** Prof. Dr. Z.W. Sneller †
Hoewel de laatste levensjaren van ons vroeger Hoofdbestuurslid, professor Sneller, deden vrezen, dat aan zijn leven wel eens een onverwacht einde zou kunnen komen, hadden wij niet kunnen denken, dat dit zo snel zou intreden.
Wij hebben Sneller gekend van af het ogenblik dat hij - onderwijzer te Utrecht - zich voorbereidde voor het staatsexamen, dat hem de toegang tot de Universiteit moest verlenen. Beiden waren we toen aan dezelfde inrichten verbonden. Het leven, grillig als altijd, voerde onze wegen uit elkaar en pas later, zo ongeveer veertig jaren later, kwamen we weer tezamen in het Algemeen Nederl. Verbond, waarin hij als hoofdbestuurder en meer nog als voorzitter van de afdeling ‘Rotterdam’ een vooraanstaande plaats innam.
Sneller was 'n man van studie.
Meer nog dan voor het practische leven.
Al wat hij sprak of schreef was weloverwogen en goed doordacht en werd op een duidelijke wijze aan zijn hoorders of lezers medegedeeld.
Vooral de economische geschiedenis had zijn aandacht en zijn liefde.
Dat bleek reeds uit zijn academisch proefschrift over ‘Walcheren in de vijftiende eeuw’.
In zijn hele loopbaan is hij aan deze richting in de geschiedenis getrouw gebleven. Ze is zelfs te zien in zijn werken van meer algemene aard. Wij denken daarbij o.a. aan zijn ‘Vijf en twintig jaren wereldgeschiedenis, 1914-1939’, dat deze belangrijke periode zo helder beschrijft, maar waarin de economicus toch steeds op de voorgrond treedt bij de verklaring van en het verband leggen tussen de feiten.
Sneller vertoonde in zijn arbeid duidelijk de sporen van het onderwijs zijner beide leermeesters.
Van Kernkamp ontving hij de liefde voor de stof; van Oppermann de strenge methode en de nauwkeurigheid.
Het probleem, waarmee Sneller blijkens zijn redevoeringen vooral worstelde en tot aan zijn dood heeft geworsteld, was de zin der geschiedenis.
Daarin was hij man van wijsgerige aanleg.
Daarin was hij Cavinist ook.
Of hij gevonden heeft, wat hij zocht, wie zal het zeggen?
Maar naar onze mening heeft hij wel een oplossing voorvoeld.
Zijn belangrijkste arbeid heeft hij in Rotterdam verricht.
Een schare van leerlingen - jonge historici - hebben zijn leiding aanvaard en zullen zijn werk voortzetten.
De kroon op zijn werk was de inrichting van de nieuwe economische faculteit aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
Slechts kort mocht hij hier werken.
Misschien heeft deze arbeid, waarvoor hij zo bij uitstek geschikt was, meer van zijn krachten gevergd dan goed was.
Sneller gaf zich nooit half.
Hij deed het ook hier niet.
Maar niemand overschrijdt straffeloos de grenzen van het stoffelijke kunnen, ook al schrijdt de geest over die grenzen heen naar een eigen, ver gelegen horizon.
Sneller heeft zijn arbeid volbracht.
Anderen zullen die voortzetten.
Wij danken hem voor zijn belangrijke werk voor de geschiedenis van ons land en van zijn betekenis in de wereld.
Wij danken hem voor wat hij deed als lid van het Hoofdbestuur van het A.N.V. en als voorzitter van de