Frans-Vlaanderen
Op verkenningstocht in Frans-Vlaanderen
III
Inderdaad, voor een derde tocht met Pasen 1913 werden de zeilen bijgezet. Ook uit Noord-Nederland zou iemand meevaren, met name advokaat Van Es. In Duinkerke kwam hij aan boord, na kennismaking met de culturele bemanning ten huize van dominee Blommaert, die de zielzorg leidde over de Hollandse zeelui.
Deze matroos uit de lage landen bij de zee beschikte over een flinke pen.
Over Frans-Vlaanderen en de opgedane indrukken bij deze reis van het Vlaamse gezelschap publiceerde Van Es meerdere artikels in Hollandse bladen: Nieuwe Rotterdamse Courant, Het Algemeen Handelsblad, enz. Van deze spreektribune verwierf Frans-Vlaanderen meer bekendheid in Noord-Nederland.
Deze reis bracht meteen zeer interessante bezoeken mee. Advokaat van Es, Doctor Borms en de heer Rosseeuw bezochten o.m. pastoor Descamps in Klein-Sinten, reeds op franssprekend grondgebied. Deze pastoor was reeds in 1910, bij een bezoek aan Antwerpen, in sommige vlaamsvoelende middens belangstelling en steun komen afbedelen voor zijn geestelijk en cultureel werk. In zijn zo zwaar gehavend huis, voorzien van allerlei Vlaamse spreuken, troffen wij hem daar aan als een Vlaamse kluizenaar. Hoe dankbaar was die man, enerzijds ons bezoek, maar vooral onze onderneming, met daarbij deze gevolgen, die hij zelf wellicht nooit had durven te voorzien. Want een bizondere troost zal het voor die trouwe Vlaming in zijn laatste levensdagen geweest zijn, voor hem die daar leefde helemaal in de geest van onze grote Gezelle. Want voor al menig priester daar, was Gezelle een groot lichtbaken. En ook moet het worden gezegd: juist die priesters, ook die zieleherders, voelden zo sterk aan, hoe nodig en hoe welkom die actie was. Zulk een bezoek alleen zou voldoende qeweest zijn om ons te sterken.
Bij iedere reis trad men zo mogelijk ook op in Vlaamse grensdorpen. Onze pioniers zagen klaar in de toestand. Ze moesten deze gemeenten er op voorbereiden, eenmaal hun taak over te nemen. Gezien hun ligging zo dicht bij de Franse grens, waren zij daartoe als het ware voorbestemd. Antwerpen kon niet blijvend een geregeld contact in stand houden.
Onder het daaropvolgende verlof bereikte ons gezelschap een hoogtepunt van enthousiasme in het dorp Wormhout bij de grens. De zaal zat nokvol. Zelfs aan de buitenramen hingen hele trossen luistergrage vinken. In vervanging van Modest Lauwerijs, die verhindert was, trad Juliaan Platteau op. Het succes van deze avond kende geen weerga. Brouwer Bele besloot de feestelijkheid met een flink avondbanket. Werkelijk, het gezelschap steeg in aanzien. Notabelen, advokaten en clerezij werden de volgende dag door de notaris van Wormhout uitgenodigd op een gastvrij diner, waarbij hij het eerbaar gezelschap artisten op een zeer gedurfde manier voorstelde: ‘Mijne Heren, we hebben hier vandaag Vlaamse gasten in huis, er wordt dus hier niets als Vlaams gesproken’. Zelfs de toenmalige kasteelheer van Ekelsbeke, een fabrikant uit Parijs, dekte ook de tafel in dat middeleeuwse slot alwaar, naar de