Neerlandia. Jaargang 55
(1951)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOns taalhoekjeHet gebruik van het werkwoord in Lutteloog en in......In ons Mei-nummer is melding gemaakt van de Letterkundige rubriek in de te Pretoria uitgegeven ‘Nederlandse Post’. Wij kunnen niet nalaten de lezers van Neerlandia mee te laten genieten van de kostelijke satire in genoemde rubriek onder het kopje ‘Een eiland’. Daaruit nemen we het volgende over: ‘... en er is pas weer een nieuw geschrift verschenen: over de lach in de Lutteloogse roman.Ga naar voetnoot*) Als er in een Lutteloogse roman n.l. iets gezegd moet worden, dan lacht men het, b.v. ‘Ik heb haar gezien’, lachte hij; ‘Waar?’ schokschouderde zij; ‘Dat gaat je niet aan,’ geheimzinnigde hij. Is het niet kostelijk? | |||||||
Economische gepensionneerden en kleine zelfstandigen?Sedert de regeringsverklaring, welke Dr Drees aflegde bij de intrede van zijn tweede kabinet, kan men geen krant opnemen of men leest over lonen en prijzen of wat daarmee min of meer in verband staat. Zo b.v. de wijze, waarop de heer Nederhorst de regering ter verantwoording riep. De ‘zakenman Snufkens’ heeft het hierover in een zijner ‘openhartige epistels’, opgenomen in de Haagsche Post van 14 April 1951, waar hij o.m. schrijft, dat Dr Drees in zijn antwoord melding maakte van ‘de gepensionneerden en kleine zelfstandigen, kortom, zij (van hen) die behoren tot de economische zwakke groepen, die geen vakcentrale tot tolk kunnen maken van hun (lees haar) gevoelens.’ Hier worden dus deze groepen zowel economisch, als zwak genoemd, hetgeen echter (ook blijkens het ontbreken van een komma tussen die woorden) vermoedelijk niet de bedoeling zal zijn. Ze zullen wel economisch zwak zijn. ‘Economisch’ is hier dan een bepaling bij ‘zwak’, dus geen bijv. naamwoord maar een bijwoord, dat onverbogen had moeten blijven. Een schrijf- of zetfout? Mogelijk. Maar dergelijke fouten komen we herhaaldelijk tegen en dan maken ze toch dikwijls meer de indruk van slordigheden op taalgebied. | |||||||
OmvoerenIn deze rubriek is indertijd veel aandacht besteed aan het goed en verkeerd gebruiken en het ten onrechte weglaten van het woordje om. Daartoe behoort ook om als voorvoegsel bij werkwoorden. We kennen: omroepen, omdraaien, omzien, ompraten, omlopen, e.z.v. Bijzondere vermelding verdient het veel gebruikte onvervalst germanisme ombouwen in plaats van het Nederlandse verbouwen. Een zeer geacht verbondslid placht te zeggen ‘moet dat huis of schip zo verbouwd worden tot het omvalt?’ Ombouwen zou kunnen betekenen omringen door een bouwsel, b.v. door een galerij of terras, doch het woord komt in mijn woordenboek niet voor. Maar wat betekent nu omvoeren? Volgens datzelfde woordenboek is de betekenis: ‘Leiden langs de omtrek van een ruimte of langs een bepaalde weg binnen een ruimte’, blijkens de daarop volgende voorbeelden ook in min of meer overdrachtelijke zin. In 't algemeen dus iemand, hetzij met zijn toestemming of tegen zijn wil, ergens brengen met afwijking van de rechte weg. En nu lees ik op blz. 1 van ‘Het Vaderland’ van 4 April 1951 het volgende: ,Daarmee ((dat is met het aanbieden zijner geloofsbrieven door vice-admiraal De Booy) is de Nederlandse missie bij de geallieerde Hoge Commissie te Bonn formeel omgevoerd tot ambassade der Nederlanden’. Wat moeten we daar nu van denken? De leden der missie zullen toch niet ontvoerd zijn? R. | |||||||
