brug en een spoorlijn, die de verbinding vormen tussen Bentheim en Coevorden. Ieder, die geen vreemdeling is in onze geschiedenis, weet hoe nauw het Oosten van ons land en het Bentheimse met elkander verbonden zijn geweest.
Staatkundige grenzen zijn niet altijd ook afbakeningen tussen bevolkingsgroepen, die ter weerszijden van die grenzen wonen.
Integendeel, heel dikwijls bekommeren deze zich weinig om grenzen, die veelal door de politiek zijn getrokken. Cultureel en persoonlijk is er vaak een innig samenleven, dat over grenzen heen, zijn eigen vormen schept en vindt.
* * *
Van de brug en de spoorlijn afstappend greep De Vos van Steenwijk naar het beeld. En zo zei hij: ‘Onze taak is, zulke bruggen te bouwen van man tot man, opdat de eens zo verwante gewesten ook thans meer dan alleen olie in de grond gemeen zullen blijken te hebben’.
Inderdaad, dit is in geestelijke zin een taak der mensheid in het algemeen en van onze Nederlandse volksgemeenschap in het bijzonder.
Verdragen en pacten zijn, internationaal gezien, belangrijke overeenkomsten. Maar er zit toch altijd iets kunstmatigs, iets gewilds in. Bijna altijd zijn ze verwerkelijking van een streven naar een zeer nabij doel. Veelal gaan ze volkomen heen langs de volken, waarvoor ze heten te zijn bedoeld. Dat maakt ze zo onvruchtbaar soms. Dat doet ze ook weer zo gemakkelijk wegvallen. Dat bergt de mogelijkheid in zich om ze te verkrachten, als de doelmatigheid dat eist.
‘Bruggen bouwen’ is maar heel zelden het werk van de staatsman of de politicus.
Bruggen bouwen is zielewerk.
Dat is de arbeid van het eenvoudige volk, dat ongeacht de grenzen, en ondanks verdragen en overeenkomsten, elkaars gewoonten en zeden kent, dat elkaars taal spreekt, dat lief en leed met elkander deelt, dat in zorgen elkaar leert bijstaan en in elkaars vreugden opgaat, dat ook wel eens ruziet, soms zelfs wel eens heel erg ook, maar dat elkaar altijd toch weer vindt.
Bruggen bouwen, dat is de taak ook van ons A.N.V. en dat niet alleen aan onze Zuidelijke, maar ook aan onze Oostelijke grenzen. Wij denken aan Bentheim, aan het Kleefse, aan Oost-Friesland en aan zoveel plekjes, die ieder voor zich gelegenheid geven tot het ‘bouwen van bruggen’.
Bruggen, die veel hechter en steviger zijn, dan velen vermoeden.
Het werk der groten dezer aarde is niet altijd groot, helaas vaak klein en de stille arbeid der eenvoudige buurtbewoners is dikwijls niet klein, maar groot.
Een ziel die spreekt, heeft een ziel nodig die luistert.
En in dat kleine samenleven ligt juist het grote.