‘Hooftrekke van die Afrikaanse Kultuurgemeenskap’
Lezing te Utrecht
Op 19 November 1954 trad voor de afdelingen Utrecht e.o. van het Algemeen Nederlands Veroond en de Nederlands-Zuid-Afrikaanse Vereniging in het gebouw der Christ. Kweekschool Rehobath als spreker op de heer Dr F.C.L. Bosman, secretaris van de Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns te Pretoria, met het onderwerp: Hooftrekke van die Afrikaanse Kultuurgemeenskap.
Die gemeenschap omvat volgens spreker de taal, het woongebied en de cultuurvormen van de Afrikaanse volksgroep. Deze telt thans 13¼ millioen mensen, van wie 2¾ millioen blanken en 1O½ millioen niet-blanken. Van de blanken spreken 60 t.h. of wel 1.650.000 Afrikaans en 40 t.h. of wel 1.100.000 Engels. Op het platteland wordt overwegend Afrikaans en in de steden overwegend Engels gesproken.
Het Afrikaans is een Germaanse taal en nauw verwant met het Vlaams en Nederlands. In 1925 werd het Afrikaans door de Regering als Kultuurtaal erkend, terwijl in 1933 de eerste Afrikaanse Bijbelvertaling verscheen.
Thans is een Afrikaanse taalgeleerde op verzoek van de Suid-Afrikaanse Akademie bezig een handleiding samen te stellen ter verkrijging van een beter inzicht in Afrikaans en Nederlands en hun onderlinge overeenkomst en verschillen.
Voorts gaf spreker een overzicht van de verschillende cultuurvormen, waarvan hij als eerste noemde de godsdienst, welke in hoofdzaak protestants-calvinistisch is. Deze achtte Dr Bosman de belangrijkste bindende en bewarende cultuurvorm.
Het Afrikaanse volk is thans een lezend volk, wat kan blijken uit de verschijning van het onlangs uitgegeven 10.000ste boek in het Afrikaans.
Na de rust werd een fraaie rolprent gedraaid, welke een overzicht gaf van de ontwikkeling van de Afrikaanse taal.
De spreker en de rolprent oogstten de bijval der aanwezigen.
Kr.