Die vreemde woorden
In ‘Vrij Nederland’ van 13 November 1954 wijst J.D. Eggink op het onnodig gebruik van zuiver Franse woorden. In een groot dagblad trof hij aan ‘revolte’ in plaats van ‘opstand’, ‘ravage’ in plaats van ‘verwoesting’, ‘dompteur’ instede van ‘temmer’, hommage’, hoewelwij het goede Nederlandse woord ‘hulde’ en ‘huldiging’ kennen, ‘explosie’ in plaats van ‘ontploffing’ en ‘explosieven’ in plaats van ‘ontplofbare stoffen’.
Iedereen heeft tegenwoordig de mond vol van het woord ‘irrevelent’ dat betekent: ‘niet ter zake dienende’. In een boekbespreking in ‘Nieuw Utrechts Dagblad’ van 25 October bezigt, aldus de heer Eggink, prof. Garmt Stuiveling, hoogleraar in... de Nederlandse taalwetenschap, het woord ‘ambivalent’, een woord, dat volgens een encyclopaedie beduidt: ‘de neiging om ièts te willen en tegelijkertijd niet te willen’. Zag de hooggeleerde nu geen kans, zo vraagt Eggink, om, zij het dan met een paar woorden meer, zich in goed Neederlands uit te drukken?
Verder wordt gewezen op in de dagbladpers herhaaldelijk gemaakte fouten tegen de geslachten, door bv. te schrijven wer een bond, die haar jaarvergadering hield en een harmoniecorps dat haar uitvoering gaf. Men schrijft becritiseren, men bezigt het woord spoorloos, zonder te overwegen, dat dit woord wee betekenissen kan hebben, nl. iemand kan zelf het spoor bijster zijn en die iemand kan zelf verdwenen zijn.
In plaats van aanschaffing gebruikt men ook in ambtelijke stukken het woord ‘aanschaf’; ‘middels’ instede van ‘door middel van’, om maar te zwijgen van de Engelse insluipsels, die onuitroeibaar blijken te zijn en met de dag toenemen, vooral onder de modezaken, die geen advertentie in de Nederlandse taal meer kunnen opstellen.