Neerlandia. Jaargang 57
(1953)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOns TaalhoekjeTe haastig?Aan een dagblad mag men een vergissing op taalgebied soms niet al te zwaar aanrekenen in verband met de haast bij het schrijven van een artikel. Daaraan zullen we het dan maar toeschrijven, dat de schrijver van het artikel in Het Vaderland van 21 April 1953: ‘Mag men ze terugzenden?’, waarin deze een Duitse ambtgenoot terechtwijst, diens schuilnaam ‘Cato’ zijn synoniem noemt. Bedoeld is blijkbaar pseudoniem. Dat komt er van als men de eigen taal verloochent. In hetzelfde artikel wordt gezegd ‘dat de vergelijking tussen een hel en het gevangeniswezen ten enen male spaak gaat’. De vergelijking gaat mank, maar als men te haastig schrijft, loopt het spaak. R. | |||||||||||||||||||
Viel de heer Bell?Hoe weinig rekenschap de mensen zich soms geven van wat zij beweren, bleek mij onlangs weer uit een artikel in 't zo mooie maandblad ‘De Blauwe Wimpel’ van Januari 1953. Daar schreef iemand over een nieuw soort boot, waarvan de grote sterkte werd getoond, op deze wijze: ‘....verder liet de heer Bell een boot van een hoogte van ± 10 meter vrij neervallen op de cementen vloer, zonder barst of deuk op te lopen.’ Viel de heer Bell soms zelf mee?! K.-B. | |||||||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||||||
Het woordje ‘om’Het is al geruime tijd geleden, dat in deze rubriek van Neerland ia het een en ander heeft gestaan over het verkeerd gebruiken en over het ten onrechte weglaten van het woordje om. Sindsdien is mij herhaaldelijk uit boeken en tijdschriften, kranten en brieven, gebleken, dat velen de eenvoudige regels daarvoor niet kennen of althans niet toepassen. De lezers van Neerlandia, zo mag ik veronderstellen, zullen er prijs op stellenGa naar voetnoot*), de taal zuiver te houden en op logica gegronde regels in acht te nemen, al was het alleen maar, om bij anderen niet de indruk te wekken van slordigheid of onverschilligheid in dat opzicht. Mijns inziens zullen we ons aan de volgende eenvoudige regels moeten houden: Om als voorzetsel kan betekenen 1 omheen of rondom 2 in een andere richting (omver, onderstboven, achterstevoren). Voorbeelden: 1. Er was een grote tuin om het huis.
2. Omkappen
Vergelijk ook omloop, omgang en ommegang en daarnevens omlopen, omgaan met.., enz. Overigens wordt het woord om in het algemeen slechts gebruikt om aan te duiden dat de zinsnede, welke er mee aanvangt, een doelaanwijzing bevat: Om den brode, om het spel of om de knikkers, om der wille van de smeer, om op gang te komen. Een zinsdeel, aanvangende met om, moet dus in 't algemeen antwoord geven op de vraag ‘Waarom?’ of ‘Waartoe?’, dus niet op de vraag ‘Wat?’ of ‘Welk(e)?’ Men zij echter op zijn hoede. In zinnen als:
Na ‘Het plan bestaat’ of ‘Hij heeft besloten’ kan wat volgt zowel antwoord geven op de vraag ‘Welk plan?’ of ‘Wat?’ als op de vraag ‘Waartoe?’ In dat geval is dan ook m.i. het tussenvoegen van om desnoods te verdedigen. Voorbeelden. Hij achtte het wenselijk, de oogst op te voeren; daarom wilde hij kunstmest gebruiken. Om een grote oogst te verkrijgen, was het nodig (zonder om), kunstmest te gebruiken. Het was hem te doen, om een goede indruk te maken, maar: Het was er hem om te doen (hier om niet herhalen) een goede indruk te maken. Zij stond vroeg op om te gaan werken. Hij was gewend (geen om) 's morgens vroeg op te staan. Hij verstond de kunst, de dieren in bedwang te houden. (Vraag ‘Welke kunst?’ dus geen om). Dit was zijn methode om de dieren te temmen. (Vraag ‘Waartoe?’) ‘Zij weigerde het verzoek, om hem te volgen’ kan betekenen, dat zij hem niet of wel wilde volgen, naarmate het bedoelde verzoek al of niet op het ‘volgen’ betrekking had. De vraag kan luiden ‘Welk verzoek?’ (Dan is om desnoods overbodig) of ‘Het verzoek waartoe weigerde ze?’ (met om) of wel ‘Waarom weigerde zij?’ (met om). Men verwissele vooral geen oorzaak en gevolg. De dijken bezweken doordat (niet omdat) ze de geweldige kracht van wind en water niet konden weerstaan. R. | |||||||||||||||||||
Enkele hardnekkige insluipselsDe heer C.L. de Bussy te Amsterdam schrijft aan de Redactie: ‘Acht U het woord onvoorstelbaar, dat ik de laatste tijd nog al eens zie gebruikt, voor iemand, die gaarne goed Nederlandsch leest en schrijft, aanvaardbaar?’ Hoewel we dit lange woord niet fraai vinden, menen we toch deze vraag wel bevestigend te mogen beantwoorden. (Het kwam als “kopje” voor boven een bericht in De Telegraaf van 25 Maart 1953.) Voorts verzoekt de heer De Bussy ons, nog eens de aandacht te vestigen op de veel gebruikte woorden: “hopenlijk” (om van meerdere en middels maar niet te spreken.)’ Wij zijn met de schrijver van mening, dat dit ‘lelijke en onnodige germanismen’ zijn, doch achten onze pogingen om ze uit te bannen schier hopeloos. Het behoeft geen betoog, dat met ‘meerdere’ en ‘middels’ hier niet de zelfst. naamw. zijn bedoeld, doch meerdere in plaats van: meer, vele of verscheidene en middels, als bedoeld is: door middel van. R. | |||||||||||||||||||
Wat voor een wijs?Een krantenbericht vertelt ons: ‘Het artikel begint met een verwijs naar....’ (Hier volgt de titel van een boek). Wij kennen de afleiding ‘wijs’ van het werkwoord wijzen alleen in het zelfst. naamw. ‘onderwijs’. Wij vermoeden echter, dat de boekbeoordelaar zo dikwijls heeft geschreven ‘Met referte aan..’, dat hij het Nederlandse woord verwijzing heeft vergeten. Wij bevelen hem aan, de aanwijzingen van zijn taalonderwijzer te volgen. De zetter zou anders misschien nog eens het woord ‘aanwijs’ kunnen veranderen in waanwijs. R. | |||||||||||||||||||
Wij lazen uit de krantenIn het verslag van de vergadering der Tweede Kamer op 28 April 1953 vonden we behalve nog enkele vreemde woorden ook deze zin: ‘De heer Kortenhorst zei, dat zijn fractie zeker niet gecontenteerd is met wat in het verdrag aan mogelijkheden ligt opgesloten’. En dat zei dus de Kamervoorzitter, al was het dan bij deze gelegenheid in zijn hoedanigheid van gewoon lid der Kamer. Een verslag van een rechtszitting noemt als beroep van een van diefstal met inbraak beschuldigde: ‘classificeerder’. Wat is dat nu weer voor een werkkring? R. |