Utrecht e.o.
Ook dit jaar heeft de afdeling op 24 April 1950 in een bijeenkomst de geboortedag van Prins Willem I van Oranje herdacht. Als spreker zou optreden Prof. Mr L.W.G. Scholten, doch op het laatste ogenblik kon hij door ongesteldheid niet spreken. Het bestuur prees zich gelukkig in zijn midden een geschiedkundige, en wel de heer K. Braak, te hebben, die bereid was, ondanks de zeer korte tijd van voorbereiding, een lezing te houden. Na erop te hebben gewezen, dat de Prins voor alle tijden, dus ook voor deze tijd, een navolgenswaardig voorbeeld, voor het Nederlandse volk was, is en zal blijven, schetste spreker aan de hand van het Wilhelmus de Vader des Vaderlands in zijn leven en werken. Hierbij gaf hij als zijn gevoelen te kennen, dat de Prins zelf wat de inhoud betreft de maker kon zijn geweest, daar het lied zo sterk de weerslag is van zijn streven, zijn lijden en strijden, van zijn gehele wezen, en dat hij de vorm - evenals bijv. met betrekking tot zijn apologie - door een ander zou hebben laten vervaardigen.
De boeiende lezing werd door de aanwezigen met grote aandacht gevolgd; met een krachtig handgeklap betuigden zij hun tevredenheid.
De aanwezigen hebben voorts met genoegen geluisterd naar de heer G.J. van Voorthuizen, die, begeleid op de piano door de heer Ph. van Voorthuizen, achtereenvolgens heeft gezongen: Wilt heden nu treden, Gelijk den grootsten Rapsack, De Vogel werd gelockt, gefluit en Gelukkig Vaderland.