Neerlandia. Jaargang 55
(1951)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOns taalhoekjeHet kiesrechtNeen, waarde lezer, ge behoeft niet te vrezen, dat we stiekum in deze rubriek ons zullen begeven op het terrein, dat blijkens het tweede lid van het tweede artikel der statuten van het A.N.V. verboden is. Wij blijven op ons eigen terrein, wanneer we de Haagsche PostGa naar voetnoot*) er een verwijt van maken, dat zij beweert, dat ‘de regering een, verlaging van het passief kiesrecht voor de Tweede Kamer blijkt voor te staan’. Vooreerst mag men o.i. niet spreken van passief kiesrecht. als men verkiesbaarheidsrecht bedoelt. We geven toe, dat dit lange woord niet fraai is, doch kiesrecht betekent nu eenmaal recht om te kiezen en dat kan men niet veranderen door onderscheid te gaan maken tussen actieve en passieve rechten. Deze zonde tegen de taal moet men dan liever maar door omschrijving voorkomen: het recht om gekozen te worden. Maar wenst de regering nu aan dat recht te kort te doen? Verlagen kan toch in dit verband niet anders betekenen dan verkorten, verminderen. Integendeel blijkt uit het vervolg, dat de regering dat voor nemen niet koestert, doch het aantal der verkiesbare Nederlanders wil uitbreiden door de leeftijdsgrens lager te stellen. R. | |
Planoloog, een nieuwe titel?In ons nummer van Juni 1950 werd in deze rubriek de aandacht gevestigd op de o.i. niet zeer logische koppeling van het Nederlandse woord plan aan het Griekse logos naar aanleiding van de aankondiging van een planologische dag te Wageningen door het Verbond van wetenschappelijke onderzoekers. Thans lezen we, dat bij ministeriële beschikking Dr J. Winsemius is benoemd tot planoloog in vaste dienst voor het Nationale Plan. Is planoloog het ambtelijke woord voor het Nederlandse plannenmaker of moeten we het vertalen door plannenkundige of plannenkenner? R. | |
Kankerdag en protest tegen accomodatieWij dachten, dat er in Nederland veel te veel ‘gekankerd’ werd tegen allerlei dikwijls onbetekenende onaangenaamheden. En nu lazen we, let wel, dat op 27 October te Rotterdam een algemene kankerdag zou worden gehouden ter behandeling van practische en theoretische vraagstukken op dit gebied. We zouden de voorkeur geven aan een kankerbestrijdings-dag. Een ander bericht doet ons weten, dat 21 Nederlandse zeelieden het niet bij kankeren hebben gelaten, maar een staking zijn begonnen als protest tegen de accomodatie. Hier zal wel bedoeld zijn tegen gebrek aan accomodatie, of liever tegen slechte of onvoldoende inrichting van hun verblijfplaats aan boord. Accomodatie betekent eigenlijk aanpassing of inschikkelijkheid, maar daaraan ontbrak het blijkbaar deze zeelieden juist. R. | |
De deftige stijlUit de mededelingen betreffende de begroting van Binnenlandse Zaken in ‘Het Vaderland’ van 24 Sept. 1951: ‘Met betrekking tot het beleid in zake de rechtspositie van de ambtenaren deelt de minister mee, dat - nu zeer binnenkort de centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken zal zijn gereactiveerd - het naar zijn oordeel noodzakelijk is zo spoedig mogelijk de wenselijkheid van een reconstructie van het overleg-instituut onder het oog te zien, waarbij met name de quaestie van de medezeggenschap de aandacht zal moeten hebben.’ Oef, het staat er. Maar is het nu werkelijk niet mogelijk om zo iets in kortere zinnen in begrijpelijk en goed-Nederlands neer te schrijven? En ik vraag me af waardoor en na hoeveel tijd deze reactieve (ik had bijna geschreven reactionnaire) commissie tot die reactie is gekomen of gebracht. We lezen verder: ‘Allereerst zal aan de centrale commissie de opdracht worden verstrekt advies uit te brengen over haar bevoegdheden en inrichting.’ Maar op dat advies van genoemde commissie in zake haar oigen bevoegdheden en inrichting schijnt de minister toch weer vooruit te willen lopen. Althans: ‘Voorts betoogt de minister zo spoedig mogelijk in de reactivering van het reglementaire overleginstituut mede te betrekken de bijzondere commissies van overleg en de al dan niet daaronder ressorterende dienstcommissie, terwijl de samenstelling van enkele zelfstandige commissies van overleg zijn bijzondere aandacht heeft.’ R. | |
Alweer die zinsontledingHoe langer hoe meer kom ik in kranten en tijdschriften zinnen tegen, waarvan het onderwerp in het enkelvoud en het daarbij behorend werkwoord in het meervoud staat (of soms omgekeerd). Een voorbeeld, ontleend aan ‘Vrije geluiden’ van 22 Sept. 1951: ‘In de eerste tijd zullen de zeer hoge kosten, die het verzorgen van televisie-programma's met zich meebrengen, door de omroepverenigingen gedragen moeten worden.’ Deze fout had vermeden kunnen zijn door een eenvoudiger zinsbouw b.v.: In de eerste tijd zullen de omroepverenigingen de zeer hoge kosten, verbonden aan de verzorging der televisieprogramma's, moeten dragen. R. | |
Internationale taal?Onze stamgenoten en stamverwanten in Vlaanderen en Zuid-Afrika verlangen terecht, dat de ambtenaren van hun land hen te woord staan in hun eigen officiële landstaal. Maar wat gebeurt er in Nederland, dat slechts één officiële landstaal heeft? Toen ik onlangs aan een beambte van de Nederl. Spoor | |
[pagina 12]
| |
wegen een kaartje verzocht voor een reis naar Amsterdam en terug, kreeg ik het antwoord ‘O, U bedoelt een retourtje’. Ik: ‘neen, ik bedoel heen en terug.’ De beambte: ‘ja, dus retour voor A.’ Toen heb ik het maar opgegeven, want er wachtten nog personen met mij. Een pakje bestemd voor een te onzen huize onbekende was door de postbesteller bij ons afgegeven, omdat ons adres er op stond. Ik bracht het naar een postkantoor hier ter plaatse en deelde dit de beambte mede, waarop deze zeide ‘O, dus retour’. Ik weer ‘Neen, mijnheer, het pakje komt uit Nederland en blijft dus in Nederland en gaat terug. U zijt toch ook Nederlander?’ ‘Ja maar retour is internationaal’. En hij schreef erop: ‘Onbekend, retour afzender’. De ‘internationale’ aanduiding bevatte dus één Frans woord tussen twee Nederlandse. Toen ik dit voorval aan een mij bekend verbondslid meedeelde, antwoordde deze ‘Ja, maar dat is toch algemeen gebruikelijk. ‘Men zet toch ook altijd een R op een brief, die ‘aangetekend’ moet worden verzonden. Iedereen, weet toch, dat die, R een afkorting is van ‘Renseigner’. Deze man wist dus niet eens wat zijn eigen Franse R betekent. Maar toch vooral geen Nederlands, zelfs als het Nederlandse woord duidelijker is dan die enkele Franse letter. R. |