Karel Jonckheere sprak voor het A.N.V.
Delta-eenheid
De Vlaamse dichter en letterkundige Karel Jonckheere heeft op 6, 7 en 8 februari gesproken resp. voor de afdelingen 's-Gravenhage, Amsterdam en Rotterdam, over Noord- en Zuidnederlandse letterkundige verhoudingen.
Hoewel, aldus spreker, niets zo dicht bij ons staat als Nederland en niets zo dicht bij Nederland als Vlaanderen, hoewel er een duidelijke geografische eenheid is en we zelfs kunnen spreken van een delta (Rijn, Maas en Schelde) van eenheid, toch toont de geschiedenis ook vele scheuren en waren de betrekkingen lang niet altijd die van nauwverwante buurvolken.
In 1304 gaven de Hollanders bij het Manpad de Vlamingen er van langs; in de 17de eeuw bracht de politiek de kloof tussen Noord en Zuid-Nederland. Als het Vlaanderen slecht ging, weken de Vlamingen, onder wie de besten van het land, uit naar het Noorden, dat op velerlei gebied van hun kunde en kundigheden voordeel had. Spreker noemde onder die uitgewekenen predikanten, dichters, schilders, maar ook boekdrukkers (Elsevier en wevers. Nederlandse dich-ters huwden met Vlaamse vrouwen.
Jonckheere bezwoer de Nederlanders, die toch niet alleen door de taal, maar ook door de geschiedenis verbonden zijn, niet verder uiteen te gaan. In België, zo vervolgde hik, is de tijd van het ‘Streuvelen en Timmermansen’ voorbij. Men is in Vlaanderen uit de dialecten gegroeid en de Walen staan in de letterkunde al achter bij de Vlamingen.
De heer Borms, die in den Haag de spreker dankte voor zijn levendige en belangwekkende voordracht, noemde deze de beste lezing der laatste jaren.
In Rotterdam had het afdelingsbestuur met behulp van een boekhandelaar gezorgd voor een kleine tentoonstelling van de werken van de spreker.