Suriname na de tweede wereldoorlog
Lezing te Utrecht door Ir W.L. Utermark
Voor de leden der afdelingen Utrecht van Oost en West, Onze Vloot, Algemeen Nederlands Verbond en N.I.B.E.G. trad 25 Maart 1955 als spreker op Ir W.L. Utermark, conservator aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen, met het onderwerp Suriname na de tweede wereldoorlog en het tienjarenplan.
Met het oog op dit laatste is een zgn. Welvaartsfonds gesticht, dat voor de uitvoering van zijn plannen van Suriname een derde van de kosten moet ontvangen, terwijl Nederland borg is ook voor een derde gedeelte; het overige moet worden gedekt door geld, verkregen op de openbare markt.
Die plannen beogen voor Suriname de mogelijkheid te openen door landbouw en nijverheid in eigen land economisch zo zelfstandig mogelijk te worden. Daartoe behoort ook verbetering van aanwezige landbouwgronden en verkrijging van nieuwe door inpoldering van de vele moerassen. Hiervoor is nodig, dat de overvloed van grond- en regenwater zoveel mogelijk wordt verminderd. Reeds is een gedeelte van het Nigeria-plan door een zeer grote inpoldering en ontginning van land in het oostelijk deel van de kuststrook in bedrijf gebracht. Op soortgelijke wijze wil men trachten andere landstreken tot vruchtdragende gebieden te maken.
In de bosontginning is ook meer leven gekomen, mede doordat Bruynzeel uit de bossen het nodige hout haalt, om dit in zijn fabrieken in Suriname te laten verwerken. Maar een goede bosontginning is nogal bezwaarlijk, omdat er vele houtsoorten naast elkaar groeien, soms 32 verschillende houtsoorten in één bosgebied. Men wil ook op dit punt maatregelen treffen, om de bestaande bezwaren te verminderen, ook die met betrekking tot de Bosnegers, die de arbeidskrachten voor de bosontginning zijn.
Verder bestaat het voornemen in het zuidoosten van Suriname een stuw-meer ter oppervlakte van 1.000 vierkante kilometers aan te leggen voor opwekking van electriciteit ten behoeve van de bauxiet-winning. Ook voor de visvangst zal zo'n meer nieuwe mogelijkheden openen. Daar de bergen in die omgeving niet hoog zijn en daardoor het verval van de rivieren gering is, zal het meer een karakter als dat van de Loosdrechtse plassen verkrijgen. Doordat het meer door riet zal worden omzoomd, wordt gevreesd, dat de malaria zal toenemen.
Aan de hand van rolprenten vertelde spreker van de verwaarloosde plantages, welke men voor een deel tracht weer in betere staat te brengen.
Met grote aandacht werden de uiteenzettingen van de spreker aangehoord.
Kr.