Het Vlaams bedrijfsleven
In opdracht van de Belgische regering heeft het Vlaams Economisch Verbond te Antwerpen een overzicht samengesteld van het Vlaamse bedrijfsleven.
Het lijvige boekwerk, dat 606 blz. telt, is verlucht met verschillende grafieken en geeft een goed beeld van de huidige stand van het Vlaamse bedrijfsleven. De prijs bedraagt 120 Belg. frank plus 10 fr. voor porto. Het is via de boekhandel te bestellen of bij het V.E.V., Torengebouw, Schoenmarkt, Antwerpen.
De heer P. Delbaere, algemeen voorzitter van het V.E.V., die het boek inleidt, wijst er op dat reeds lang de behoefte aan een dergelijk werk gevoeld werd. In de eerste plaats wordt een onderzoek ingesteld naar de economische toestand in het Vlaamse landsgedeelte, gezien in het kader der Belgische economie. Deze toestand wordt in grote trekken beschreven voor de belangrijkste takken van bedrijf: industrie, handel, landbouw, visserij, verkeer en koloniën. Omdat er tussen het economisch en het sociale leven een wisselwerking bestaat, gaan daaraan vooraf enkele hoofdstukken over demografie en werkloosheid, die zo'n grote invloed hebben op de economische ontwikkeling.
Uit de resultaten van dit onderzoek werden in opdracht van de lastgeefster, de Belgische regering, ook gevolgtrekkingen gemaakt, waarin concrete voorstellen aan de hand worden gedaan met het doel de opgang van de Vlaamse economie en de welvaart in de Vlaamse gewesten te bevorderen. Niet uit het oog werd verloren dat zulks had te geschieden in verband met de gemeenschappelijke belangen der overige landgenoten. De grootste objectiviteit werd betracht.
Het spreekt van zelf, dat een dergelijk werk, hoe nauwkeurig ook verricht - nergens worden de namen van de ongetwijfeld talrijke medewerkers genoemd -, weer op zijn beurt vragen opwerpt en tot gedachtenwisseling aanleiding zal geven. Dat is ook wel de bedoeling als wij goed zien. Wanneer deze gegevens, thans overzichtelijk bijeengebracht, gemeengoed worden bij allen, die geroepen zijn om leiding te geven in de Vlaamse gewesten, dan is reeds veel gewonnen.
De uitvoerige documentatie en het gepresteerde werk zijn waarlijk indrukwekkend. Dat op zich zelf reeds geeft een beeld van de vooruitgang in Vlaanderen, en zoveel te meer wanneer men de werken van de pionier, bodewijk de Raet, ermede vergelijkt. Deze toch was de eerste in de Vlaamse beweging, die de maatschappelijke verschijnselen in zijn onderzoek betrok en daarvoor richtlijnen uitstippelde. Geen wonder dat de Vlaamse Volkshogeschool zijn werk heeft ondergebracht in een Stichting, waaraan zij de naam van De Raet verbond. Maar hoezeer men ook oprechte waardering voor De Raet moet koesteren, thans kan men zich over de prestaties van hen, die bij hem in de leer gingen en zijn werk op moderne basis uitbouwden, verheugen.
Nu de medewerkers ongenoemd zijn, richt zich onze dank tot het V.E.V., dat zijn drievoudig doel: het bevorderen van de economische en sociale belangen van het Vlaamse bedrijfsleven in zijn verschillende takken, het behartigen der groepsbelangen van zijn leden op alle gebied en het bevorderen van de Vlaamse cultuur, op zo uitstekende wijze heeft gediend. Immers, geestelijke en materiële cultuur vertonen een nauwe samenhang, die niet steeds beseft wordt. Niet aldus bij het V.E.V., dat in vorige jaren reeds uitgaven over de Vlaamse muziek en de Vlaamse letterkunde het licht deed zien. Doordat ook onder Buitenlandse handel een 20-tal bladzijden gewijd is aan de Benelux, zal het boek ook in Nederland niet onopgemerkt kunnen blijven.
Misschien ligt juist de grootste verdienste in het stimulerend karakter der publicatie. Mogen velen zich geroepen voelen de problemen nader te bestuderen.
J.H.B.