Zoo schreef ik eens, in 1936, in het tweewekelijksch tijdschrift ‘De Rechtsstrijd’ - en al is er sinds dien wel het een en ander verbeterd, niet het minst door de houding der zelfbewuste Zuidnederlanders, hier in ons land tiert het fetischisme der staatsgrenzen nog welig. -
Des te verheugender zijn de verschillende pogingen in onze Nedersaksische gewesten den laatsten tijd aangewend, om bijna-vergeten banden van stamverwantschap weder her-aan-te knoopen en over de vermaledijde stippellijntjes op de schoolatlas heen te leeren kijken. -
Voor ons, Algemeen Nederlandsch Verbonders reden te meer om oplettend te zijn ‘op hetgeen gij zult hooren’, zooals de geijkte maanspreuk des rechters luidt. -
Op Zaterdag 2 Juni 1951 heeft een groot gezelschap Bentheimer ‘Heimatfreunde’, als gasten van het Drentsch Genootschap, onder de bezielende leiding van het A.N.V.-lid drs H.J. Prakke, voorzitter van dat genootschap, een bezoek aan Drenthe gebracht. - Men bezocht Coevorden, Emmen, Anloo, Zuidlaren, Assen, Beilen, en overal werden de gasten officieel ontvangen en hartelijk toegesproken. In Zuidlaren werd het noenmaal genuttigd.
Het zou ons te ver voeren alle goede woorden die over en weer gesproken zijn hier in herinnering te roepen. Daarvoor leze men de plaatselijke bladen en ook de ‘Grafschafter Nachrichten’ van Maandag 4 Juni '51 en van Donderdag 7 Juni '51. - Eén uitzondering willen we maken voor de enthousiaste toespraak van Pater W. Kocks, Carmeliet uit Hoogeveen, die te Emmen een warm pleidooi hield voor een nauwe samenwerking, óók op cultureel gebied, tusschen beide landschappen: Drenthe en Benthem, - zooals dit in het verleden ook het geval was.
Inderdaad! Wees niet de Rijksarchivaris, drs E.J. Werkman er in het maandblad ‘Drenthe’ (Mei 1951) op, dat nog in 1820 te Zwolle een ‘Geschiedenis van het Graafschap Benthem’ gedrukt werd, van de hand van den Bentheimer predikant Ds W.F. Visch, geheel in het Nederlandsch en met alle Bentheimsche plaatsnamen in de Nederlandsche spelling? -
Ongeveer terzelfder tijd, op. Zondag 3 Juni '51, trokken 1400 jonge mannen en meisjes van de ‘Kring Twenthe Tochten’ (K.T.T.) met 75 autobussen de Graafschap Bentheim vreedzaam binnen. ‘Het K.T.T. heeft over de geheele linie gezegevierd’, schreef de ‘Grafschafter Nachrichten’ van deze invasie der Tukkers (Twenthen), door het blad, ten onrechte, ‘junge Holländer’ geheeten. Zij werden o.m. toegesproken door den wijbisschop Dr Von Rudloff uit Osenbrugge. -
Zooals ik reeds boven zei: het A.N.V., wil het zijn taak naar behooren blijven vervullen, behoort oplettend te zijn, en het liefst present, als er iets aan den gang is als de bovengeschetste gebeurtenissen, - die wij nu maar al te vaak uit de plaatselijke pers moeten vernemen. Ik zie in een en ander een herleving van de Dietsche beweging, waarvan omstreeks 1876 de Antwerpsche stadsbibliothecaris, Dr Constantjacob Hansen, de geestelijke vader was. - In dat jaar, 1876, werd ook te Utrecht, onder redactie van den archivaris A.J. Servaes van Rooyen, het weekblad ‘Euphonia’ opgericht, orgaan der letterlievende vereeniging ‘Nicolaas Beets’, waaraan uit het Noorden meewerkten: Johan Gram, Gerard Keller (schrijver o.a. van ‘Het Servetje’), Dr E. Laurillard, Dr G.D.J. Schotel, Dr J. van Vloten, ‘Melati van Java’, Taco H. de Beer, F. Smit Kleine, R. Koopmans van Boekeren; en uit het Zuiden: Dr C.J. Hansem Dr I.F.J. Heremans, Frans de Cort, Domien Sleeckx; en voorts de bekende Klaus Groth. -
In ‘Euphonia’ van 8 Juli 1876 schreef Hansen: ‘Ons staatsvaderland zij Nederland of België, ons volksvaderland zij het dubbele Nederland, ons taalvaderland zij het rijk bespraakte Dietsch-land.’ -
Nu het Rijk der Nederlanden, waar de zon nooit onderging, is verdwenen, nu begrijpen de Drenthen, de Twenthen en, naar ik verwacht ook mijn stoere Groningers, wat er, althans cultureel, nog voor enorme taken voor ons volk in Europa te verrichten vallen.
De vaak miskende en achter-gestelde Drenthen gaven hier het goede voorbeeld.
Bijna riep ik uit: ‘Drenthen, gedenkt den slag bij Ane!’ -
Maar dit zou tot misverstand leiden. Ik roep dus maar:
‘Hup Drenthe!’
Dat verstaat men beter. -
Dr H.P. SCHAAP