Nieuw-Guinea, land van moeilijkheden
J.P.G. van Eechoud, oud-resident van Nieuw-Guinea, hield voor de leden van de afd. Amsterdam een boeiende voordracht over ‘Nieuw-Guinea, land van moeilijkheden’. Hij gaf aan de hand van prachtige lichtbeelden een overzicht van het land als geheel (11 maal Nederland), één groot moeras, en verder doorsneden door geweldige bergketens met enkele toppen, welke boven de sneeuwgrens (5400 M.) uitsteken.
Er zijn slechts een elftal plaatsen aan de kust, waar het Ned. bestuur zetelt, en waar men soms zelfs (aan de Zuidkust) een half jaar van de buitenwereld is afgesloten. Met uitzondering van enkele wegen, o.a. een weg aangelegd door de oliemaatschappij langs de pijpleiding, is men voor het vervoer vnl. aangewezen op Catalina-vliegboten.
De inheemse bevolking wordt geschat op ca. 1 millioen, terwijl men slechts met ca. 300.000 contact heeft; de rest is nog afgesloten door het practisch ondoordringbare oerwoud.
Ter verbetering van de primitieve toestanden kan niet worden begonnen met arts en landbouwconsulent; eerst moeten door goed onderwijs de inboorlingen betere begrippen over samenleving en hygiëne worden bijgebracht. De Nederlanders laten hen zoveel mogelijk vrij, doch het werkelijk onzedelijke en onoirbare ritueel dient zo spoedig mogelijk te verdwijnen. Uit enkele beelden bleek dat ons werk reeds behoorlijke resultaten heeft. De inboorlingen zijn goede leerlingen, bovendien ijverig en eerzuchtig. Ook ten aanzien van vooruitgang op ander gebied was spreker optimistisch. Gezien de enorme kapitalen, welke de oliemaatschappijen reeds hebben besteed aan haveninstallaties, ontginningen, pijpleidingen, wegen enz., mag men verwachten, dat deze investeringen grondig zijn voorbereid en t.z.t. winsten zullen opleveren. Ook zijn ertsen (nikkel, cobalt, chroom, goud) aangetroffen en misschien in de verre toekomst te ontginnen.
Tot slot beantwoordde de heer van Eechoud nog enkele vragen.
K.L.