[November 1951]
* * Geestelijk weerbaar
Het is een niet te loochenen feit, dat Nederland alle krachten zal moeten inspannen om zijn plaats in de wereld en tussen de volkeren te behouden.
We vertellen helemaal geen nieuwe dingen, als wij deze waarheid, die zo zeer in het oog springt, door enkele feiten trachten te bewijzen.
Er was een tijd toen Nederland op wetenschappelijk terrein een belangrijke plaats innam. Onder de rij van de Nobel-prijswinnaars zijn ettelijke Nederlanders. En nog tellen wij geleerden van naam, die in het buitenland met ere worden genoemd.
Maar de wetenschap kan niet van de wind leven.
En zoals de toestand nu is wordt een groot gedeelte van ons maatschappelijk inkomen langs de weg van het betalen van belastingen gebruikt voor onze landsverdediging.
Het spreekt vanzelf, dat we ook die verdediging van land en volk van grote betekenis achten. Dit raakt ons volksbes aan, natuurlijk. Een geknecht volk is ook voor het beoefenen van de wetenschap ongeschikt. Vrijheid is daarvoor een eerste voorwaarde.
Maar aan de andere kant moeten, naast de militaire uitgaven, ook gelden beschikbaar zijn en blijven voor onze geestelijke weerbaarheid.
Iedere wanverhouding wreekt zich. Dat is zo in het persoonlijke, dat is ook zo in het maatschappelijke en nationale leven.
Het mag nimmer zo zijn, dat alleen de spieren worden geoefend, - ook het hoofd en het hart moeten hebben wat hun toekomt.
En het gevaar dreigt, dat dat vergeten wordt.
Wij menen dan ook goed te doen, door als A.N.V. daartegen te waarschuwen.
* * *
Een dezer dagen heeft, volgens een bericht in ‘Het Vaderland’, prof. Milatz er op gewezen, dat, als Nederland zijn rol in de wereld wil blijven spelen op wetenschappelijk gebied, het volledig zal moeten deelnemen aan het wetenschappelijk speurwerk, waarvoor ons land thans slechts 0,4 procent van het nationale inkomen afzondert.
Terecht vervolgt ‘Het Vaderland’ hierna:
- Over het algemeen wordt betoogd dat tengevolge van onze armoede bezuinigd moet worden op cultureel en onderwijsgebied. Maar deze redenering is kortzichtig. Hoe beter het onderwijs is, des te sneller kan de armoede immers overwonnen worden. Vooruitgang van onze wetenschap houdt in, dat de kwaliteit van ons volk en van de voortgebrachte producten toeneemt. -
Natuurlijk liggen de dingen niet zo eenvoudig als ze hier worden gesteld. Zelfs kunnen we niet ontkennen, dat er enige overdrijving in ligt, om van een niet juiste probleemstelling te zwijgen. Een klein rationalistisch trekje zit er mede in. Restant misschien van een wegebbende denkrichting uit de vorige eeuw.
Maar de algemene strekking is duidelijk en waar. ‘Het Vaderland’ deelt nog mede, dat prof. Dr P.J. Bouman heeft beweerd, dat in het relatief arme Rusland (zou dat waar zijn?) bijzonder veel geld aan het onderwijs en het wetenschappelijke onderzoek wordt uitgegeven.
Engeland geeft, ondanks zijn zware financiële lasten, per hoofd vijfmaal zoveel uit voor hoger onderwijs als Nederland.
* * *
Deze feiten spreken een duidelijke taal. Wij zijn op weg ook geestelijk te verarmen en te verpauperen, tenzij wij bijtijds leren inzien, dat een mens beter een boterham minder kan eten en een costuum of japon minder kan hebben, als hij maar lichamelijk - en geestelijk tegen de moeilijkheden van de huidige omstandigheden opgewassen is. Wij hebben in de laatste oorlog toch wel iets geleerd?
Ik twijfel er soms aan. Helaas.
Maar daarom meen ik goed te doen om ook de lezers van ons maandblad en alle leden van het A.N.V. aan te sporen om zich geestelijk te wapenen tegen de tijd, dat zij de krachten zullen moeten hebben om als natie en als volk te kunnen blijven bestaan.
Een geestelijk sterk volk is onoverwinlijk.
De geschiedenis bewijst dat.
Als een volk verdwijnt, dan ligt de oorzaak niet op het terrein van het stoffelijk bestaan, maar dieper, en wel daar, waar onze geestelijke krachten haar oorsprong nemen.