Het congres van de Nederlandse Bond in Duitsland
Op 13 en 14 October 1951 hield de Nederlandse Bond in Duitsland te Duisburg zijn dertigste congres, waarover reeds in het vorige nummer het een en ander is medegedeeld.
Het is echter nuttig op enkele vraagstukken betreffende de ± 60.000 Nederlanders in Duitsland nader in te gaan en U te vertellen van mijn persoonlijke indrukken.
Voor een goed begrip diene eerst te worden gezegd, dat de Nederlandse Bond een overkoepelende organisatie is van talrijke plaatselijke verenigingen van Nederlanders, die over heel West-Duitsland verspreid zijn.
De verenigingen lopen onderling in ledenaantal en in karakter nogal uiteen. Veelal behartigen zij echter de belangen der aangeslotenen en onderhouden zij de band tussen de Nederlanders onderling. De door haar aangewezen afgevaardigden naar het congres (dat is de jaarlijkse algemene ledenvergadering) benoemen de leden van het Bondsbestuur voor de duur van één jaar.
Er zijn helaas vele landgenoten in Duitsland, die het nut van een dergelijke organisatie niet inzien, blijkens het feit, dat zij geen lid zijn van een bij de Bond aangesloten vereniging. Toch wensen deze mensen wel te profiteren van de door de Bond bereikte resultaten. Een verschijnsel, dat meer voorkomt.
Het zal niet een ieder bekend zijn, dat vele Nederlanders uit onze grensprovinciën, en talrijke Friezen, in de vooroorlogse jaren werk in Duitsland vonden, hetgeen zij verre boven het stempelen verkozen. Sommigen hebben een zekere welstand bereikt, anderen kunnen nauwelijks de touwtjes aan elkaar knopen.
De band met Nederland houdt hen echter bijeen en men moet dan ook bewondering hebben voor de taaie volharding, waarmee deze mensen voor de waarden van het Nederlanderschap vechten en hun kinderen erin trachten op te voeden. Het is niet gemakkelijk dat vol te houden in een volkomen vreemde omgeving. Het was op het congres wel te merken, dat sommige Nederlanders hun moedertaal niet zo goed meer beheersten en zich liever in het Duits uitdrukten. Toch waardeer ik het, dat deze mensen desondanks Nederlander willen blijven en hun vereniging trouw zijn om zich van de band met het oude moederland, dat hun in hun jeugd zoveel gegeven heeft en waarvan ook nu weer zoveel wordt verwacht, niet los te maken.
Het congres gaf een heel duidelijk beeld van wat onder deze landgenoten leeft, maar het wekte bij mij tevens een diep ontzag voor hetgeen het Bondsbestuur belangeloos voor deze mensen doet en heeft gedaan. De vastbesloten maar tegelijk bezadigde wijze, waarop het de belangen behartigt kan niet genoeg naar waarde worden geschat. Daarmee wordt met de Duitse autoriteiten een goede verstandhouding bereikt, welke onmisbaar moet worden genoemd voor het welslagen van het Bondswerk. Deze goede verstandhouding moge wel blijken uit de eer welke de Duitse steden er in stellen, het congres binnen hun muren te hebben. De medewerking bijvoorbeeld van het Duisburgse gemeentebestuur was wel bijzonder opmerkelijk in dit verband.
In het bijzonder hadden de stoffelijke belangen de aandacht van de congresleden, wat te begrijpen was.