Neerlandia. Jaargang 54
(1950)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |||||||||
Ons taalhoekje | |||||||||
Planologische dagEen krantenbericht vertelt ons, dat het verbond van wetenschappelijke onderzoekers op 12 Mei een planologische dag houdt te Wageningen. Daar hebben we weer zo'n nieuw woord, dat onze taal binnensluipt. Het krantenlezend publiek moet nu maar weer raden, dat het hier wel zal gaan over de wetenschappelijke beschouwing van plannen voor een economisch gebruik van de beschikbare grond. Of vergissen we ons daarin? Zo ja, des te meer reden om ons geen raadseltjes op te geven. Waarom moet nu het woord plan met zijn algemene betekenis weer gaan dienen voor een bepaald soort plannen en dan nog niet eens altijd voor dezelfde soort. Ook lijkt ons de koppeling aan het Griekse logos niet zeer logisch. En de aankondiging van ‘het houden van een planologische dag’ niet bijzonder wetenschappelijk. | |||||||||
Balspelen voor fietsenHet heerlijke lenteweer verlokte ons tot een bezoek aan het Westbroekpark met zijn prachtige waterpartijen, welks schoonheid nog wordt verhoogd door de fraaie bloemen en heesters die de Haagse plantsoenendienst er plantte. De namen der bloemen en planten staan erbij. Daaruit blijkt hoe cosmopolitisch wij zijn. (Ergens in een hoek lagen een paar kale stekjes met de opschriften Pax en Vrijheid). De Duitse bunkers zijn er netjes gecamoufleerd en doen dienst als opslagplaats en uitzichtheuvel. Maar dat is niet de reden, waarom wij in deze hoek van ons blad melding maken van ons uitstapje. Die reden ligt in een opschrift op een bordje bij de ingang, luidende: Verboden te balspelen voor fietsen Wij hebben er dan ook geen balspelende fietsen aangetroffen, noch vernamen wij ooit, dat rijwielen er gebalspeeld (of moeten we zeggen balgespeeld?) hadden. R. | |||||||||
GrootstadallureWijlen Uri Nooteboom schreef in het artikel, dat hij afstond aan het mooie boek: ‘Land er Volk van Brabant’, A'dam-Antwerpen 1950, blz. 44 deze zin: ‘Een stad zonder groot aanzien of grootstadallure, samengebouwd uit zovele wijken, en gehuchten, waar het hoge huis van den fabrikant staat tussen de lagere huizen van middenstanders, een industriecentrum waar vroeger de getouwen kletterden, met vele echo's tegen de muren der tuinen en de achtergevels der huizen, van zes uur in den morgen tot zeven uur in den avond.’ Waarom nu maar steeds weer dat lelijke germanisme: grootstad. Laten onze begaafde, jonge schrijvers toch voorgaan door goed en zuiver Nederlands te schrijven. §. | |||||||||
Oudheidkundige voorwerpen?De nieuwsberichten van het A.N.P. (Waarom moeten deze letters toch elke ochtend opnieuw nog afzonderlijk na de volledige naam van het Persbureau worden vermeld?) brachten ons de mededeling, dat Prinses Irene, die te Londen gedoopt is, de eerste steen zal leggen voor het herbouwen van de gedurende de oorlog verwoeste eeuwenoude Nederlandse kerk aldaar. Daarbij werd gezegd, dat onder de overblijfselen nog zou worden gezocht naar oudheidkundige voorwerpen. De goede opmerker speurt hier onmiddellijk de taalfout. Is ‘oude voorwerpen’ in dit verband niet duidelijk genoeg? Dan desnoods ‘historische voorwerpen’. Doch de kennis der oudheid is toch, naar wij menen, onder alle aardse schepselen alleen aan de mens voorbehouden en dan nog maar zeer ten dele. Waaraan is nu het verkeerde gebruik van dit deftiger klinkende woord ‘oudheidkundige’ te wijten? Aanstellerij? Wij geloven het niet, maar kunnen hier, dunkt ons, alleen van sleur spreken. Ook daartegen echter moeten wij waken. R. | |||||||||
Wel aanstellerij?Deze vraag kwam ons op de lippen, toen we in een verslag de volgende woorden tegenkwamen:
Ik kan mij soms niet onttrekken aan de indruk, dat men bewust zoekt naar een woord uit het ‘wetenschappelijk jargon’ om aan een betoog een meer wetenschappelijk tintje te geven. R. | |||||||||
gesprek, redenatie, pratenMet de herinnering aan wat over de eerste twee van deze uitdrukkingen in Neerlandia is opgemerkt, werd mijn aandacht getrokken door het gebruik in het hiervóór genoemd verslag (zie onder d hierboven) van het woord praten. Daar hier sprake is van een gedachtenwisseling tussen vertegenwoordigers van een groot aantal zeer uiteenlopende groepen over niets minder dan de Nederlandse cultuur, zou ik in dit geval op mijn beurt wel eens wat deftiger willen zijn en het woord spreken willen gebruiken. Of is hier sprake van een ‘devaluatie’ der begrippen: 1. gedachtenwisseling, 2. discussie of gesprek, 3. redeneren of praten tot onderscheidenlijk 1. gesprek, 2. praten, 3. kletsen? Het laatste woord gebruikt de jeugd als ze studentikoos wil zijn immers gaarne, waar wij ‘spreken’ of ‘praten’ zouden zeggen. R. |
|