Neerlandia. Jaargang 54
(1950)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOns taalhoekje | |||||||||||
Drie K'sZou ik door dit opschrift nog de speciale aandacht der lezeressen trekken? Ik kan het nauwelijks geloven. Wie zou thans nog durven beweren, dat de vrouw, althans de gehuwde vrouw, zich behoort te bepalen tot de 3 K's (waarmede werden bedoeld: Kinderen, Keuken en Kleding)? Die tijd is - gelukkig - voorbij. Menigeen beklaagt zich echter erover, dat vele vrouwen aan deze 3 K's of wel 1 of 2 ervan toch weer te weinig aandacht besteden. Doch dit is geen onderwerp voor deze rubriek. Een ander probleem kwam mij in de gedachten, en wel een betreffende 3 gans andere woorden ook met een K beginnende. Neen, dames, nu toch verder lezen, al is het slechts om te tonen, dat Uw belangstelling zich ook tot heel andere gebieden uitstrekt dan de bovengenoemde. De vraag kwam bij mij op, of er nog wezenlijk verschil bestaat, en zo ja, welk, tussen de in 't dagelijks leven zoveel door elkaar gebruikte woorden voor de begrippen Kennis, Kunde en Kunst. Ik durf in deze niet te beslissen en neem dus de mij toegestane ruimte in dit blad te baat om naar de mening te vragen van deskundige lezers, die dan andere lezers en mij kunnen voorlichten. is het wellicht zo, dat kennis van iets in het algemeen betekent meer of mindere bekendheid daarmede, dat kunde meer | |||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||
duidt op wetenschap in engere zin, dus op grotere kennis, en dat kunst (hier niet bedoeld in de zin van artisticiteit), moet worden beschouwd als toegepaste kunde of wetenschap, dus bekwaamheid of vaardigheid? Een arts zou dan dus, na te hebben bewezen zich voldoende op de hoogte te hebben gesteld van de geneeskunde (hetgeen dus veel meer betekent dan kennis te hebben genomen van dat gebied),toegelaten zijn tot de uitoefening der geneeskunst. Zo herinner ik me, dat een leraar voor het leervak, dat op de lesrooster was vermeld als wiskunde, tegenover ons, leerlingen, steeds sprak van wiskunst. Ik was toen waarschijnlijk nog te oppervlakkig om hem naar het verschil te vragen. R. | |||||||||||
Waarom geen gewone biefstuk?Enige tijd geleden las ik in een artikel over in 't wit geklede varkens (en nog veel meer), dat men in de vrieskelders van de Kon. Rotterdamsche Lloyd onder meer - indien de Lloyd dit zou toestaan - de beste cotelet en de malste biefstuk kan laten afsnijden. Ik kan me voorstellen, dat de schrijver in de verleiding zou kunnen komen om een lekkere malse biefstuk te willen doen afsnijden, maar een malle - en nog wel mal in de overtreffende trap -, dat lijkt mij toch nogal mal. R. | |||||||||||
Is dit goed Afrikaans?In de Weeklikse Nuusbrief van het Staatsinligtingskantoor te Pretoria vinden wij maar zelden iets, dat geschikt is voor overneming in ‘Neerlandia’. Ditmaal willen we er slechts enkele woorden uit overnemen, waaromtrent wij twijfelen of ze goed Afrikaans zijn. Als we ze letterlijk vertalen, zijn ze althans te lang om goed Nederlands te zijn. En een Brit zou ze o.i. ook zeker veel te lang vinden. Wij vonden ze in de inhoudsopgave, Ziehier:
Zou hier sprake zijn van Duitse invloed? | |||||||||||
Zet de paraplu op!In het jongensboek: ‘De kajuitsjongen van Frederik de Houtman’ door P.G. de Zeeuw J.G. zn lees ik op blz. 22: - Het regende bijna matrozen. Ieder wilde mee naar die rijke eilanden. - Ik heb wel eens in overdrachtelijke zin gemzen, dat het ‘ingezonden stukken’ regende enz., maar dat het al zo ver was, dat men het ook op personen toepast, was mij niet bekend. Gevaarlijk lijkt het me ook. En als parachutisten zie ik ze ook maar liever niet naar beneden komen. Dat hebben we genoeg gezien. § | |||||||||||
