de omgangsvormen, het intellectuele leven, het zakenleven en het hogere bestuursleven.
Men kan oneindig lang van gedachten wisselen over het anders zijn van de Vlaming tegenover de Hollander, evenals over de goede hoedanigheden en gebreken van beiden. Maar hoe men de zaak ook bekijkt, er is in de grond geen verschil. De verschillen, die er zijn, zijn pas later ontstaan.
In vele uiterlijke en tastbare cultuuruitingen heeft de Noord-Nederlander ongetwijfeld een voorsprong op de Vlaming. De taalvaardigheid, de omgangsvormen e.d. staan ongetwijfeld op hoger peil. Zeker, daar staat tegenover, dat ook de Vlaming vele punten naar voren kan brengen, waaruit de Noord-Nederlander nog iets van de Vlaming kan leren, maar dit zijn zaken, die de Noord-Nederlander aangaan. Hier komen wij voor ons zelf op. Wij moeten ons op het Nederlandse culturele leven instellen, niet om de Noord-Nederlander een pleizier te doen, maar uitsluitend om het grote Vlaamse belang, dat daarmede gemoeid is.
Onze persoonlijke en sociale cultuur dient verrijkt te worden in algemeen Nederlandse zin en daarom is voor de Vlaming het contact met Nederland een noodzakelijkheid om de Vlaamse gemeenschap zo spoedig mogelijk op een hoger cultureel peil te brengen.
Het samengaan van de volkscultuur in Noord en Zuid is daarom een gebiedende eis.
Toe te juichen zijn daarom contacten, welke door de enkeling, zowel als door de plaatselijke overheden worden gelegd, zoals reizen, cursussen, uitwisseling grensverkeer, contact tussen steden en tussen gelijkgerichte groepen, enz.
Het is een actueel belang voor de Vlaming persoonlijk, zomede een groot sociaal belang voor de bevolking in haar geheel bezien, dat de Vlamingen in een uiterst snel tempo ‘vernederlandsen’, waarbij de vereiste middelen dienen te worden ingeschakeld, hetzij met persoonlijke of staatshulp.
Het bevorderen van de Nederlandse waarde is een Belgische plicht, zoals dit mede een Vlaamse en algemeen Nederlandse plicht is.