Uit de Afdelingen
Viering van de ‘Gulden Sporenslag’ te Maastricht
Met een verrassend en verblijdend groot aantal leden en belangstellenden heeft de afdeling Maastricht op 11 Juli j.l. de Gulden Sporenslag gevierd.
Het welkomstwoord van de voorzitter Jef Notermans gold allereerst de gasten uit het land van Overmaas. Met name de 86-jarige, vitale grijsaard, dr H. Veltmans werd spontaan gehuldigd voor zijn ongebroken kracht, waarmee hij Neêrlands taal en beschaving in dit bedreigde gebied verdedigd heeft, 'n Speciaal welkomstwoord werd gericht tot de wethouder van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de heer A. Bovy en tot de 75-jarige oud-inspecteur van het L.O., de heer J.W. Mols.
Vervolgens gaf de voorzitter een beknopt overzicht van de verbondenheid der Maasvallei met het Westen, te beginnen met de eerste Christenpredikers, als Servatius (vierde eeuw), tot en met de verbroedering tussen de twee Limburgen en hun gouverneurs dr Fr. Houten en Mr Roppe, op het Schuttersfeest te Rotem. Ook wees hij op de treurige houding van het Waalse regeringsbeleid tegenover het Land van Overmaas, daarbij de verzekering gevend, dat het A.N.V. in de mate van het mogelijke zal steunen.
De dames Kroeks en Pekelharing droegen verscheidene gedichten voor, alle betrekking hebbend op de slag bij Kortrijk, Het Gezellegedicht ‘Zegepraal’, dat het sluitstuk vormde, had in dit geval wel sterk symbolische kracht.
De hoofdschotel was de lezing van dr Charles Thewissen, historicus en journalist. Als geen tweede ter stede kent hij de geschiedenis van stad en gewest. Bovendien is hij jarenlang een stuwende kracht geweest in de Studentenbeweging en propageerde hij metterdaad de verbroedering met Vlaams Limburg, reeds in 1925.
Dr Thewissen bewees, dat de slag bij Kortrijk als een zaak van geheel de Nederlanden beschouwd moet worden, waarin een halt is toegeroepen aan het Frans imperialisme. Dat ook het Maasland actief deel heeft genomen aan de strijd op het Groeningeveld, toonde hij met namen en feiten aan. Belangwekkend was de belichting van de Maastrichtse kanunnik-edelman-strateeg Willem van Gulik, proost van het Sint Servaaskapittel. Aan hem is vermoedelijk de zegevierende einduitslag te danken. In Augustus 1954 zal men de honderd vijftigste verjaring van zijn heldendood in Vlaanderen dienen te herdenken. Dr Thewissen spoorde het A.N.V. aan deze Willem van Gulik te vereeuwigen door een standbeeld, waaraan Vlaanderen en de Noordelijke Nederlanden gezamenlijk zullen bijdragen.
Dit voorstel en ook de rede oogstten luide bijval.
Oud-inspecteur Mols bedankte voor de gelukwensen met zijn 75ste verjaardag en maakte van de gelegenheid gebruik om de afgevaardigden van Overmaas een hart onder de riem te steken. Alle aanwezigen bezwoer hij onze taal- en stamverwanten krachtig te steunen, daarbij wijzend op de heldhaftige houding van de nestor dr H. Veltmans.
Nadrukkelijk onderstreepte de overvolle zaal dit sympathieke, gloedvolle woord.
Aan de spreker bood het bestuur een boekwerk aan, ‘Het Avontuur van de Liebaards’ door dr Leo Delfos, terwijl de dames een prachtig geïllustreerd boek, ‘Maastricht’, door Karel Mathijs, als herinnering werd aangeboden.
Een krachtige Vlaamse Leeuw besloot deze geheel en al geslaagde avond.
JEF NOTERMANS.