gen is in het schema van ambtenarij, maar dat zich bewust is van zijn eenheid van bloed en stam en afkomst. Hier keert het volk zich tegen zijn eeuwenoude vijand: het water.
Dit is het volk van polders en dijken. Dit is het volk, dat maar één verlangen kent: niet praten, maar aanpakken, doen en handelen.
En weer zeggen wij: dit is de Nederlandse mens, die, na erkenning van zijn nederlaag, opstaat, de handen uit de mouwen steekt en werkt.
Weer is het: homo sum. Anders dan straks. En toch weer net zo.
* * *
Wij zijn bewogen met het lot van de velen, die zijn ondergegaan in de bruisende vloed.
Wij hebben deernis met hen, die verloren, wat hun het meest dierbaar was in dit leven, man, of vrouw, of kind.
Wij weten het, geen woorden te hebben om hier te kunnen troosten. Hier is ieder woord een bespotting.
Hier is alleen de woordeloze gedachte, die ons bindt met hen, die hun leed te dragen kregen.
Maar daarnaast is daar de eerbied voor het leven, dat op eenmaal even uitbrak. Het leven, dat verkild scheen, onder wetten en reglementen, ingeklemd scheen te zitten in een dodelijke ambtelijkheid.
Hier ligt een belofte voor de toekomst.
Een belofte, die wij zien in dit geestdriftig helpen, waar hulp nodig was. Een belofte, die wij zien in de eenheid van leven tussen ons Vorstenhuis en ons volk. Hier was een wederzijds begrijpen. Hier was een geestelijke saamhorigheid, die, onverklaard, het Nederlandse stamleven liet zien.
Hier zou een geestelijk reveil uit kunnen ontstaan. Mits - mits het straks weer niet wordt neergeslagen door het geperfectionneerde systeem van onnodige bemoeiingen van allerlei aard.
Dan zou de ramp nog tot een zegen kunnen worden voor land en volk. Dan zou uit verlies, winst te boeken zijn. Dan zouden de doden, hoe ook betreurd, hun aandeel hebben geleverd aan de gezondmaking van ons Nederlandse volksleven.
Dan zou er misschien een andere geest wakker worden in onze gezinnen, onze scholen en onze kerken, onze raadzalen en provinciehuizen en misschien ook in de hope vergaderingen van onze volksvertegenwoordiging.
Het volk is wakker geworden.
Hoort ge het?
Het volk van Nederland!