geschiede waarop ik mij nog die selve morgen na daags te voorgin van alle mijne goede vrienden afscheijd genoomen te hebben na boord begaf men dagt nog die selve morgen onder zeyl te gaan en was al beesig met de anckers te ligten toen de wind begon te verflauwen en niet sterck genoeg doorquam. Ik bleef echter dien dag aan boord en kreeg smiddags eene visiete van enige vrienden die tot den donckeren bij mij bleeven. Den 24e smorgens de wind weder veranderende liet ik mij weeder aan de wal brengen gaf weeder opnieuw eene visiete aan mijne vriende en quam savonds weder aan boord. Den 25 smorgens om 5 uren weerd ik wakker van 't salueren met 't Canon ten teeken dat wij bereijds onder zeijl waaren, de Scheepen de Jonge Hellingman en de Silvere Leeuw volgde hier op Immediaat daar na.
Ik heb in mijne vorige brieven aan mijnen waarden Vader bereijds enige omstandigheden van mijn verblijf verblijf op Cabo de Goede Hoop gemeld, dog, alvorens tot mijne reijs over te gaan, sal ik hier nog bij voegen dat deselve alleraangenaamst is geweest en van alle fatsoenlijke menschen mij ongemeen veel vriendelijkheede bewesen sijn Ik nam mijn Intrek bij Juffrouw de Wedw De Neijs welkers broeder de Heer Hacksteen thans Raad van Neederlands Indiën is op Batavia wonende en alwaar ik Extraordinair wel gelogeerd was.
Op de Caab sijn geen herbergen of Logementen dog de vorige Gouverneur Tulbach heeft onder de fatsoenelijke Luiden ingevoerd een gebruyk 't welk voor de vreemdelingen en passagiers 't gebrek van Logementen rijkelijk vervuld, 't welk is dat meest alle fatsoenlijke menschen sonder dat het haar in 't minste tot declin is Passagiers en vreemdelingen midts bekend sijnde voor fatsoenlijke luijden logeeren voor een Rijxdaaler daags Men laat voor af vragen of men kan logeeren men spreekt van geen betaalen of Iets, en als men gaat is 't een stilswijgende conditie dat men voor IJder dag dat men er gelogeerd is geweest 1 rijxdaalder betaald, onder die rijxdaalder word alles begreepen, 't geen men er gebruijkt tot de wijn incluijs. Selvs versoekt men gasten smiddags of savonds ten Eten sonder dat daar op gereflecteerd word, soodat de geene bij wien men logeerd, daar geen winst op kunnen hebben, ten minsten niet daar ik gelogeerd was, dog sij doen sulxs om dat het een ongemeen gebruijk is op de Caab.
Ik was aldaar ongemeen wel had eene Exellente kamer behalven mijn knegt een swarte jongen om mij op te passen en overal met mij te gaan. Mijne hospita had een koets met 6 paarden daar ik seer dikwijls meede uijtreed, dog omtrent 't houde van paarde op Cabo de Goede Hoop moet ik melden dat 't selve op een andere voet is als in t Vaderland, die paarden sijn aldaar goedkoper en ook gemakkelijker te onderhouden, daar word ook op de Caap niet na gesien of men met 2 of 6 paarden rijd, meest alle de fatsoenlijke luij die paarden hebben rijden met 6 paarden. De paarden sijn ook veel kleijnder en teerder als in 't Vaderland, konne niet veel trekken dog loopen extra goed, tot 't trekken van haar wagens worden ossen gebruykt, men siet bij meenigte op Cabo de Goede Hoop wagens daar 12 en 14 swaare Ossen voor gespannen sijn die na de stem en sweep wel luysteren en daar de Swarte en insonderheijd de Hottentotten seer wel meede weeten te rijden.
wordt voortgezet).