Emigratie
Nederlanders in Australië
Het is altijd prettig uit verre landen brieven van onze leden te mogen ontvangen, waarin de toestanden in die bepaalde landen onbevooroordeeld worden beschreven. Dit is voor ons van groot belang. want die brieven zijn voor ons een leidraad, aan de hand waarvan wij kunnen nagaan, wat wij nu of in de toekomst voor onze landgenoten in den vreemde kunnen doen.
Dit geldt niet het minst voor landen als Australië, Nieuw Zeeland en Canada, waarheen zovele Nederlanders vertrekken en waar zij nog niet door landgenoten ontvangen kunnen worden, zoals dit b.v. in Zuid-Afrika het geval is. Zij komen in een geheel vreemd land en hun aankomst, de plaats, waar zij komen en de omgeving is dan vaak beslissend voor hun verder bestaan.
Uit Australië worden hier te lande wel de meest tegenstrijdige berichten ontvangen en daarom zullen wij hier nog eens nagaan, wat wij voor de emigranten, die daarheen vertrekken of vertrokken zijn, kunnen doen.
Het is een sociale plicht, dat aanst. emigranten geholpen en goed voorgelicht worden. Vóór hun vertrek dient van Nederlandse zijde alles te worden gedaan, opdat zij hun vaderland met erkentelijkheid en gevoelens van genegenheid verlaten.
De overgang naar de nieuwe gemeenschap moet zo gemakkelijk mogelijk gemaakt worden. Assimilatie is voor het geestelijk en materieel welzijn van de emigranten niet alleen nodig, maar ook onafwendbaar. Men kan dit niet keren en men mag dit ook niet keren. De algemene gang van zaken kan men zich als volgt voorstellen. De emigranten, die in Nederland volwassen geworden zijn, zullen - afgezien van enkele rancune-gevallen - tot de laatste snik hun geboortegrond blijven liefhebben en zij zullen, tenzij zij met een Australische trouwen, de Nederlandse taal als voertaal blijven gebruiken en contacten door middel van radio, pers of Nederlandse verenigingen op prijs stellen. Als er niets aan gedaan wordt zullen de kinderen, hoewel zij het wel zullen verstaan, weinig of geen Nederlands spreken en hun Nederlandse afkomst zal weinig voor hen betekenen. Het derde geslacht zal vervolgens helemaal geassimileerd zijn.
Wij zeiden: als er niets aan gedaan wordt. Maar er kan wel wat tegen gedaan worden. Niemand zal er bezwaar tegen hebben, te trachten het bewustzijn van de Nederlandse afstamming wakker te houden, kennis van de Nederlandse taal, geschiedenis en beschaving en omstandigheden aan te kweken en in het algemeen belangstelling voor Nederland te bewaren. Dit behoeft aan de Australische loyaliteit van de geassimileerden niet de minste afbreuk te doen. Nationale eenheid laat een zekere graad van verscheidenheid toe, wordt daar zelfs door verrijkt. Veel Australiërs van Britse afkomst zijn zich van hun Schotse, Ierse afstamming of hun oorsprong uit een bepaalde streek van Engeland bewust (wij weten, dat een dergelijke sterke band onder de meeste nationaliteiten in de Ver. Staten sterk tot uiting komt) en zij behouden daarvoor bijzondere belangstelling. Zo kan er naar gestreefd worden, dat over 25, 50 of 100 jaar, de Nederlandse afkomst voor de dan volledig geassimileerden een levende waarde