Neerlandia. Jaargang 54
(1950)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdGesprek - Wereldomroep - 23 Aug. 1950Het is mij als algemeen voorzitter van het ‘Algemeen Nederlandsch Verbond’ een vreugde om bij wijze van interviewGa naar voetnoot*) door de Zuid-Afrikaanse Afdeling van Radio Nederland Wereldomroep iets te kunnen vertellen van het A.N.V. in het algemeen en zijn werk in Zuid-Afrika in het bijzonder. Er is misschien geen vereniging, die krachtens haar doel en de middelen om dat doel te bereiken, zozeer afhankelijk is van de ontwikkeling van de geest in de wereld als deze. Dat doel luidt: ‘Het A.N.V. beoogt verhoging van de geestelijke, zedelijke en stoffelijke kracht en versterking van het bewustzijn der onderlinge verwantschap van ons allen, die tot de Nederlandse stam behoren overal ter wereld, en van hun afstammelingen, voor zover die het stambewustzijn niet hebben verloren’. Hieruit volgt reeds overduidelijk, dat, naarmate men meent, dat deze geestelijke, zedelijke en stoffelijke krachten meer of minder versterking behoeven, de taak van het A.N.V. ook een andere zal zijn. Dat het een Algemeen Nederlandsch Verbond wil zijn, blijkt mede hieruit, dat ieder, ongeacht zijn godsdienstige of politieke richting, daarvan lid kan zijn en de achter ons liggende halve eeuw heeft duidelijk bewezen, dat men in het Verbond vrijwel iedere godsdienstige, politieke en sociale schakering in het maatschappelijke leven daarin vertegenwoordigd vindt. Ofschoon het A.N.V. zijn hoofdzetel heeft in Nederland, heeft het nimmer zijn arbeid beperkt tot de nu tien millioen inwoners van Nederland zelf. Integendeel, zijn oorsprong dankt het zelfs aan het vurig initiatief van een Vlaams leraar in Vlaanderen. Hippoliet Meert, die in 1893 in het blad ‘De Nederlander’ een uitvoerige studie schreef over de verspreiding van het Nederlands buiten het stamland en daarin gewezen heeft op het grote belang van samenwerking tussen Nederlanders, Afrikaners en Vlamingen ter behartiging van hun gemeenschappelijke taal- en stambelangen. Het eerste nummer van het maandblad Neerlandia, dat nog steeds de band tussen de leden van het A.N.V. onderhoudt, verscheen op aandrang van Meert ter gelegenheid van de herdenking van de herdenking van de Guldensporenslag op 11 Juni 1896. Vooraanstaande figuren als Prof. Dr J. te Winkel, Dr H.J.A.M. Schaepman, Dr J.W. Muller, Marcellus Emants F. Buitenrust Hettema, Pol de Mont en Julius Obrie, om van vele anderen en de thans nog levenden niet te spreken, hebben aan het A.N.V. als ijverige leden hun daadwerkelijke steun verleend. In de loop der jaren heeft het A.N.V. belangrijke arbeid over de gehele wereld verricht. Waar het de belangen van de Nederlandse stam bedreigd achtte, heeft het Verbond voor die belangen op de bres gestaan. Het deed dat op een niveau en op een wijze, waarbij het zich met de partij-politiek niet inliet. Tegen de verdrukking of achteruitzetting van volk en taal of een miskenning van geschiedenis, traditie en zede in Nederland, V1aanderen, Zuid-Afrika of waar dan ook, is het steeds opgekomen. Het A.N.V. telt dan ook zijn vele leden in alle oorden der wereld en tracht de Nederlandse geest bij die allen wakker te doen blijven.
