Ons taalhoekje
Het taalgebruik in de landbouw
De Studiekring voor het taalgebruik, die in December 1954 zijn ledenvergadering hield en die ten doel heeft de vreemde woorden op landbouwgebied te vervangen door goede Nederlandse woorden, sprak ae verwachting uit, dat in één tot twee jaren de werkzaamheden zullen kunnen worden beëindigd en de Studiekring als zodanig zijn taak dan zal hebben voltooid. Een kleine commissie zal de zich dan nog voordoende gevallen in behandeling kunnen nemen.
Verschillende woordenlijsten, samengesteld door werkgroepen (landbouwtechniek, proeftechniek, zuivel enz., kwamen gereed. Reeds werden vijf woordenlijsten door de Studiekring aan zijn leden toegezonden, met nadrukkelijk verzoek de aanbevolen woorden te gebruiken.
Op evengenoemde ledenvergadering werden voor de Studiekring, die op het gebied, dat het A.N.V., ook als het zijne beschouwt, uitnemend werk doet, twee lezingen gehouden, een door Dr P.J. Meertens over dialectwoorden in de landbouw en een door Drs Ir L.F. Abell over ‘Richtlijnen voor taalselectionisten, afgeleid uit de principes der taal-genese’.
De laatste spreker komt aan het slot van zijn inleiding tot de uitspraak: ‘Oefen bij Uw streven naar gebruik van zuiver Nederlands in de landbouwtaal vooral invloed uit op de vooraanstaande personen in de agrarische ondergroepen, opdat deze groep afstand blijve bewaren bij het overnemen van de technische terminologie van buitenlandse notabelen, wat van het allerhoogste belang is, omdat de ervaring heeft geleerd, dat deze vooraanstaande personen ‘het roer zijn waarmee het taalgebruik kan bestuurd worden’; de massa voegt zich nl. naar wat in de groep der vooraanstaanden gebruikelijk is.
Het motto ‘wat de heren wijzen, zullen de kleinen prijzen’ geldt ook hier.