Vlaanderen herdenkt de Guldensporenzege
Dat de herinnering aan het roemrijke wapenfeit van 1302, nu meer dan zes eeuwen later, nog aanleiding kan zijn tot geestdriftige vierengen en massa-vergaderingen, bewijst hoezeer de Vlamingen zich bewust zijn gebleven van de beslissende invloed welke de heldenstrijd aan de Groeninghe-beek op het later verloop der geschiedenis heeft uitgeoefend.
In de grote steden van het Vlaamse land werden druk bijgewoonde feestelijke plechtigheden op touw gezet, doch ook in kleinere plaatsen en dorpen ging de historische 2 Julidag niet onopgemerkt voorbij.
Te Kortrijk had, naar jaarlijkse gewoonte, een indrukwekkende bloemenhulde plaats aan de voet van het machtige gedenkteken opgericht ter gedachtenis van de gesneuvelde Vlaamse gemeentenaren. Op de vooravond van 11 Juli trok een fakkelstoet door de straten der feestelijk verlichte stad. 's Anderdaags werd in de St Michielskerk een plechtige mis van dankzegging opgedragen, voor het aloude beeld van O.L.V. van Groeninghe.
Een tweede optocht, waarbij zich - buiten de schoolgaande jeugd - ook de leden van het stadsbestuur en talrijke plaatselijke verenigingen aansloten, doorkruiste andermaal de bevlagde stad, en wekte grote belangstelling bij de bevolking van dit bedrijvig Vlaamse nijverheidscentrum. Gelegenheidstoespraken werden geouden door de heren Coussens, waarn, burgemeester, en Simoens, voorzitter van de Kortrijkse afdeling van het Davidsfonds, die de aangeboren vrijheidszin der Vlamingen verheerlijkten, en het hedendaagse jonge geslacht opwekten tot meer begrip en belangstelling voor de in een ver verleden gebrachte offers ter wille van 's lands grootheid. Mr Renaat Veremans, de bekende toondichter van ‘Vlaanderen’, leidde de samenzang van strijd- en gelegenheidsliederen, waarna de plechtigheid met de uitvoering van de ‘Vlaamse Leeuw’ werd besloten.
Te Brugge, waar de Leeuwenvlag op de Halletoren, het stadhuis en het gouvernementsgebouw was gehesen heerste een niet minder opgewekte feeststemming. Bij valavond speelde de beiaard oude volksliederen, terwijl declamatie, zanguitvoeringen en het geschal van Thebaanse trompetten in het kader der geschiedkundige Grote Markt, onweerstaanbaar de grote gestalten uit het verleden voor de geest riepen, die met Jan Breydel en Pieter De Coninck de zege op het Franse invalsleger bevochten.
De havenstad Antwerpen beleefde met de wederopvoering van ‘De Leeuw van Vlaanderen’ , een voor openluchttoneel bewerkte versie van Conscience's meest beroemde werk, door Frans Meire, de jonge Vlaamse dichter die in de Meidagen van 1940 sneuvelde, andermaal enkele uren van oplaaiende Vlaamse geestdrift en strijdvaardigheid.
Deze luisterrijke voorstelling werd bijgewoond door talrijke waardigheidsbekleders, onder meer burgemeester Craeybeckx, die een inslaande feestrede hield, minister P.W. Segers, provinciegouverneur De Clerck, de heer Frans van Cauwelaert, voorzitter der Tweede Kamer, en talrijke leden van de beide wetgevende vergaderingen.
Het was een onvergetelijk schouwspel in het aangepaste kader der Grote Markt deze glansrijke momenten uit Vlaanderens geschiedenis te zien herleven, waarvan bij het machtige slottoneel, onder klokkengelui en beiaardspel, in het kleurenspel der talloze ontplooide vaandels, een moeilijk te beschrijven begeestering uitging.
Brussel beleefde ongetwijfeld sedert het einde van de oorlog, in een eendrachtige samenwerking van alle Vlaamse cultuurverenigingen, zijn beste Guldensporenviering. In de Kon. Vl. Schouwburg bleef geen enkele plaats onbezet toen de ‘Vlaamse Harmonie’ met de Rubensmars van Peter Benoit, de plechtigheid inzette.
Ook hier waren talrijke vooraanstaande personen aanwezig en heerste een opgewekte feeststemming. Buiten de dynamische Willem de Meyer die in enkele ogenblikken heel de zaal tot zingen bracht, dient het optreden vermeld van het Brussels Vlaams koor ‘Harbalorifa’, het ‘Sint Lutgardiskoor’ , de voordrachtkunstenaar Roeffaer, en een toneelgroep die een bewerking van enkele grepen uit ‘Tij1 Uilenspiegel’, het gekende meesterwerk van Ch. de Coster, voor het voetlicht bracht.
Eerw. Pater Dr Wildiers hield een aandachtig beluisterde feestrede, waarin hij vooral de nadruk legde op de noodzakelijkheid van een gezond volksnationalisme, wars van elke vreemde invloed, om de baan te effenen voor een verdere harmonische ontwikkeling der Vlaamse beweging, die langzaam maar zeker de ontreddering der na-oorlogse jaren te boven komt. Spreker drong ten slotte aan op een vrijwillige en bestendige samenwerking tussen katholieke en andersdenkende Vlamingen om het gemeenschappelijk ideaal te helpen verwezenlijken.
De ‘V1aamse Leeuw’, bij het slot van deze gedenkwaardige viering ingezet door de Vlaamse Harmonie, werd door alle aanwezigen rechtstaande meegezongen.
Het gaat niet aan van de ons toegemeten plaatsruimte misbruik te maken om over de herdenkingen te Gent, Aalst, Tongeren, Mechelen, Dendermonde en elders in het Vlaamse land verder uit te weiden.
Al wie de ontvoogdingsstrijd der stamgenoten uit Vlaanderen met belangstelling volgt zal het ongetwijfeld verheugen, dat de zege der vrijheidshelden van 1302 - die voor eeuwen over het lot der Zuidelijke, en wellicht ook der Noordelijke Nederlanden, zou beslissen - nog niet uit het volksgeheugen is gewist, want een volk dat zijn verleden indachtig blijft beschikt over de beste kansen om zijn recht op zelfbehoud en vrije ontwikkeling erkend te zien.
M.v.G.