Ansicht'n Groep van leden van de ‘Afdeling Den Haag’ van het A.N.V. maakte een pleizierig tochtje naar Gouda en Oudewater. In ons vorig maandblad kunt U daarover lezen. Tegenover het aardige, oude raadhuis van Oudewater, dat zo geheel past bij het oude stadje, staat 'n huis. En boven op dat huis is een opschrift aangebracht met koeien van letters: ‘Ansichten’. Er komen veel vreemdelingen in Oudewater. Ze worden er gastvrij en hartelijk ontvangen. De voorzitter van V.V.V., tevens lid van het A.N.V., is een uitstekend en buitengewoon vriendelijk en deskundig gastheer en geleider. Ik kan mij voorstellen, dat hij, de trappen van het stadhuis afkomende, zich iedere keer weer moet ‘ergeren’ aan dat ‘Ansichten’. Dat woord zou ook moeten verdwijnen. Prentbriefkaarten is duidelijk .... en Nederlands. Ik schrijf dit, ofschoon het in dit nummer beoordeelde boekje van Prof. Dr J.v.d. Poel ‘Taal, historie en recht’ op bl. 11 vermeldt: ‘Aanzichtkaarten ging er in; de kunstmatig gewrochte prentbriefkaart is altijd een stiefkind gebleven’. Nu heb ik op dat ‘kunstmatig gewrochte’ ook wel wat aan te merken; maar dat daargelaten, van ‘aanzichtkaarten’ heb ik nooit geweten, dat die er in gegaan zouden zijn. Als ik de mensen hoor praten, dan krijg ik de indruk, dat ze iets mompelen, dat het midden houdt tussen ‘Ansicht’ en ‘aanzicht(kaart)’. Het lijkt mij toe, dat ze met hun eigen figuur een beetje verlegen zijn. En dat is ook wel zo. Bovendien zou het bewijzen, dat het taalgeweten nog niet helemaal zwijgt. In ieder geval als Oudewater zijn vreemdelingen afbeeldingen wil verkopen van de mooie plekjes uit het bekoorlijke stadje, dan doe het dat onder een Nederlandse naam. Het lelijke, stuitende, brutale ‘Ansichten’ verdwijne. Een kwastje verf kan hier heel veel doen. Dat is een van de oudste stadjes van ons land aan zich zelf verplicht. Vindt U niet? §. | |||||||||||
GetalenteerdIn het aardige en degelijke geschrift van Prof. Dr J.v.d. Poel: Taal, historie en recht, lees ik op bl. 13, het volgende: ‘Ik zou mijn studenten willen vragen dit goed te bedenken het gros der mensen is éénzijdig getalenteerd;.... Ik begrijp de zin. Weet ook wat 'n talent is. Bewonder mensen met talent(en). Maar ik heb nimmer gehoord van 'n werkwoord talenteren en zou deze nieuwe taalvorm, die m.i. onjuist is en zeker ongebruikelijk geen gelegenheid willen geven hier wortel te schieten. Beter is m.i. te schrijven, dat de meeste mensen éénzijdig begaafd zijn. Dan was de geleerde schrijver (spreker) zeker zo duidelijk geweest als nu. § | |||||||||||
Luxe, luxer, luxestIn de Nieuwe Courant van 28 Sept. 1950 (blz. 5) vestigt een extra lijstje de aandacht op een mededeling van de ‘parlementaire redacteur’ (tussen haakjes: moeten wij iemand, die de kunst verstaat een ‘goud horloge’ te vervaardigen een ‘gouden smid’ noemen, en iemand die ‘bontmantels’ verkoopt een ‘bonte handelaar’, misschien in tegenstelling met een ‘zwarte handelaar’?) over minister Van den Brink, die een paar damesschoenen op de regeringstafel plaatste, die 14½ gld. kostten, doch er op wees, ‘dat de vrouwen er niet aan willen, omdat zij een luxere schoen wensen’. We weten niet of dat woord luxere uit de mond van de minister of uit de pen van de redacteur afkomstig is, doch menen, dat van beiden verwacht mag worden, dat ze goed op hun taal letten. Luxe is evenmin een bijv. naamwoord als forensen een werkwoord. R. |
|