De viering van Dingaansdag door de afdeling 's-Gravenhage
Op 16 December 1954 vierde de afdeling 's-Gravenhage van het A.N.V. in de Luthersche Kerk Dingaans- of Geloftedag. Dr. K.H.E. Gravemeyer, algemeen gedelegeerde van de Ned. Herv. Kerk, die de laatste jaren met een bijzondere opdracht in Zuid-Afrika vertoefde, sprak, ingeleid door de voorzitter Mr F.G.A. Huber, over ‘De betekenis van Zuid-Afrika voor Nederland en Nederland voor Zuid-Afrika’.
Spreker, die van mening was, dat nog veel misverstand tussen Nederlanders en Zuid Afrikaners moet worden weggenomen, uitte de hoop, dat de broedervolken er ernstig naar zouden streven elkaar beter te leren kennen en begrijpen.
Dr Gravemeyer, die stil stond bij het pionierswerk van Jan van Riebeeck, bracht een ere-saluut aan diens echtgenote en aan zovele andere dappere Zuidafrikaanse vrouwen, zonder wie Zuid-Afrika nooit zou zijn geworden wat het nu is.
Spr. greep terug naar de oude belangwekkende geschiedenis van land en volk, legde de nadruk op de betekenis van het taalbehoud, mede dank zij het ijverig gebruik van de Statenbijbel, voor de vorming van het latere Zuid-Afrika.
‘Laat Afrika niet het land van verspeelde kansen worden’, riep spreker uit, ‘laten wij pogen dit land en dit volk te begrijpen, zonder daarbij rekening te houden met mogelijke voordelen, die het voor ons zou kunnen opleveren.’
De bijeenkomst, ingezet met orgelspel van Jan de Koning, werd opgeluisterd met zang door het Stadskerkewerkkoor der Ned. Herv. Gemeente, dirigent G. van Kapel. Op Afrikaanse tekst werd vierstemmig gezongen: Psalm 42, het lied ‘Hoop en wees tevrede’ en het bekende ‘Hier is mij hand, mij Vader’.
Na een slotwoord van de voorzitter werd deze mooie en wijdingsvolle avond, waarvoor veel belangstelling bestond, gesloten met het gemeenschappelijk zingen van ‘Die stem van Suid-Afrika’ en het ‘Wilhelmus’, begeleid door orgel.
P.B.