Neerlandia. Jaargang 56
(1952)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 3]
| |
BoekverspreidingEerst kwam de boekverspreiding aan de orde. Kort en krachtig zette spreker de opzet van deze bijeenkomst uiteen, waarna hij in enkele woorden de betekenis en de huidige moeilijkheden van de boekverspreiding onder de Nederlanders, Vlamingen en Afrikaners schetste. Voor bijzonderheden werden de aan wezigen verwezen naar de korte samenvatting, welke aan de deelnemers te voren was uitgedeeld. De heer Kroon wees er op, dat een geldelijke bijdrage zou kunnen worden verkregen uit de opbrengst van de zomerpostzegels. In een gezamenlijke collectemet het Rode Kruis ten behoeve van de Boekverspreiding zag hij weinig heil. Het A.N.V. .kan dat beter zelfstandig doen. Voorts zal men voortdurend in dagbladen en tijdschriften - eens in de twee maanden b.v. - het verzoek moeten plaatsen om steun aan de afdeling Boekverspreiding. Ten slotte zullen bestaande moeilijkheden bij de boekverspreiding in België en Noord-Frankrijk moeten worden opgelost door de Nederlandse regering, die immers culturele verdragen met de genoemde landen heeft gesloten. De heren Smies en Donkersloot deelden de opvatting van de heer Kroon niet geheel. Zij achtten een samenwerking met andere organisaties wel degelijk geboden. Het Verbond dient daartoe het initiatief te nemen. Overigens kunnen stamgenoten in den vreemde ook op ruime schaal geldelijke bijdragen leveren aan de afdeling Boekverspreiding. Mevr. Bloem achtte het gewenst, dat bij het plaatsen van verzoeken om boeken en tijdschriften in de pers, tevens wordt aangegeven, waar ze kunnen worden afgegeven, b.v. aan het kantoor van de krant. Dit zal het afstaan vorderen. De heren Veering en Van Nieuwenhuysen drongen aan op voorlichting onder de leraren in het Nederlands door middel van weekeinde-bijeenkomsten. Velen van hen kennen het doel en de werkwijze van de boekverspreiding en van het A.N.V. niet. Wanneer men hen bereikt, dan heeft men ook de jeugd, het Verbond telt toch te weinig jeugdige leden. Contact met de Volkshogescholen werd warm aanbevolen door de heer Ir Van Leeuwen. De heer Huber achtte samenwerking noodzakelijk, ook met betrekking tot plaatsing in de krant van oproepen om boeken af te staan. De redactie van een dagblad zal zich anders gaan bepalen tot het afdrukken van een oproep van één organisatie, of zij ziet daar geheel van af door de veelheid van verzoeken om plaatsing van een berichtje. Ook de uitgevers, die trouw het A.N.V. steunen, krijgen er op den duur genoeg van, wanneer van verschillende zijden een beroep op hen gedaan wordt. Er is thans een versnippering van krachten. Er zal een zekere terreinafbakening moeten komen. Om een voorbeeld te noemen: het zou onjuist zijn wanneer het Rode Kruis zich bezig hield met het vormen van boekerijen voor emigranten, zoals dat thans heet te gebeuren in Nieuw-Zeeland, volgens verkregen inlichtingen. Dat ligt buiten het werkgebied van het Rode Kruis. Inderdaad zal er zoveel mogelijk naar voorlichting o.a. door middel van weekeindebijeenkomsten dienen te worden gestreefd. | |
[pagina 4]
| |
Ook het afstaan van boeken en tijdschriften zou nog meer kunnen worden bevorderd. Ten slotte wil spreker naar aanleiding van een opmerking van de heer Kroon de vergadering nog mededeling doen van de moeilijkheden, die onlangs de afdeling boekverspreiding zijn overkomen. Voor enige kisten boeken, per Van Gend & Loos verzonden met bestemming Antwerpen, werd invoerbelasting betaald, na een maand oponthoud aan de grens. Het bestuur overweegt een onderzoek in te stellen en bij de bevoegde autoriteiten stappen te doen om de gerezen bezwaren weg te nemen. | |
