Rit naar den Haag!
Op 17 September 's morgens vertrok ik met nog vele andere kinderen van onze hollandse vereniging met de bus naar Holland. De tocht ging over Arnhem en Rotterdam naar Den, Haag. Arnhem is een mooie stad met grote en prachtige gebouwen. Hier kon men Nederland als bloemenland leren kennen want men ziet hier bloemen en bloemen in elk tuintje. In Rotterdam had men een verrassing voor ons: een rondvaart met de Spido-boot door de Rotterdamse havens. Een spreker verklaarde ons alles door middel van een luidspreker. Rotterdam is een zeehaven. Er komen hier merendeels buitenlandse zeeschepen aan, griekse, indische, amerikaanse, italiaanse, engelse, franse en andere schepen. Rotterdam is voornamelijk opslaghaven voor ijzererts, kolen, en suiker. Na deze mooie bezichtiging reden wij verder door de Maastunnel naar Loosduinen. Wij waren allen benieuwd want wij zouden hier in de jeugdherberg slapen. Plotseling stopte de bus en wij zagen voor ons een prachtig park met op den achtergrond een wit heerlijk gebouw. Dit was de jeugdherberg. Hier kregen wij prima avondeten. Voor de grotere kinderen volgde een gemoedelijke avond. Wij hadden veel plezier. Toen ik in een schoon bed lag moest ik nog aan al dat mooie denken wat ik den helen, dag mocht beleven.
Den anderen ochtend na een rijk ontbijt reden wij verder via Scheveningen naar Den Haag. Wij kwamen aan een visserhaven voorbij, daar lagen tal van vissersboten die hun vangst losten. De gevangen haring wordt hier direct schoon gemaakt en in vaten gepakt, die dan de wereld ingaan. Wij zagen daar ook vissersvrouwen die met schik en flink de stukken netten repareerden. Dan, hoe heerlijk, reden wij een, eind aan de Noordzee voorbij. Ik vond dit prachtig, de wijde ruisende zee met zijn grote verte. Die had ik nog nooit gezien. Toen wij in Den Haag waren aangekomen, hebben wij ons moeten opstellen, want wij mochten op de voorbijtocht van onze Koningin wachten. Het was 18 September, Prinsjesdag, die elk jaar wordt gevierd. Dit was juist het doel waarvoor wij deze bustocht van Duitsland naar Nederland hadden gemaakt.
Het wachten scheen ons erg lang en de tijd wilde niet snel genoeg voorbijgaan. De straten waren met mensen dik gevuld. De meisjes hadden al oranje linten in 't haar. Ook wij hadden oranje-kleurige strikjes op onze borsten gestoken en een kleine nederlandse driekleurtje in de handen. Eindelijk tegen 1 uur kwam de stoet.
Het eerste zagen wij de verschillende ruiters met uniformen, de rijkspolitie en de militairen, de prinses Irenebrigade, de ministers en ten slotte - ik kon het haast niet geloven, kwam een gouden, koets langzaam aanrijden, waarin de Koningin met Prins Bernhard zat. Zij wenkten en groetten ons vriendellijk en wij zwaaiden krachtig onze driekleurvlaggetjes. Daaraan herkende de Koningin dat wij de nederlandse kinderen uit Duitsland waren, extra gekomen om haar te zien en te begroeten. Toen hield de Koningin een, toespraak tot haar volk. Daarna ging de prachtige stoet met de gouden koets naar het koninglijke paleis terug.
's Namiddags mochten wij ons weder op een der straten opstellen. Na enige tijd reed in een open koets Koningin Juliana, Prins Bernhard, Prinses Beatrix en Prinses Irene aan ons voorbij. Zij knikten vriendelijk hunne hoofden en wenkten ons toe. Ik vond, dat alle 4 Prinsessen zeer fijn en net zijn. Jammer, en nu moest het weer naar huis gaan.
Wij vertrokken in onze bussen richting Duisburg. Midden in Nederland reed plotseling de koninklijke familie met een auto voorbij. Zij hebben ons nogmaals toegewuifd.
Tijdens de terugreis die mij als een droom voorkwam, moest ik aan al het prachtige en mooie hetgeen ons was geboden terugdenken. Om 2 uur 's nachts waren wij terug in huis.
Ik zal deze Prinsjesdag in den Haag nooit vergeten. Ons is zoo veel moois geboden en ik ben blij, dat ik mocht meegaan.
Waltraut Stienissen