De eerste Zuidafrikaanse afdeling werd op 14 Aug. 1897 gesticht en zowel President Kruger als President Steyn aanvaardden toen het erelidmaatschap. Thans heeft het Hoofdbestuur besloten dit aan te bieden aan Generaal-Veldmaarschalk Smuts, als herinnering aan diens 80ste verjaardag. Gedurende de strijd tussen | |
[pagina 4]
| |
Zuid-Afrika en Engeland werd de redactie van Neerlandia naar Nederland verplaatst en kwam deze onder leiding van Dr Kiewiet de Jonge. In Dordrecht was een persbureau gevormed om de eenzijdige berichtgeving over Zuid-Afrika in de Europese bladen tegen te gaan. De gehele Neerlandia-jaargang van 1900 bivat talrijke berichten over de toen in Zuid-Afrika gevoerde oorlog. Door de grote afstanden in Zuid-Afrika is het niet gemakkelijk tot een flink afdelingsleven te komen. De afdeling Kaapstad maakt hierop een uitzondering en vele vooraanstaande personen in Zuid-Afrika zijn van deze afdeling lid, of leven mede als ‘verspreide leden’. Onze ijverige, geestdriftige vertegenwoordiger, de heer Oudschans Dentz, behartigt dartoe op loffelijke en niet genoeg te waarderen wijze de belangen van het Verbond. Tot heden toe heeft steeds een Zuidafrikaner als raadgevend lid de vergadering van het hoofdbestuur kunnen bijwonen. Onder de Zuid-Afrikaners, die bijzondere verdiensten hebben gehad of nog hebben voor de arbeid van het A.N.V. noemen we, zonder aan anderer arbeid te kort te doen, Prof. Besselaar, mej. Dr Conradi, de heer Van Rooyen (Bloemfontein), mevrouw Bax-Botha e.a. De gezanten Van Broekhuizen en Bosman moeten in dit verband met grote dankbaarheid worden genoemd. Het A.N.V. heeft en de loop der jaren enkele legaten met een bijzondere bestemming ontvangen. Het legaat Rikkers van 2000 gulden diende, om gebruikt te worden voor de studie van buitenlanders (Zuid-Afrikaners) aan een onzer Nederl. universiteiten en het legaat Van der Linden, groot 10.000 gulden legde aan het A.N.V. de verplichting op, om de intresten van dit kapitaal te besteden ten bate van Zuidafrikaanse meisjes en bij ontstentenis daarvan ten bate van Zuidafrikaanse jongens, die in Nederland hun opvoeding voltooien, met de bedoeling deze dienstbaar te maken aan de belangen van het Nederlands sprekend Zuidafrikaanse volk. Deze legaten zijn voor dit doel gebruikt. Herhaaldelijk hebben Zuidafrikaanse studenten bijv. voor het gereedmaken van hun proefschrift een toelage van het A.N.V. ontvangen. In dit verband mag tevens vermeld worden de ontvangst van Zuidafrikaanse studenten, die in Engeland studeerden, en die in Nederland een korte tijd hebben doorgebracht. Deze ontvangst werd geregeld en gefinancierd door de Ned. Zuidafrikaanse vereniging in samenwerking met het A.N.V. Een van de belangrijke onderafdelingen van het A.N.V. is de Afdeling Boekverspreiding. Deze vond haar oorsprong in Zuid-Afrika. De afloop van de 2de vrijheidsoorlog der Boeren in Zuid-Afrika was aanleiding tot het ontstaan der Boekencommissie, zoals de Afdeling Boekverspreiding voorheen heette. Bij de overgang in het nieuwe staatsverband scheen er voor de Nederlandse taal in Zuid-Afrika weinig toekomst. Tijd voor culturele zaken was er niet bij de zware taak van de opbouw van het land. In een vergadering te Rotterdam van Groep Nederland van het A.N.V. is toen 18 October 1902 het voorstel gedaan ‘om een inzameling te houden van Hollandse boeken voor onze stamverwanten en op die wijze de liefde tot en de kennis van onze en hunne taal bij jong en oud aan te kweken en levendig te houden.’ Dat werd de Boekencommissie, later herdoopt in Afdeling Boekverspreiding van het A.N.V. In dit verband mogen wij niet onvermeld laten de steun, die het A.N.V. heeft verleend bij het weer inrichten van de door brand vernielde boekerij van de universiteit te Potchefstroom. Hiertoe werden 4 kisten met ruim 300 boeken gezonden, die als een bijdrage van het stamland dankbaar werden aanvaard. De vrijgevigheid onzer leden en de steun o.a. van het Prins-Bernhardfonds stelde de Afd. Boekverspreiding hiertoe in staat. Herhaaldelijk komen Zuid-Afrikaners, die in Nederland vertoeven, op het Verbondskantoor, waardoor de banden met de Zuidafrikaanse stambroeders worden verstevigd; terwijl de heer Oudschans Dentz het Hoofdbestuur regelmatig op de hoogte houdt van alles wat in Zuid-Afrika gebeurt. Zijn berichten worden door de heer ReYsenbach tot een geheel verwerkt en opgenomen in Neerlandia. Ten slotte vermelden wij nog de Jan van Riebeeckherdenking die in 1952 zal plaats hebben hier te lande en in Zuid-Afrika. In het aanbevelengscomité heeft ook de Algemeen Voorzitter van het A.N.V. plaats genomen. Een en ander mogen aan de luisteraars duidelijk maken, hoe in de verbondenheid tussen Nederland en Zuid-Afrika het A.N.V. niet alleen een belangrijke schakel vormt, maar ook, hoe opgewekt beider stamleven in één geestelijke bedding verloopt. Wij besluiten met de vurige wens, dat vele Zuid-Afrikaners bij wie dit stambewustzijn leeft, zich zullen aansluiten bij het A.N.V. en zo een niet te onderschatten bijdrage kunnen leveren aan de Nederlandse geest, die nog overal in de wereld levend is en recht heeft op erkenning. |
|