Van het Verbondsbestuur
Het Algem. Ned. Verbond en de Raad voor Emigratie
In het ontwerp van wet op de organen voor de emigratie, door de minister van Sociale Zaken ingediend bij de Tweede Kamer, is nagenoeg geen aandacht besteed aan de culturele verzorging der emigranten.
Het verbondsbestuur heeft daarom gemeend, de minister op deze leemte opmerkzaam te moeten maken. Een afschrift van de brief, gedateerd 14 November 1951 is hieronder afgedrukt.
Excellentie,
De ondergetekenden veroorloven zich namens het Verbondsbestuur van het Algemeen Nederlands Verbond, zetelende te 's-Gravenhage aan de Surinamestraat 28, het volgende onder Uw aandacht te brengen met betrekking tot het ontwerp van wet op de organen voor de emigratie.
In Uw Memorie van Toelichting wordt in paragraaf 2 uiteengezet, dat er naar Uw inzicht in het maatschappelijk verschijnsel der emigratie geestelijke, zedelijke, culturele en stoffelijke belangen, zowel van persoonlijke aard als van nationale betekenis, samenkomen.
U gaat voort met te stellen, dat slechts door enerzijds recht te doen wedervaren aan deze veelzijdigheid, anderzijds de betekenis van de emigratie als maatschappelijk gebeuren in het oog te houden, een organisatie tot stand zal zijn te brengen, welke een waarborg kan bieden, dat in elk opzicht zo goed mogelijke resultaten bereikt zullen worden.
Deze woorden hebben geheel de instemming van ondergetekenden, vooral door het feit, dat U daaraan een beschouwing hebt doen voorafgaan, waarin U rept van de goede roep, welke ook van de na-oorlogse Nederlandse emigranten uitgaat, en daarbij de verwachting uitspreekt, dat deze de grondslag moge vormen, waarop de emigratiebetrekkingen uitgebouwd kunnen worden tot veelzijdige geestelijke, culturele en economische samenwerking.
Gezien deze overwegingen, welke U geleid hebben tot het indienen van het onderhavige ontwerp, hadden ondergetekenden gehoopt de uitwerking van die gedachten in het ontwerp van wet op de organen voor de emigratie te zullen terugvinden.
Het feit echter, dat Uw ontwerp niet mede door de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is ondertekend, deed hen reeds vrezen, dat de culturele factor in het ontwerp niet voldoende recht is wedervaren.
Om de culturele factor voldoende te doen gelden zal men niet kunnen volstaan met aanwijzing van een vertegenwoordiger van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in de Raad voor de Emigratie, doch hij zal ook in het Emigratiebestuur zitting dienen te nemen.
Voorts is met leedwezen vastgesteld, dat het Algemeen Nederlands Verbond niet met name in Uw Memorie van Toelichting is genoemd, hoewel toch als bekend mag worden verondersteld, dat het vele contacten met Nederlanders in den vreemde heeft en voor hen vaak een culturele steun betekent.
Daar het Verbond zich in het bijzonder tot taak stelt de Nederlandse cultuur, ook in den vreemde, levend te houden en te dien einde een organisatie tot zijn beschikking heeft, zou het een vruchtbare bijdrage kunnen leveren in de door U beoogde uitbouwing der emigratiebetrekkingen, wanneer het wordt ingeschakeld in de nieuwe organisatie door middel van vertegenwoordiging in de Emigratieraad.
In verband met de vraag, die in het voorlopig verslag is opgeworpen, over de bepaling van het begrip maatschappelijke organisatie, zouden ondergetekenden bij de beantwoording daarvan gaarne zien, dat ook rekening werd gehouden met de organisaties, als die van hun Verbond, waarvan het doel als volgt is omschreven:
‘Het Algemeen Nederlands Verbond beoogt verhoging van de geestelijke, zedelijke en stoffelijke kracht en versterking van het bewustzijn der onderlinge verwantschap, zowel van allen, overal ter wereld, die tot de Nederlandse stam behoren, als van die afstammelingen van personen, die daartoe behoren of hebben behoord, die het stambewustzijn niet hebben verloren’.
Moge het bovenstaande Uwe Excellentie aanleiding geven om alsnog de culturele factor die plaats te geven in Uw ontwerp, waarop het aanspraak maakt, in die zin, dat een vertegenwoordiger van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen tot lid van het Emigratie-bestuur wordt benoemd en een vertegenwoordiger van het Algemeen Nederlands Verbond tot lid van de Raad voor Emigratie.
Namens het Verbondsbestuur,
get. E.H. Bos
Voorzitter,
get. Mr F.G.A. Huber
Secretaris. |
|