Bedreigde taalgebiedenDe voorzitter had na de uitstekende voordracht van Professor Celen op het congres gehouden, niet veel meer daaraan toe te voegen. Hij wees echter op bedreiging van het Nederlandse taalgebied in engere zin en wel door verengelsing. Ook daartegen moeten wij waken. Voor het overige verwees spreker naar de uitgedeelde korte samenvatting, waarover hij de gedachtenwisseling opende. De heer Van Nieuwenhuysen miste geheel en al de economische zijde van het vraagstuk, hetgeen hij een ernstige leemte acht. Hij wees op hetgeen Drs Van Houte in zijn boek over België verhaalt van de exploitatie van steenkoolvelden in de Kempen met Frans kapitaal. Dit zal mogelijk leiden tot verhoogde invloed van het Waalse element in dit specifiek Vlaamse gebied. Professor Baudhuin sprak reeds de vrees uit, dat Henegouwen evenals Namen weer tot de landbouw terug zal keren. Spreker komt tot de slotsom, dat een millioen Henegouwers op drift dreigen te komen en zich zullen vestigen in het kolengebied der Kempen, dat daarmede een Franse haard dreigt te worden, die het Nederlandse taalgebied radicaal uiteenscheurt. De heer Stevens wees op de actie van de Unie van Europese Federalisten om een Europese grondwet te ontwerpen. Hij is van mening, dat Nederlanders hun stem moeten laten horen om niet het gevaar te lopen bij de vorming van het toekomstige Europa door de omringende cultuurvolkeren te worden opgeslorpt. Er moet een Al-Nederlands comité samengesteld worden, dat de richtlijnen vastlegt en de verhoudingen bepaalt van de toekomstige Europese staatsorganisatie ten opzichte van de Nederlandse volksgemeenschap, die in het Europees staatsverband zou opgenomen worden. De heer Kroon vroeg de aandacht voor het feit, dat de Nederlandse taal verwaarloosd wordt, waartegen zoveel mogelijk moet worden opgetreden. De heer Huber erkende de kritiek van de heer Van Nieuwenhuysen als juist. Hij hoopte echter, dat de Belgische bronnen voortaan wat rijkelijker zullen vloeien en dat er voor de juistheid der gegevens kan worden ingestaan. Hem zijn in het algemeen nog te weinig feiten bekend. Prof. Celen bracht nog eens onder de aandacht van de aanwezigen, dat Nederland als staat wat moet gaan doen voor de verdediging van de Nederlandse taal, zoals Frankrijk als staat dat doet voor de Franse taal. | |
De plaats van de stamgenoten in den vreemdeDe voorzitter zette uiteen, dat het hier vooral om de emigranten gaat. Zij zullen in hun nieuwe land moeten opgaan in de aldaar wonende bevolking, doch dit hoeft nog niet te betekenen, dat zij alle banden met hun moederland afsnijden. De vraag moet worden gesteld, hoe de emigranten de Nederlandse aard cultuur en gesteldheid een passende plaats kunnen geven in de geestelijke structuur van het nieuwe land. De heren Van Herwaarden en Maas zouden zoveel mogelijk de emigratie naar Zuid-Afrika willen bevorderen, doch die naar de Engelse gebieden niet, naar aanleiding waarvan Mej. Francken opmerkt, dat er vele moeilijkheden in Zuid-Afrika in de weg worden gelegd. De heer C. van Leeuwen kan geen optimistisch geluid laten horen met betrekking tot de emigranten in Zuid-Afrika. Zij gingen er niet met plezier heen, integendeel, zij koesteren haatgevoelens jegens hun moederland. Zij hadden Nederland niet meer nodig. Het bijeenbrengen in verenigingen lukt volgens spreker niet. Naar aanleiding van een opmerking van de heer Van der Burg over de kerken, die daar toch wel wat aan kunnen doen, deelde de voorzitter mede, dat het A.N.V. contacten met de geestelijkheid heeft en zich in verbinding heeft gesteld met kerkgenootschappen. Het ligt in het voornemen een emigrantenblad op te richten, waarvoor van overheidszijde belangstelling bestaat. In verband met het late uur sluit de voorzitter om kwart over vijf de vergadering.
Na een rondwandeling langs het huis, waar Jan van Riebeeck in zijn jonge jaren moet hebben gewoond, werd de dag besloten met een voortreffelijke gezamenlijke maaltijd in Hotel Veen aan de Markt. Alles bij elkaar genomen kan men deze verbondsdag zeer geslaagd noemen. |
|