De hollandse buitenplaats
Lezing voor de afdeling Rotterdam
Voor de afdeling Rotterdam van het A.N.V. hield Prof. Dr. R. van Luttervelt, conservator bij het Rijksmuseum te Amsterdam, een voordracht over de Hollandse Buitenplaats.
Het begrip ‘naar buiten gaan ter wille van de schoonheid der natuur’ is, zo vertelde spreker, van vrij jonge datum. Zo ziet men op middeleeuwse schilderijen de natuur dan ook nagenoeg niet afgebeeld. En kasteelheren dienen we meer te becchouwen als here-boeren. Eerst tijdens de regering van Karel V trad er op dit gebied een kentering in. De oude Nederlandse adel vestigde zich toen veelal in de naaste omgeving van het Hof te Brussel, met het gevolg, dat vele kastelen in Nederland onbewoond raakten. Maar een nieuwe uit de steden opgekomen klasse nam bezit van deze kastelen, waarvan sommige tot verval geraakten en waarnaast nieuwe, welke het type van het ‘stadshuis’ droegen, werden gebouwd. Deze fraaie Nederlandse stijl der ‘buitenhuizen’ werd ook buiten onze grenzen nagevolgd. De om de huizen aangelegde tuinen vertonen weliswaar stijve, doch prachtige systematische figuren, totdat na verloop van tijd een overdaad viel waar te nemen, welke het groteske naderde.
Langzamerhand won daarna de gedachte veld om de Engelse tuinaanleg toe te passen, welke zich o.a. kenmerkt door hoogopgaand geboomte en grasvelden, waardoor de buitenplaatsen zo bekend zijn.
De tijd van het bouwen van buitenplaatsen, zo besloot Dr. Van Luttervelt zijn voordracht, is voorbij; zij werden vervangen door landhuizen en villa's.
De talrijke aanwezigen hebben deze voordracht met grote aandacht gevolgd en hebben genoten van de prachtige lichtbeelden, welke, ter illustratie van het gesproken, werden vertoond.
Het Dist, genootschap ‘Roterodamum’ had het initiatief tot deze voordracht genomen. Het A.N.V. verleende daarbij zijn medewerking.