Ambonezen of AmbonnezenNu reeds enige gezinnen, behorende tot het Ambonse volk naar Nederland zijn overgebracht, komen we in krant en tijdschrift nu eens de eerste, dan weer de tweede spelling tegen voor de naam van dit volk. Ik zou ze liever ‘Ambonners’ noemen (zoals ik ook spreek van Japanners en niet van Japannezen), doch die naam is nu eenmaal niet de gebruikelijke. Van bovenstaande spellingwijzen zou ik de voorkeur geven aan de laatstgenoemde en ik vermoed, dat de Nederlandse huismoeders, die haar dochters uitzenden met bonnen om koffie te kopen, met de vermaning om zonder mallen goed op te letten, dat de koffiebonen behoorlijk worden gemalen, het wel met mij eens zullen zijn. Zo ook haar mannen en zonen, die al met verlangen uitzien naar de zomervacantie om weer eens lekker te kunnen gaan zonnen. R. | |||||||
Samengestelde woordenLaat ons toch de Duitsers niet navolgen met het aan elkander rijgen of plakken van woorden tot ellenlange samenstellingen. Ziehier een paar voorbeelden, hoe het o.i. niet moet:
| |||||||
'n Nieuw woordEen dezer dagen las ik in een tijdschrift het woord ‘napalmbommen’. Volgens de beschrijving, die er van gegeven werd, zijn het | |||||||
[pagina 12]
| |||||||
bommen met een gelei-achtige benzine. Deze bommen zijn voor het eerst gebruikt in de Koreaanse oorlog. Het is wel droevig, maar het valt niet te ontkennen, dat ook de oorlogstechniek nieuwe woorden toevoegt aan onze woordenschat. § | |||||||
O, die geslachtenIk weet wel, wij maken ons daar niet heel erg druk over. Toch wil het er maar niet in, bij de voornaamwoordelijke aan duiding ‘hij’ en ‘zij’ door elkaar te gooien. Wat vindt U van het volgende? Wij kunnen met de beste wil ter wereld niet inzien, dat het geleverde materiaal ons een overtuigende bijdrage vormt tot fundering van de erfelijkheidstheorie, in de vorm waarin waarin hij hier voorgestaan wordt. Dit lazen wij in een degelijk artikel van een degelijk man in een degelijk tijdschrift. Wij kunnen met de beste wil ter wereld dit niet goed vinder § 'n Goed vriend van het A.N.V. uit het Oosten des lands schrijft ons: ‘Nederlandse Staatscourant van Woensdag 4 April 1951, nr. 65, blz. 13: Tot zover onze briefschrijver. Ja, als onze Regering al zo gaat doen, welke vrijheid kunnen anderen zich dan al niet veroorloven. Als zij zich eens te binnen had geroepen, hoe De Genestet de plicht een vriend met ijzeren hand heeft genoemd, dan.... ja dan had zij misschien wat anders geschreven. Trouwens, dat gedichtje bevat meer wijze lessen. Maar daarover thans niet. | |||||||
De ‘Engelse ziekte’ houdt aanDegelijke kranten als het Algemeen Handelsblad moesten meer zorg laten besteden aan de artikelen, die in haar kolommen worden opgenomen. Wij tekenden uit een willekeurig nummer enige woorden aan, die zeker door andere en in de eerste plaats natuurlijk Nederlandse woorden hadden vervangen moeten worden. Hier is zo'n zin: Intussen heeft de heer H. in bovenvermeld onderhoud opnieuw op de moeilijkheden gewezen, welke Nederlanders en andere nieuwkomers in Australië hebben te overwinnen. En nog een: Met de aankomst van MacArthur zal de hysterie vermoedelijk een nieuw hoogtepunt bereiken, maar het is onaannemelijk, dat het volk deze emotionele uitbarsting niet te boven zou komen en zijn tr4ditionele gevoel voor airness, dat tijdelijk is verloren, niet zal hervinden. Vermoedelijk zal hier airiness bedoeld zijn; maar wij begrijpen niet goed, waarom het woord ‘luchtigheid’ niet te gebruiken zou zijn. Men lijdt tegenwoordig aan Engelse ziekte en in de taal helpt levertraan daartegen niet. | |||||||
SportverslagenDe sportverslagen wemelen soms van geheel onnodig gebruikte vreemde woorden. Als voorbeeld van dit euvel hoorden wij op 12 Maart in een radio-uitzending het woord retour-ontmoeting.
