Onderzoekingen naar Surinaams en Papiaments
Goed werk van Wosuna
In het decembernummer van ‘Christoffel’, het in 1955 verschenen Algemeen Sociaal-Cultureel Maandblad voor de Ned. Antillen, dat voortreffelijk geredigeerd wordt en uiterst belangwekkende bijdragen van deskundige medewerkers bevat, schenkt mr Johanna Felhoen Kraal aandacht aan de Wosuna als een vorm van samenwerking in het koninkrijk.
Deze Wosuna heeft ten doel het wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot Suriname en de Ned. Antillen aan te wakkeren en te coördineren en doctorandi, promovendi en specialisten gelegenheid te geven in hun vak tropenervaring te verkrijgen.
Wat ons, leden van het Alg. Ned. Verbond, in het bijzonder trof, was de mededeling in deze bijdrage, dat in 1954 en 1955 in Nederland enige taalkundigen aan voorbereidend taalonderzoek begonnen. Dr. J. Voorhoeve voor het Surinaams, onder leiding van het bureau voer taal-onderzoek van de Amsterdamse universiteit, drs. B.J. Hoff voor Indianen-talen onder leiding van het Kon. Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde in Den Haag en drs. H.A. Combé voor Papiaments onder leiding, van prof. van Praag (universiteit van Amsterdam). De heer Combé was in december-1955, samen met drs. Raoul Römer op Curaçao bezig met de eerste opzet van een later uitvoeriger team-onderzoek naar de structuur van het Papiaments. Overleg met het University College of the West Indies in Jamaica, waar eveneens taalkundige onderzoekingen van de locale talen plaats vinden, leidde tot de uitnodiging aan de heren Romer en Combé om naar Jamaica te komen voor de uitwisseling van methoden van onderzoek.
De Wosuna stelt deze heren in staat hieraan gevolg te geven.