Hoe de afdeling Pretoria het eeuwfeest der stad vierde
Te laat om nog te kunnen worden opgenomen in ons vorige nummer ontvingen we van de secretaris van de afdeling Pretoria een verslag over een door de leden van die afdeling op 15 oktober 1.1. gemaakte rondrit door de jubilerende stad om daardoor de stad en de geschiedenis van Pretoria beter te leren kennen. Een tachtigtal leden van de afdeling namen aan deze rit deel. Verzameld werd bij het standbeeld van Paul Krüger, waarna in twee stadsbussen de voor dit doel belangrijke punten in de stad werden bezocht. Daarbij gaven dr. W.J. Paul, dr. F.J. du Toit Spies en de heer H.M. Rex, allen bestuursleden van ‘Die genootskap Oud-Pretoria’ uitvoerige inlichtingen.
Tijdens de rit werden de deelnemers telkens herinnerd aan de dagen van de koormandant-Generaal Andries Pretorius, Marthinus Pretorius, Paul Krüger, ds. Dick van der Hoff, Frans du Toit, dr. Leyds, generaal Botha, generaal Hertzog, generaal Smuts en zovele anderen. Men stond een ogenblik stil bij de overblijfselen van het huis (eerste blanke huisie) dat het voortrekkersgezin Lucas Bronkhorst in 1839 daar bouwde, toen nog een vallei, waar apen en olifanten in menigten leefden.
Vervolgens reed het gezelschap langs de wonderboom. een boom, die in de tijden van de voortrekkers reeds een hoge leeftijd moet hebben gehad, het Unie gebouw en het Voortrekkersmonument. Van hoger gelegen punten genoot men van het prachtige vergezicht over stad en omgeving. ‘Melrosehuis’ bracht herinneringen aan de donkere dagen, welke een overwonnen volk te dragen kreeg.
De rit werd besloten met een gezellig feestmaal in de Constantie-club. De secretaris stelde een heildronk in op Pretoria. Dr. Punt deelde mede, dat het stadsbestuur overweegt, rondritten van deze aard regelmatig te organiseren. De heer P. Korthuys, persattaché bij de Nederlandse ambassade bedankte namens de deelnemers het bestuur en het genootschap oud-Pretoria voor het vele dat die middag geboden werd.
Dr. G.W. Eijbers, voormalig secretaris van het departement van 0. K. en W. sprak over ‘Kultuur in Pretoria’, waarna Dr. R. Peacock de geschiedenis van Pretoria tot 1892 in vogelvlucht schetste.
Tot slot gaven het dameskoor ‘Bel Canto’ en de ‘Hollandia-zangers’ een voortreffelijke zanguitvoering onder leiding van de heer Anton Brandt.
De voorzitter van de afd. Pretoria, de heer Rautenbach, zeide in zijn dankwoord, dat het koorgezang was als oude wijn. Hoe meer men er van proeft, hoe meer men er van geniet.
De heer Trichardt wisselde de toespraken en zangstukken af met vrolijke voordrachten.