Uit de Zuidafrikaanse bladen
Het gros der lezers van Neerlandia wordt verondersteld meer belang te stellen in nieuws uit en betreisende Zuid-Afrika, dat we kunnen opdiepen uit de ons toegezonden uitknipsels, dan in berichten over Nederland, Indonesië, enz., die hier al in alle kranten hebben gestaan en ons dan nog eens langs de omweg over Zuid-Afrika bereiken.
Dit is een van de redenen, waarom we in deze rubriek slechts zelden iets overnamen uit bladen als ‘Nederlandse Post’, een te Pretoria uitgegeven maandblad, tevens orgaan van het Nederlands Cultuurhistorisch Instituut aldaar.
Het nummer van 15 Febr. 1951 bevat weder zeer goede artikelen. Als meer in het bijzonder op ons gebied liggend, vermelden we ‘Twee-richtingsverkeer’, over de bevordering der banden tussen Zuid-Afrika en Nederland door uitwisseling van denkbeelden, zoals onlangs bij de wederzijdse bezoeken van geneeskundigen; voorts ‘Kosten en baten van de landverhuizing’, door T. van Waasdijk, een aardig verhaal van C.J. Nienaber over een misverstaan van de Nederl. uitdrukking ‘Uitsmijter’, de Vlaamse Kroniek van W. de Pauw (ditmaal over de schoolstrijd in België), de Letterkundige rubriek van de redacteur J.J. Klant en een artikel van Fred. Oudschans Dentz over ‘een Nederlandsche ontdekkingsreizigster in Afrika’ (over Alexine Tinne, 1835-1869). Zoals we dat van deze schrijver gewoon zijn bevat het artikel vele bijzonderheden over de persoon en de reizen van de ondernemende reizigster. Ten slotte noemen we nog een vervolg-artikel over de Zuiderzeewerken.
Men vrage het blad eens ter ter lezing bij de stamboekerij van ons Verbond.
Voor ditmaal wil ik nu de berichten over Afrikaans in het leger en geen Afrikaans in Rhodesië eens overslaan en eindigen met de vermelding in ‘The Argus’ van de vervaardiging door een Britse firma van poppen, die een paar woorden Afrikaans laten horen, gevolgd door het zingen van ‘Sarie Marais’.