[September 1951]
Fred. Oudschans Dentz
1876-1951
Op 3 September 1951 zal onze vriend Oudschans Dentz de leeftijd van 75 jaar hebben bereikt.
Het spreekt vanzelf, dat het Algemeen Nederlands Verbond deze datum niet voorbij kan laten gaan, zonder aan de heer Dentz zijn hartelijke gelukwensen aan te bieden. Daarvoor heeft het meer dan een reden. In de eerste plaats wel deze, dat de jubilaris al meer dan een halve eeuw met vele banden aan het A.N.V. verbonden is. Hierbij denken wij in het bijzonder aan zijn arbeid, die hij reeds op jeugdige leeftijd heeft verricht bij de stichting van een afdeling van het A.N.V. te Johannesburg. Deze daad in 1897 was het gevolg van zijn streven de culturele banden, die. er bestaan tussen Zuid-Afrika en Nederland te verstevigen. En thans is hij op zijn hoge leeftijd nog altijd de vertegenwoordiger van het A.N.V., die met nooit verzwakte ijver en met inspanning van alle krachten de belangen van het ‘Verbond’ behartigt en daarbij vele jongeren ten voorbeeld kan worden gesteld.
In de tweede plaats zouden wij zijn gedenkdag niet gaarne vergeten, wijl hij van 1932 tot zijn vertrek naar Zuid-Afrika de altijd bezige leider geweest is van de Afdeling Boekverspreiding
van het A.N.V., die er voor gezorgd heeft, dat duizenden boeken in de Nederlandse taal naar vele oorden der wereld zijn gegaan. Hierdoor heeft hij een zo belangrijke taak verricht in het belang van de Nederlandse stam, dat ze niet genoeg kan worden gewaardeerd. De zilveren erepenning, die hem op 27 April 1945 van wege het Verbond werd uitgereikt, is daarvan de tastbare erkenning geweest.
Maar in de laatste plaats wil het Verbondsbestuur en dus het A.N.V. in zijn geheel, hem op deze dag gelukwensen, wijl Dentz, - en daarmee wordt niet aan anderer verdiensten te kort gedaan, één van de zeer zeldzame leden is, in wie de geest van het A.N.V. leeft. Wij menen dat eens uitdrukkelijk te moeten zeggen. Er zijn onder de leden zeer velen, wier betekenis voor het Verbond hierin bestaat, dat ze regelmatig hun bijdrage geven aan het A.N.V. en daarmee menen hun taak voor het Nederlands stamleven te hebben volbracht.
Bij Dentz niets daarvan. Zijn opstaan, en naar bed gaan is zich geven aan het A.N.V. Voor hem is zijn werken voor deze organisatie, die de liefde van zijn hart heeft, liefde tot de Nederlandse stam. Uit de diepten van zijn leven komen ook de krachten, die hij geeft in allerlei vorm aan het werk van het A.N.V.
Dat is de betekenis van Dentz. Althans voor ons.