Guldensporenslag herdenkingen
Het roemrijkste wapenfeit uit Vlaanderens geschiedenis werd andermaal, in alle plaatsen van enige betekenis, met rechtmatige trots en niet zonder een zeker heimwee naar vergane grootheid, gevierd.
Op de Vlaamse belforten en stadhuizen, wapperde de Leeuwenvlag. Te Kortrijk, te Brugge, te Deinze, te Antwerpen, te Mechelen en in andere Vlaamse steden, werden feestavonden, toneelvoorstellingen en beiaardconcerten ingericht, terwijl vooraanstaande sprekers de betekenis van de beslissende strijd die in 1302 op de Groeninghe-kouter geleverd werd, voor de zoveelste maal in herinnering brachten. Naar jaarlijkse traditie werd te Kortrijk een fakkeloptocht naar het Groeninghe gedenkteken gehouden en werden namens het stadsbestuur bloemen aan de voet van dit monument gelegd.
In de hoofdstad ging het Guldensporenfeest evenmin onopgemerkt voorbij. Het Vlaams Comité voor Brussel’, waarbij de meeste Vlaamse cultuurverenigingen zijn aangesloten, had een beroep gedaan op de medewerking van de Belgische Nationale Radio-Omroep om de herdenking, die op 11 Juli in de grote concertzaal van het Paleis voor Schone Kunsten plaats had. tot een geslaagde Vlaamse feestavond te doen uitgroeien. Wij willen hier in het midden laten of dit wel de doelmatigste formule is voor een dergelijke herdenkingsavond, waarbij toch in de allereerste plaats Vlaamse bezieling en strijdvaardigheid passen, doch het is nu eenmaal een feit dat de beschikking over een machtig orkest, een terdege geoefend koor en een ingespeeld dramatisch gezelschap grote mogelijkheden biedt en de inrichters tal van materiële en geldelijke zorgen bespaart.
Een heerlijke kunstavond is het ongetwijfeld geweest en de schitterende uitvoering van ‘Pierlala’ door het balletkorps van de Koninklijke Vlaamse Opera te Antwerpen, onder leiding van de toondichter Daniël Sternefeld, werd algemeen geprezen, al dient gezegd dat dit thema, evengoed als sommige voorgedragen gedichten en door het Omroep-koor uitgevoerde liederen, minder op hun plaats waren in het programma van een Guldensporenslaglierdenking.
Daarentegen werd dadelijk de gevoelige snaar aangeraakt door de opvoering van enkele tonelen uit Pol De Mont's meesterwerk ‘Artevelde's Val’, in de bewerking van Frans Roggen. Een geestdriftig applaus bij het einde van de voorstelling bewees dat deze gelukkige greep uit het bewogen Vlaams verleden, de toeschouwers inderdaad in vervoering had weten te brengen
Prof. Rob. Vandeputte, die de gelegenheidsrede hield, sprak ongetwijfeld naar het hart van talloze Vlamingen, die de werkelijkheid onder ogen durven te zien; hij verklaarde dat wij niet de minste reden hebben om fier te zijn over de huidige stand van de Vlaamse Beweging. Zijn betoog klonk als een bittere aanklacht tegen de laksheid en het gebrek aan durf van het huidige geslacht. Met een zeldzame vrijmoedigheid stelde spreker vast, dat geen mannen gevonden worden om vele vooraanstaande leiders, die ons door overlijden ontvielen, te vervangen.
Sinds het midden van de vorige eeuw, heeft de Vlaamse Beweging gedurende nagenoeg 100 jaar, het idealistisch streven van de jeugd geleid en het levenswerk van talrijke onder de beste volksgenoten onophoudelijk bezield. Thans is dat niet meer het geval.
Het franskiljonisme is lang niet verslagen en verovert steeds nieuwe stellingen in het Vlaamse land, te Brussel en op de taalgrens. Moest zelfs het Vlaams Economisch Verbond niet onlangs met spijt vaststellen dat een zuiveringsactie in eigen rangen noodzakelijk was geworden? De wetgeving inzake taalgebruik wordt al te gemakkelijk omzeild en overtreden, verscherping van de sancties zou het voorwerp van onze bijzondere zorg moeten uitmaken. En kunnen wij het blijven dulden dat het Vlaamse grondgebied wordt geknot door de overwoekering van het Frans in een aantal grensgemeenten?
De vernederlandsing van het bedrijfsleven acht spreker een probaat middel om aan onze taal meer invloed en aantrekkingskracht op de massa te verlenen. Hij haalt hierbij het typisch geval van de Limburgse mijnbesturen aan, die onder de druk der vertegenwoordigers van het volk verplicht werden het Frans door het Nederlands te vervangen in hun betrekkingen met de buitenwereld, en in de innerlijke diensten. Ook in de andere Vlaamse provincies moet een dergelijk standpunt worden ingenomen. Dit is geen opstandige houding, doch slechts een eerlijke toepassing van het elementair beginsel: de taal van de streek is eveneens de taal der commerciële verrichtingen in die streek.
In spijt van zijn demographische meerderheidspositie en de zuiverheid van zijn verzuchtingen, staat Vlaanderen nog zo dikwijls tegenover de Belgische staat als een nederige bedelaar die de hand ophoudt!
Wanneer zal eindelijk het minderwaardigheidscomplex van zovele Vlamingen worden afaelegd? (De Staat behoort hun toe, als zij het maar willen.)
Zullen we dan, wanneer de overwinning mogelijk is, gedwee en moedeloos langs de weg blijven zitten? Zullen wij ons door latere geslachten laten bestempelen als lieden zonder veerkracht, zonder ideaal, zonder gevoel van eigenwaarde?
In de avonduren van 11 Juli 1302 herdachten de Vlaamse Klauwaerts met fierheid de roemrijke dag die voorbij was. Wij integendeel moeten onze schuld belijden. een ‘mea culpa’ uitroepen. Uit inkeer kome echter berouw. En uit berouw, het vaste voornemen om in de toekomst beter te doen.
De betekenisvolle rede, die vooral door haar oprechtheid diepe indruk maakte, werd uitbundig toegejuicht.
Tot slot van de feestavond werden, met begeleiding van het koperensemble, en onder leiding van de heer Jan van Bouwel, twee oud-Nederlandse liederen uitgevoerd en door de massa meegezongen, waarna het manhaftige ‘Groeninghe’ van Jef van Hoof en een dreunende ‘Vlaamse Leeuw’ uit honderden kelen weerklonken.
Een week te voren had nog een andere Guldensporenslag-herdenking plaats gehad, in het ‘Hof van Enaeland’, met de medewerking van het ‘Vlaams Nationaal Toneelgezelschap’ van Herman Bruggen, waar het woord gevoerd werd door E.P. Callewaert. die in de vooroorlogse Vlaamse Beweging een grote rol heeft gespeeld. Het optreden van de ‘Dietse Meisjes’ en het zangkoor van het Algemeen Diets Jeugdverbond droegen er verder toe bij om deze avond in een gezonde, strijdlustige atmosfeer te doen verlopen.
M.v.G.