De ontdekking van de diamant- en goudvelden ontwrichtte de Bantoe's: zij werden industrie-arbeiders en tengevolge hiervan losgeslagen van hun levensbasis en godsdienst. Pas in 1948 trachtte de regering een wettelijke grondslag te geven aan de bepalingen betreffende de plaats, door de Bantoe's in de maatschappij in te nemen, overtuigd als men was dat de Bantoe onvoldoende begrip heeft voor een georganiseerde samenleving. Een verticale scheiding (van woonbuurten, openbare middelen) en een horizontale (voor de Bantoe slechts half- of ongeschoolde arbeid) waren hiervan het gevolg. Een strijd ontstond over de vraag hoe ver deze scheiding moest worden doorgevoerd. Bijna allen echter zijn de mening toegedaan, dat het verschil van blijvende aard zal zijn. Een territoriale scheiding zou de oplossing zijn, al zijn de meningen zeer verschillend op welke wijze deze scheiding uitgevoerd zal worden.
Het is een geweidig vraagstuk, aldus Prof. Pont, en aan de oplossing is men pas begonnen. Men bedenke bovendien, dat er nóg een tegenstelling is: Engels-Nederlands. De emigratie kan zich niet meer uitbreiden.
Met wijsheid en diepmenselijk inzicht dient men deze kwestie te benaderen, in een land met zoveel tegenstellingen, maar waar ieder zijn eigen identiteit moet behouden.
De klare ‘objectieve’ voordracht werd door een geheel gevulde zaal met de grootste aandacht aangehoord. Na de pauze beantwoordde Prof. Pont nog vele, hem gestelde, vragen.