geworden, zal vieren.
Met de Nederlandse vereniging in Sao Paulo onderhielden we hartelijke betrek kingen. Dank zij de toewijding van het voortvarende bestuur heeft zich in deze handels- en fabrieksstad, ondanks verschil in afkomst, godsdienst, maatschappelijke staat, een sterke en loffelijke eenheid, een voorbeeldige clubgeest ontwikkeld.
| |
Nederlanders in Brazilië
Er is nog een ander gebied in Brazilië n.l. de hoogvlakte van Parana, met de drie Nederlandse kolonies Carambeï, Castrolanda en Tronto, echte zuivelkolonies met een 1200-tal Nederlanders en afstammelingen van Nederlanders, die de Braziliaanse nationaliteit hebben verkregen, maar waar de Nederlandse taal zó in ere is, dat men op eigen kosten een school bouwde en een Nederlands onderwijzersgezin liet overkomen opdat de jeugd, die de Braziliaanse staatsschool heeft verlaten, nog in het bijzonder een opleiding ontvangt in de moedertaal, aardrijkskunde en geschiedenis, in het bijzonder die van het vorstenhuis.
Het verbond heeft begrepen, dat hier een prachtige taak lag en zond onmiddellijk schoolboeken op ruime schaal. Bovendien waren enkele uitgevers bereid tegen verlaagde prijzen nog een aanvullende zending gereed te maken.
Er bleef nog maar één wens over: het bezit van een grote wereldwandkaart, daar onderwijs in de aardrijkskunde onmogelijk was. Hoewel de uitgaven hiervoor vrij hoog waren, heeft het verbond gemeend ook hier bijstand te moeten verlenen, zodat thans op die echt Hollandse school, op de hoogvlakte van Paraná in Brazilië, de jeugd in Nederlandse zin onderwijs ontvangt.
Hoe ginds onze landgenoten ons werk waarderen bleek wel uit het toetreden van meer dan 10% van de Nederlandse volwassenen in Curitiba als lid van het verbond.
In Canada kregen wij door een berichtje, opgenomen in onze rubriek in Neerlandia onder de titel ‘Wat er in de krant stond’, een brief van dr. A.W. Schippers, redacteur van de Nederlandse Courant in Canada, wonend in Scarboro. Dadelijk trad hij toe als lid van het verbond; veel heil verwachtte hij van een voortdurende samenwerking van het A.N.V. en zijn blad en mede van uitwisseling van zijn blad met Neerlandia, hetgeen ook dadelijk is geschied.
| |
Nieuwe Afdeling
In Zuid-West-Ontario is met ingang van 1 januari 1956 een afdeling van het A.N.V. opgericht, onder voorzitterschap van de heer W.J. Myjer te Paincourt. Het is een verheugend feit, dat de met taaie volharding voortgezette pogingen om daar een kleine A.N.V.-groep te vormen, resultaten hebben gehad. Van onze zijde zullen we alles in het werk stellen om dit jonge plantje meer levensvatbaarheid en uithoudingsvermogen te geven.
In Australië deden we in het verslagjaar een poging om door geregelde, kosteloze toezending van Neerlandia o.a. aan emigratie-ambtenaren, Nederlandse sociale werksters, protestantse en katholieke geestelijken, meer bekendheid te geven aan ons verbond, met de bedoeling de banden met Nederland te verstevigen.
| |
Boekenzendingen
De verspreiding van boeken en tijdschriften maakte ook in dit verslagjaar
| |
Vervolg jaarverslag
weer een zeer belangrijk onderdeel van onze arbeid uit.
‘Een goed boek is een goede vriend’, zegt men.
Maar beseft wel één onzer, welk een goede en onmisbare vriend voor velen in de verte, voor velen onzer landgenoten, die in afgelegen gebieden wonen, een goed Nederlands tijdschrift is!
Onomstotelijk staat vast, dat de boekerijen, welke wij in het buitenland hebben opgericht, voor duizenden van grote warde zijn gebleken.
Daarom is het van uitermate grote betekenis, dat de overheid, die, naar we mogen aannemen, ook hiervan overtuigd is, het verbond door ruimere subsidies in staat stelt bij de aankoop en verzending van boeken rekening te houden met de jaarlijkse toeneming van de vraag naar boeken in zovele gebieden, die we moeten bereiken.
In 1955 werden boeken verzonden o.a. naar: de Nederlandse Bond in Duitsland, bibliotheken in Parijs, een kleine Nederlandse gemeenschap in Gdynia, verschillende bibliotheken in België, naar Melbourne, Mount Burr, Canberra en Norlane (Australië), naar Sao Paulo en, Carambeï (Brazilië), naar Santiago de Chile, Invercargill en Whangarei (Nw. Zeeland), naar Paraguay, Ndola in Nd. Rhodesia, Kaapstad en Pretoria.
Dit jaar trachtten wij ‘Neerlandia’ door verbetering der typografie en door smakelijker indeling aantrekkelijker te maken.
Een woord van dank en waardering jegens de medewerkers, die belangeloos hun bijdragen aan ons blad afstonden, is hier wederom op zijn plaats.
Aan het eind van dit verslag willen wij niet nalaten de velen, die ons financiëel of op andere wijze steunden bij ons zo uitermate belangrijke werk, onze welgemeende dank te betuigen.
Met de wetenschap, dat velen vol belangstelling voor het A.N.V., naast ons staan, zien wij het nieuwe jaar met vertrouwen tegemoet.
|
|