De afsluiting van de Zuiderzee en de vorming van het IJsselmeer
De afsluitdijk, waaraan ± 11 jaar is gewerkt, heeft een lengte van ongeveer 30 km, gerekend van Wieringen tot de Friese kust, waarbij nog een lengte van 2½ km moet worden opgeteld voor de afstand van de Noordhollandse kust naar Wieringen. De dijk heeft een breedte van ½ 90 m op de waterlijn. Een 6 m brede weg met rijwielpad is aangelegd. Ook is een strook vrij gehouden voor de aanleg van een spoorweg.
De waterverbinding van het IJsselmeer met de Waddenzee wordt gevormd door een tweetal complexen van gezamenlijk 25 in de dijk gebouwde uitwateringssluizen, n.l. bij Wieringen 3 stel van elk 5 sluizen en bij Kornwerderzand 2 stel van elk 5 sluizen. De 25 sluizen zijn elk 12 m breed, zodat uit het IJsselmeer over een totale breedte van 300 m naar de Waddenzee tijdens laag water kan worden gespuid.
Aansluitend aan deze uitwateringssluizen zijn schutsluizen gebouwd voor het scheepvaartverkeer.
Op de plaats, waar het laatste gat in de dijk op 28 Mei 1932 werd gedicht, is een monument opgericht, dat de kernachtige spreuk draagt: ‘Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst’.
De Wieringermeer.
De indijking van de eerste polder werd in 1926 begonnen. Hij viel op 21 Augustus 1930 droog. De bezettende macht gaf in 1945 deze welvarende polder aan de golven prijs. Maar de wederopbouw werd met kracht ter hand genomen.
De noordoostpolderdijk.
De meerdijk werd ontworpen van de Friese kust af even ten O. van de haven van Lemmer, via het eiland Urk en langs de Ramspol aan de Overijsselse kust, om bij Kadoelen aan te sluiten aan het oude land. 29 April 1936 werd begonnen, 13 December 1940 was de dijk gedicht. Totale lengte 54.5 km. Er werden 21 millioen m3 grond en verder andere materialen verwerkt.
Gemalen: voor het droogmalen en drooghouden van de polder zijn 3 gemalen gebouwd (bij Lemmer, bij Urk en bij De Voorst).
In totaal is tussen 17 December 1940 en 13 April 1942 geloosd, resp. uitgeslagen: 1.446 millioen m3.
De polder is van een goede afwatering voorzien. Schepen van gemiddeld 250 ton kunnen elkaar in de hoofdkanalen ruimschoots voorbijgaan.
De meeste bruggen, zowel de beweegbare over de hoofdkanalen, als de vaste over de zijkanalen zijn voltooid of in aanbouw.
Er zin bijna 500 km wegen aangelegd.
Na de begreppeling in de eerste cultuurjaren komt de buizendrainage. In de N.O.P. liggen nu ongeveer 46 millioen draineerbuizen (lengte ± 14.000 km). Er zijn 120 millioen stuks nodig.
De bodem van de polder ligt gemiddeld enkele meters beneden het IJsselmeerpeil. Op enkele plaatsen vindt het water zijn uitweg omhoog (kwelplekken). Intensieve ontwatering is noodzakelijk.