Brief uit Batavia
Vervolg (zie Julinummer blz. 10 en 11)
Soo ras men bij Ymand komt wie hij ook is, ister 1 jonge bij de hand die de rok komt uijttrecken men set dan 1 muts op en blijft in 't cammisool sitten selvs bij de Generl. Eens of 2 maal in de week gaat men sig baaden of wassen sommige in de rivier en andere ('t welk ik rangshalve ook moet doen) aan huijs in eene daar toe gemaakte wasbalij 't welk ongemeen verfrissend en gesond is: men laat sig alsdan door slaaven met inlandse kruijden besmeeren en wrijven 't welk alleraangenaamst is.
Ik ben dit alles so gewend dat ik niet beeter weet of 't hoord soo.
Wat aangaat 't waarneemen van mijn ampt is 't selve Vrij gemakkelijker en plaisieriger dan ik mij hadde durven verbeelden. Ik Leeve in eene seer goede harmonie met alle mijne confraters, insonderheijd de Hn De Meijer en Leelijveld die alhier seer geaccrediteerd en waarlijk behalve goede Caracters seer capabel sijn sig sterk oppliceeren en die mij alle mogelijke dienst en plaisier doen. Wij vergaderen ordr eens in de week des woensdags, dus isser overvloedig tijd om 'tgeen er alsdan sat behandeld worden vooraf te bestudeeren. 't geroep van de menigvuldige en sware doodvonnissen, die er soo als men in het Vaderland gelooft, bij den raad voorvallen is ook seer ongegrond. Wij hebben soo lang als ik hier ben geweest (dat nu al 3 maanden is) nog geen Executie bij den raad gehad, en 't sal denkelijk nog wel 2 maande aanlope eer sulxs voorvald. Buijten de Geregtsdagen hebben wij niet anders te doen dan 't waarneemen van enige commissies, als 't nasien van de prothocollen van notarissen, het monsteren van de scheepen die na 't Vaderland gaande dewelke alle seer gemakkelijk en teffens aangenaam sijn, soo dat mijn ampt mij in alles is toegevallen.
Liefste Vader en Tante ik heb nu al soo veel brieven geschreven dog nog geen ontvangen, de kermisschepen worden nu alle dagen uijt 't Vaderland verwagt onbegrijpelijk verlang ik na brieven en mopte ik dan 't geluk hebben van UWEdGest aller welzijn er uijt te verneemen. Met de scheeen van de le versending hoope ik wat van de Indische producten te zenden, dog geen mens doet sulxs met t naschip om 't gevaar van de reis. Ik hoop dat den Hemel de Hr Wunder sal bewaaren. Morgen ga ik selvs na de Rheede met 1 van mijn Confr. van mijn oud schip Ridderkerk als gecommittheerde sales te monsteren 't welk ik in den beginne van mijn reijs aan de Hr Wunder belooft hadde. Ik versoek Elkander, de Lieve Gr: en Zw: kinderen. Ooms en Tantes en verdere naastbestaande hartelijk voor mij te omhelsen (1 heijmelijke hoop blijft mij nog bij, dat ik nog eens 't geluk sal hebben, om sulxs in persoon te doen) en aan haar alle deese te communeeren. Verder mijn hertelijke complimt te maaken aan alle vrienden. Ik hebbe met 't naschip aan niemand geschreeven.
Lievste Vader en Tante ik weet niets meer te melden tgeene enigssins UWEdGests attentie kan vedienen. De Goede God bewaare en seegene UWEdGest alle. Met de opregste gevoelens van de schuldigste hoogagting en die van de tederste Lievde omhels ik UWEdGest: alle oneijndigmaalen mijn hert en kan nimmer ophouden te sijn
Hartelijk Gelievde Vader en Tante
UWEdGest: seer Getr: en Tederliefh:
Zoon en Neef.
(get.) J. WICHERTS.