Een merkwaardige familievergadering
Ik weet niet, wie het eerst op de gedachte gekomen is, alle afstammelingen van Jan van Riebeeck op een centraal punt in Nederland bijeen te brengen. Verreweg de meesten van deze nazaten wisten zelfs niet, dat de grondlegger van de Zuid-Afrikaanse Unie hun voorvader was, en zeker niemand was er zich van bewust, dat er thans nog minstens 2000 leden van dit geslacht in leven zijn. Slechts één was er, die van het feit op de hoogte was, nl. het Kon. Ned. Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde in Den Haag. Dit instituut heeft met bewonderenswaardige toewijding alle namen verzameld, alle adressen opgespoord en de lijnen getrokken, die al deze zonen en dochteren met de grote stamvader verbinden. Het resultaat van deze arbeid is neergelegd in een zeer lezenswaard boekwerk ‘Jan van Riebeeck, zijn voor- en nageslacht’.
Over de gehele wereld zijn deze nazaten verspreid; in Nederland zijn er nog ongeveer 600, waarvan bijna 450 gehoor hebben gegeven aan de oproep van het Instituut om op 17 Mei in Culemborg aan het familiefeest deel te nemen. De belangstelling was enorm; zelfs is een dag te voren nog een afstammeling uit Amerika per vliegtuig overgekomen om deze bijeenkomst niet te missen.
Begunstigd door prachtig voorjaarsweer, is het feest in deze kleine, maar karakteristieke Nederlandse stad een groot succes geworden. Wij werden ontvangen in de St. Barbarakerk, waar het zonlicht door de hoge ramen binnenviel en waar wij luisterden naar de boeiende uiteenzetting van Prof. Dr W.Ph. Coolhaas, die ons geheel in de tijd van onze voorvader verplaatste, en naar de geestige welkomstrede van Jhr Mr C.G.C. Quarles van Ufford, die zelf ook tot de nazaten behoorde en die dus geheel in stijl was, toen hij ons met ‘Waarde neven en nichten’ aansprak.
De organisatie liet niets te wensen over. Alle deelnemers waren voorzien van nummerplaatjes (de heer Quarles noemde het ‘stamboeknummers’), die het mogelijk maakten in een lijst, die ieder bij zich droeg, de naam van de neef of nicht op te zoeken.
Buiten op de markt, vóór het laat-middeleeuwse stadhuis, werden wij ontvangen door twee Culemborgse fanfare-corpsen, nadat wij eerst hadden aangezeten aan een welverzorgde Brabantse koffietafel, - zoals Van Riebeeck die zeker ook wel gekend zal hebben - in de stemmige grote kloosterzaal. Van het bordes van het stadhuis werd het gezelschap toegesproken door de ambassadeur van Zuid-Afrika, die daarbij een borstbeeld van Van Riebeeck onthulde.
Men zou zich kunnen afvragen, wat de reden is, dat wij in het orgaan van het Algemeen Nederlands Verbond belangstelling vragen voor dit familiefeest?
Ten eerste is het geen alledaagse gebeurtenis, dat plotseling 2000 Nederlanders tot de ontdekking komen, dat zij één grote familie vormen en dat zij op de 300ste verjaardag van de geboorte van de gemeenschappelijke voorvader samenkomen, - althans 450 van hen - om deze tevoren nimmer bevroede verwantschap luisterrijk te vieren. Wij, die het meegemaakt hebben, zijn ons bewust geworden van een sterk gevoel van saamhorigheid en dit gaf aan het feest een stemming van ongedwongen hartelijkheid. En dan - wonderlijke gedachtensprong - kwam er in ons hart een zekere voldoening, alsof wijzelf met zoveel energie en beleid de nederzetting aan de Kaap hadden gevestigd, waaruit later de Unie van Zuid-Afrika is gegroeid.
En is er nu niet enige overeenstemming tussen deze groep familieleden en het gehele Nederlandse volk? Zijn wij Nederlanders, Zuid-Afrikaners en Vlamingen ook niet loten van één stam? Dragen ook wij niet in ons de tradities van onze grote voorvaderen? Voelen wij ons niet de nazaten van Willem van Oranje, van Jan Pieterszoon Coen; van Van Riebeeck, van De Ruyter, van Rembrandt en zovele anderen? En leeft er niet in ons Nederlanders een trots bewustzijn, alsof wij het geweest zijn, die Nederland groot hebben gemaakt?
Zaterdag 7 Juni heeft het Algemeen Nederlands Verbond in Culemborg weer een familiefeest georganiseerd, gewijd aan de nagedachtenis van Van Riebeeck. Maar nu zijn het alle Nederlanders en allen die tot de Nederlandse stam behoren die op het feest worden genood. Laat ons dan in groten getale naar deze aloude stad stromen en moge het besef van onze gemeenschappelijke afstamming aan deze samenkomst het karakter verlenen van een Algemeen Nederlands Familieverbond.
V.H.