Afdeling Brussel
Op Zondag 18 Juni richtte onze afdeling andermaal een reis per toerauto in over Diest, Hasselt en de Limburgse Kempen naar Maastricht en het Vlaamse Land van Overmaas. Voor deze tocht bleek een zo grote belangstelling te bestaan, dat een bus met 31 plaatsen moest worden afgehuurd.
Het vertrek had plaats te 7 uur 30 vóór de Alhambra-schouwburg, het gewone trefpunt; over Woluwe en Tervuren werd Leuven bereikt, en daarna Diest, waar een eerste maal halt werd gehouden. Hier werden de briefjes voor de aangekondigde prijsvraag ingezameld (het kwam er namelijk op aan juist het aantal kilometers te bepalen welke op de gehele lengte van de tocht, heen en terug, zouden worden afgelegd, of dit althans zo dicht mogelijk te benaderen).
Toen alle medereizenden terug in de auto waren gestapt, ging de reis verder over Hasselt en het centrum van het Limburgse kolenbekken, Genk, een op demografisch gebied zeer merkwaardige gemeente, met een nergens geëvenaarde procentuële bevolkingsaangroei. Na een kort oponthoud in dit voor enkele jaren nog onbeduidend Kempisch dorp, waar thans meer dan 38.000 mensen wonen, ging het in versneld tempo naar de Maasvallei toe, en na het vervullen der nu zeer eenvoudige douaneformaliteiten reden wij rond het middaguur Nederlands oudste vestingstad binnen.
Na het noenmaal - of het aanspreken van het meegebrachte lunchpakket - vonden de medereizenden elkaar terug achter de St Servaaskerk, alwaar de heer Th. Knols, een bevoegde en betrouwbare gids, ons ter beschikking gesteld door de V.V.V., het gezelschap onder zijn hoede nam voor een geleide wandeling door de merkwaardigste hoekjes van de zo prachtig aangelegde en aan cultuurhistorische monumenten zo rijke Limburgse hoofdstad. Achtereenvolgens werden de indrukwekkende O.L.V. Kerk, met haar massale toren, de stadsomwallingen, met de Helpoort, de bastions ‘Haet ende Nijdt’ en ‘De Vijf Koppen’ bezocht, en terloops vestigde onze rondgeleider, die bijzonder goed op de hoogte van zijn taak bleek te zijn, de aandacht der bezoekers op de sierlijke Renaissance en Zuid-Nederlandse barokgevels welke men nog op vele plaatsen, en meestal ongeschonden, aantreft. Jammer genoeg kon er wegens tijdsgebrek niet meer aan een bezoek van de St Servaaskerk gedacht worden, doch onze onvermoeibare gids zag toch nog de kans om ons, in de onmiddellijke nabijheid van dit vermaarde bouwwerk uit de Romaanse periode, op enkele architectonische bijzonderheden te wijzen.
Zo werd het laat in de namiddag toen wij na de grensoverschrijding ten Noorden van Teuven en Remersdaal het Land van Overmaas aandeden. Te 's-Gravenvoeren werden wij verwelkomd door een rustend pastoor, zelf lid van het Verbond, en een zijner jonge vrienden, onder wier geleide een eind terug werd gereden, tot Sint Pieters Voeren. Hier bezichtigden de medereizenden de ‘Commanderie’, een door grachten omringde burcht, destijds eigendom van de Ridders der Duitse Orde, te Aken gesticht in 1190, en waarvan de laatste commandeur vóór de Franse Revolutie in het oude dorpskerkje begraven ligt. Veel bekijks had eveneens een aanpalende kunstmatige forellenkwekerij met watertoevoer uit natuurlijke bronnen, waar duizenden grote en kleine vissen in op vereiste temperatuur gehouden vergaarbakken lagen te wriemelen.
De oude pastoor, onze leidsman in het mooie Land van Overmaas, die het ondanks zijn hoge leeftijd op prijs had gesteld ons in zijn geliefd Voerdal rond te leiden, worde hier nogmaals dank gezegd voor zijn grote bereidwilligheid.
De terugreis verliep verder naar wens: door het bevlagde en feestvierende Wezet (Visé) sloeg onze toerauto de weg naar Tongeren in. In de stad van Ambiorix was een half uur oponthoud voorzien. Van hier ging het in een eerder snelle vaart over St Truiden en Tienen naar Leuven. Op de Grote Markt kregen de deelnemers nog een laatste gelegenheid om even uit te stappen en het prachtig verlichte stadhuis in ogenschouw te nemen. Drie kwartuurs later was de in alle opzichten goed geslaagde autotocht voor goed ten einde, en hadden onze dertig medereizenden van elkander afscheid genomen, met het vaste voornemen een volgende maal opnieuw van de partij te zijn.
* * *
Volledigheidshalve voegen wij hier nog aan toe dat de gestelde prijsvraag wonderjuist beantwoord werd door de heer S. Aldewereld, uit Brussel (3), die precies het aantal afgelegde kilometers (273) wist te raden. Van harte proficiat!
M.v.G.