Moge hij met deze hamer de orde en tucht goed kunnen handhaven op de bestuursvergaderingen!!
Het zangkoor ‘Gona’, ontspanningsvereniging van de Postcheque- en Girodienst, hetwelk voor deze avond zijn welwillende medewerking verleende onder leiding van de dirigent P. Krijnen, zong toen het 1ste en 6de couplet van het ‘Wilhelmus’ dat door alle aanwezigen staande werd aangehoord.
Vervolgens droeg Jac. van Elsäcker voor ‘Gemengd bericht’ van Top Naeff. Op het podium in een gemakkelijke stoel gezeten, had hij direct de gehele zaal onder zijn gehoor en in ademloze stilte liet hij allen medeleven met het auto-ongeval, veroorzaakt door een jonge student. Treffend gaf hij weer welke gevolgen dit voor de jongen had en hoe deze dit weer te boven kwam. Het grote applaus aan het eind was ten volle verdiend en het was goed gezien dat Jac. van Elsäcker, alvorens met een andere voordracht te beginnen, zijn gehoor een kleine rustpauze gaf om vervolgens voor te dragen een gedeelte uit ‘Warenar’ en ‘Deuntje’, beide van P.C. Hooft, welke van een gans ander karakter waren en waarbij af en toe hartelijk gelachen werd.
Nadat het zangkoor ‘Gona’ een tweetal liederen uit Valerius' Gedenckklank ten gehore had gebracht, kwam de pauze, waarin 't Afd.-bestuur alle aanwezigen een kopje thee of koffie aanbood; tevens was er gelegenheid om het bestuur geluk te wensen met het jubileum. Velen haastten zich nu naar Mr Nijgh, die zoals reeds gezegd zijn voort.-hamer steeds stevig bleef vasthouden en dus duidelijk als voorzitter der afdeling te herkennen was.
Hij ondervond toen de lusten en ook de lasten van zijn hoge functie en kreeg het zo druk, dat zijn kopje koffie er bijna bij inschoot. Je bent nu eenmaal Voorzitter of niet!
Ondertussen liet het strijkorkest van de ‘Gona’ zich nu horen en daar wegens een tentoonstelling van schilderijen van de leden van Pulchri Studio er nog vele schilderijen aan de wanden der zalen hingen konden de aanwezigen van dit alles genieten en was de pauze voorbij, voordat men het besefte.
Jac. van Elsäcker droeg thans uit ‘Arabesken’ van Louis Couperus voor ‘Bébert le Boucher en Adré le Pêcheur’. Hij wist een ieder in gedachten mee te slepen naar de Riviera waar Couperus destijds vertoefde en men zag ‘le duc’ met zijn vriendjes aldaar op een bankje zetten en beleefde diens avonturen, die voortreffelijk werden voorgedragen. Het was een genot daarnaar te luisteren!
Nadat het zangkoor ‘Gona’ een tweetal zeer mooie liederen, onderscheidenlijk van Catharina van Rennes en D.H. Kools, ten gehore had gebracht met pianobegeleiding, sprak Mr Nijgh het slotwoord.
Hij dankte alle afgevaardigden en leden voor hun komst, het hoofdbestuur voor het fraaie geschenk, alle medewerkenden voor hun zeer goede prestaties en overhandigde hei zangkoor een welverdiende bloemenhulde, welke de kundige dirigent P. Krijnen onder groot applaus in ontvangst mocht nemen.
Het ledental, zo zeide hij, is nog te laag; laat een ieder in zijn naaste omgeving propaganda voeren voor het A.N.V. en het doel steunen, alleen of samen met anderen.
Met genoegen zullen de aanwezigen aan deze avond terugdenken en zeer zeper blijven voortgaan het A.N.V. en de Afd. hun steun te verlenen. We weten het allen, de tijden zijn zwaar en zorgelijk, het is moeilijk het enthousiasme op te wekken, vooral onder de jongeren, doch gedachtig aan de drie Dietse barken in ons vaandel en aan onze grote admiraal Cornelis Maartenszoon Tromp (1629-1691) zeggen wij hem vol vertrouwen na:
't Sal waerachtigh wel gaen’.
Van K.
Afdeling Rotterdam