Vreemde woorden
door Mr J.C. van Sandick
Onlangs, in een vergadering van een waterschap ergens in Nederland, vroeg een boer, neen: landbouwer of nog beter: agrariër, het woord. Hij zeide, onder grote bijval van de vergadering:
‘Mijnheer de Voorzitter. Wij hebben verschillende stukken gekregen, afkomstig van het waterschap en van de provincie. De boeren in het waterschapsbestuur hebben hun leven lang hard gewerkt in God's vrije natuur, maar hebben over het algemeen niet meer onderwijs genoten dan de lagere school. Wij hebben in onze jeugd moeten werken in plaats van studeren.
Welnu, wij kunnen de ons toegezonden stukken onmogelijk begrijpen, want er komen zoveel vreemde woorden in voor, dat wij ze zelfs niet of nauwelijks kunnen uitspreken.
Men oordele: juridisch, technisch, sancties, specifiek, parlementaire, financiering, industrialisatie, probleem, aspect, realisering, object, suggestie, à priori, situatie's, classificatie, correctiefactor, industriële centra, participeren, materie, respectievelijk, concern, gedirigeerd, subjectief, participatie, technici, perfectionisme, constructieve, genuanceerde, interpretatie, contribuabel, casuspositie, constituerend, geaccentueerd, ten detrimente, impliceert, criterium, territoir, coëfficiënt, repercussies, creëren, urgeren, experimenteren, praematuur, equivalent, verifiëren, specimen, in casu, juncto, dolose, culpose,’
Een tweede geval: in een geschrift, geschreven o.m. door twee hoogleraren in de economie (of: staathuishoudkunde? Maar juist liever géén staathuishoudkunde) kwamen op één bladzijde (kleine afmeting) de volgende woorden voor: realiseren, consumeren, fluctueren, flexabiliteit, producent, par excellence, impulsen, dynamiek, preferenties, revolutionerend, tendentie.
Ik laat het bij deze twee voorbeelden. Inderdaad, indien men er op let is het ontstellend hoeveel ‘vreemde’ woorden (die gemeenlijk daarenboven nog slechts een soort potjes-buitenlands zijn) juist op economisch, sociaal en politiek gebied, gebruikt worden. Men schrikt er zelfs van, want iedereen bezondigt zich er aan. Zeker, dat bargoens is dikwijls gemakkelijker. Uit gemakzucht laat men na, een Nederlands woord te zoeken, hoewel dat juist een aardige sport is. Ook het bedrijfsleven, de ‘centrale’ en ‘representatieve’ werkgevers ‘organisaties’, de ‘managers’ op ‘hoog niveau’ en van ‘formaat’ zondigen ten deze.
Ook de wetgever, zelfs in de titels van wetten (wet ‘consumentencrediet’, wet ‘materiële’ oorlogsschaden, enz.).
Het bovenstaand artikel is overgenomen uit ‘Maatschappij belangen’ het orgaan van de Nederlandsche Maatschappij voor Handel en Nijverheid. Het doet ons goed te kunnen vaststellen, dat ook deze maatschappij zich beijvert om het gebruik van vreemde woorden, daar waar Nederlandse woorden op hun plaats zijn, tegen te gaan.
Red.