Verslag commissie rekening en verantwoording
Ingevolge artikel 17 lid 5 van de statuten heeft het verbondsbestuur de afdeling 's-Gravenhage aangewezen om een commissie samen te stellen, teneinde de rekening en verantwoording over het boekjaar 1951 met alle bescheiden te onderzoeken en daarover en over het gevoerde geldelijk beheer verslag uit te brengen:
Het ontvangen verslag luidt als volgt:
Ter voldoening aan een tot de Afdeling 's-Gravenhage e.o. gericht verzoek, hebben de ondergetekenden, P. Burger, W.G. van Oyen en J.A. Risseeuw, op 27 Augustus 1952 in het Verbondsgebouw de administratie van de penningmeester van het Algemeen Nederlands Verbond nagegaan aan de hand van de ons door de heer Van Leeuwen verstrekte gegevens, welke een onderdeel uitmaken van het financieel verslag over het jaar 1951.
De verschillende bedragen werden door ons geverifieerd en de op de balans per 31 December 1951 vermelde posten werden door ons in overeenstemming bevonden met de gegevens van de betreffende banken.
Dit geldt eveneens voor het legaat Mr H.A.L. Visser.
De Heer Van Leeuwen heeft ons met grote welwillendheid de nodige inlichtingen verstrekt. Met de in het rapport over 1951 (vermeld op blz. 2 van ‘Neerlandia’ van December 1911) voorgestelde wijzigingen is in het algemeen voldoende rekening gehouden. Echter werd geen gevolg gegeven aan de toen geuite wens om het beheer van het zeer belangrijke legaat van Mr Visser niet in handen te laten alleen van de penningmeester, doch dit beheer aan ten minste twee personen toe te vertrouwen. De heer Van Leeuwen vreest, dat een beheer door meer personen minder soepel zou werken. Ook al mocht dit het geval blijken te zijn, dan nog zijn wij van mening, dat de belangrijkheid van dit legaat de door ons voorgestelde wijziging in alle opzichten motiveert.
Met leedwezen hebben wij vastgesteld dat het verenigingsjaar 1951 met een aanzienlijk verlies werd afgesloten. Indien het ledental niet belangrijk toeneemt en/of de Regering ons geen hogere subsidie toekent, zal een drastische bezuiniging o.i. onvermijdelijk zijn.
's-Gravenhage, 1 October 1952.
get. P. Burger
W.G. van Oyen
J.A. Risseeuw
Het dagelijks bestuur voegt hieraan toe, dat, gevolg gevende aan de wens van bovengenoemde commissie, het beheer van het legaat Visser in het vervolg zal worden gevoerd door de penningmeester en de voorzitter van het Verbond.