** Geestdrift en geestkracht
Het is wel een van de kenmerken van onze tijd, dat met de geest minder wordt gerekend dan voorheen.
Sinds de techniek de wereld heeft veroverd en haar tot slaaf heeft gemaakt, is de geest van de mens van minder betekenis geworden.
Natuurlijk zijn wij er niet blind voor, dat achter alle uitvindingen op het terrein der techniek een zeer belangrijk geestelijk ‘voor’ werk zit, maar de massa heeft daarvoor geen oog en jubelt alleen over het resultaat. Van dat resultaat profiteert ze dagelijks. Het vergemakkelijkt het leven en naar zij meent, veraangenaamt het dat leven evenzeer.
Wij zijn niet van dat gevoelen en geloven, dat in de kunst van te leven, juist de geest een veel groter plaats inneemt, dan wij vermoeden.
* * *
Deze algemene devaluatie, laten wij dat woord ook maar eens mogen gebruiken, van de geest, heeft mede ten gevolg, dat wij geen geestdrift meer kennen en in geestkracht volkomen te kort schieten.
Nu zij men voorzichtig. Hier kan de schijn ons bedriegen. Wij moeten voor geestdrift niet aanzien, wat eigenlijk niet anders is dan een stomweg ontladen van massale gevoelens.
Vanmiddag hoorden wij uit de verte het geloei van een veelkoppige menigte, die op het voetbalveld het spel van de twee kampende elftallen gadesloeg.
Men zou door de telkens weer uitschietende kreten de gedachte kunnen krijgen, dat hier toch wel geestdrift aanwezig was.
Wij geloven hier niets van. Wie de gelaatstrekken wel eens nauwkeurig heeft bekeken van hen, die volkomen inactief het spel van twee en twintig actieve mensen gadeslaan, die weet met onfeilbare zekerheid, dat hier vermoedelijk wel een ‘drift’ werkt, maar zeker geen geestdrift.
Geestdrift ontstaat en wordt wakker en komt tot uiting, wanneer 's mensen geest een idee heeft gegrepen en voor die idee alles over heeft.
De geschiedenis is daar om met vele voorbeelden te bewijzen, dat zowel de enkeling als de massa in geestdrift ontvlammen kan.
In de wending der tijden spreekt dat wel heel sterk.
Hierdoor is meer dan eenmaal in het leven van volk en stam een ommekeer gekomen, die leidde tot een grondige en radicale wijziging.
Het spreekt van zelf, dat het hierbij niet gaat over de vraag of een idee goed is of kwaad, 'n Beoordeling daarvan ligt op een ander terrein en in een geheel ander vlak. Houdt ook bij het beoordelen daarvan rekening met iemands levens- en wereldbeschouwing. En daarover hebben we het in dit artikel niet.
Maar wel willen wij constateren, dat er in onze dagen een gemis aan geestdrift is, dat wij ontstellend en met betrekking tot onze arbeid als A.N.V. bepaald noodlottig vinden.
* * *
Tot op zekere hoogte is dit het gevolg van een om zich heen grijpend pessimisme, 'n cultuurpessimisme, dat al jaren geleden is voorbereid door denkers, die daarin aan de mensheid zeker geen dienst hebben bewezen.
Aan de andere kant is het echter ook een generatieverschijnsel. Wie scherp om zich heen ziet, ziet op allerlei cultuurterrein een generatie van ouderen, die allang haar werk aan een volgende had moeten overdoen.
Ze kan dat evenwel niet. Doodeenvoudig, omdat het volgend gelid de geestdrift mist en de geestkracht ontbeert, om deze generatietaak over te nemen.
En dan hebben wij daaronder de jeugd. Een jeugd, waarvan wij heel veel goeds hebben te zeggen en ook kunnen zeggen.
Bij wie wij wel geestdrift hebben vastgesteld en die ons bijzonder aanstaat. Een jeugd, die de problemen op zeer directe wijze wil aanpakken en ook aanpakt; maar die te ver af staat van de generatie der ouderen, om tot een rustig overdragen van de leiding te kunnen komen.
Het is juist de middenlaag, die onze zwakheid is. En een keten van generaties is, dat is bekend, zo sterk als de zwakste schakel is.