Het schijnt wel onmogelijk om de sportverslagen, die blijkbaar door zeer velen worden aangehoord en gelezen alsof hun levensgeluk daarvan afhangt, in goed Nederlands te geven. Er is geen beginnen aan, telkens weer daarop te wijzen. Toch hopen we, dat het A.N.P., dat het gezamenlijk radioprogramma verzorgt, nu eens trachten wil een gunstige uitzondering daarop te maken. De nieuwsberichten toch zijn voor iedereen bestemd. Er schijnen altijd nog velen te zijn, die er behagen in scheppen, te gaan zien, hoe boksers elkaar tegen de grond slaan, maar worden de daarbij toegebrachte verwondingen minder gevaarlijk, als het A.N.P. telkens spreekt van ‘blessures’, die de heren beletten verder te kampen? R. | |||||||
Gracht en kadeAls rechtgeaarde Amsterdammer ben ik geboren in een huis op de Prinsengracht en ook heb ik gewoond in een huis op de Keizersgracht. De Amsterdammer woont niet zoals elders, bij of aan een gracht maar erop, tenzij hij in een woonschip huist, dat in een gracht ligt. Maar nu lees ik in het gezellige ‘Dagboek van Karen Lindt’ (Haagsche Post van 14 April jl. bl. 11), dat er ‘recalcitrante korte golfjes’ sloegen ‘door 't water in de kade’ voor haar huis. Als tegenhanger van het huis op de gracht dus het water in de kade. Ik heb zo'n stil vermoeden dat Karen Lindt ook in Amsterdam woont of althans vandaar afkomstig is. R. | |||||||
IntegratieDit in de laatste tijd veel gebruikte woord (de integratie van Europa) is afgeleid van het Latijnse ‘integir’, d.i. volledig, onverminderd. Het Latijns ‘integratio’ betekent: hernieuwing. Maar wordt dit wel bedoeld? Volledigheid, ongeschondenheid is in het Latijn ‘integritas’. Het werkwoord ‘integrare’ betekent: herstellen. Als Nederlands woord voor ‘integratie’ stel ik voor: éénmaking. Merkwaardig mag het heten, dat het Franse woord ‘intégration’ alleen bestaat als mathematische term. Wel bestaan in het Frans: ‘intégral = geheel, één geheel uitmakend; ‘intégralement’ (bijwoord) = volkomen, volledig; en ‘intégralité = geheelheid, volkomenheid. Blijkbaar moet het zijn: ‘integraliteit (van Europa), als men dan toch een woord wil gebruiken, dat aan het Frans is ontleend, maar ‘éénmaking (van Europa) is toch verreweg het beste! J. de D. | |||||||
RepatriantenNaar onze mening kan dit woord niet anders betekenen dan ‘personen, die terugkomen naar hun vaderland’ (patria). Ter aanduiding van de zogenaamde Indische Nederlanders, zelfs van die onder hen, die hoewel van Nederlandse nationaliliteit, de Nederlandse grond voor het eerst betreden, kan het woord er nog mee door, omdat die (met uitzondering van echtgenoten van andere landaard, die door haar huwelijk Nederlandse zijn geworden) althans Nederlandse voorouders hebben gehad. Doch nu vinden we in het Vaderland van 7 Maart j.l. deze aanduiding toegepast op Ambonnezen, die op weg zijn of zullen gaan naar Nederland. Dit lijkt ons toch niet juist. Het artikel handelt over de huisvesting der Ambonnezen bij aankomst hier te lande. | |||||||
ServicedienstDit samengstelde woord ontdekten we als opschrift op een bestel-auto. We volstaan met de vermelding en laten de gevolgtrekking gaarne over aan de lezers. | |||||||
DaarstellenWeer zo'n ‘onvervalst Fremdwort’ en dat nog wel in een onderwijsblad. Het komt voor in ‘Ons Nijverheids-onderwijs’ van 17 Nov. 1950. Op blz. 594 staat de volgende zin: ,Ze (dat zijn de leerlingen der ambachtsscholen) moeten leren hun ambitie te richten op het gezamenlijk daarstellen van een technisch goed geheel, zonder daarbij in de eerste plaats zelf te willen uitblinken of zelf met de eer te gaan strijken’. |