De Van Riebeeckherdenking op 6 April 1950
Zoals ik reeds eens in Neerlandia schreef had voor de eerste maal de kranslegging bij het standbeeld van de ‘stichter van Hollands Zuid-Afrika’ op aanstichting van de Kaapse afdeling van het A.N.V. op 6 Januari 1921 plaats en indien ook in oorlogsjaren deze hulde gebracht was, zou de kranslegging dit jaar voor de dertigste maal hebben plaats gehad.
Evenals vorige jaren had het gemeentebestuur de plechtigheid geregeld, welke op een fraaie zonnige dag, Donderdag 6 April plaats had.
Ditmaal werden het gebed en de gelofte volgens het Dagverhaal van 6 April 1654 gelezen door de Consul-Generaal der Nederlanden, Dr H.J. Levelt (die tevens ere-voorzitter van de afdeling Kaapstad A.N.V. is) en daarna werd de kranslegging verricht door minister P.O. Sauer namens de Unieregering, door Z. Exc. Jan van den Berg namens de Nederlandse regering, door G.A. van Oordt namens de Provinciale Administratie, door de burgemeester, het Raadslid C.O. Boot, door G. Siemeling namens het A.N.V., door Dr P.C. Coetzee namens het Skakelkomitee, door J. Kalis namens de Hollandse Kring, door A.C. Long namens The Sons of England. daarop volgden de gemeentebesturen van Wellington, Bellville, Durbanville, Riebeeck-West, en de Vrouwenlandbouwvereniging. Namens 12 scholen legden voor iedere school twee leerlingen een krans en ten slotte zongen alle aanwezigen het Wilhelmus.
Het was een plechtige, waardige herdenking voor de Nederlander, die 298 jaren te voren aan de Kaap landde.
Des avonds was er in de Hofmeyrzaal een viering onder bescherming van het Kaapse Skakelkomitee, waarbij de Nederlandse gezant Jan van den Berg na een korte, pakkende toespraak, het gebed las en de heer Siemelink, voorzitter van het A.N.V., de gelofte. Voordracht en koorgezang, van het koor van de Hollandse Kring, gingen vooraf aan een toespraak van de minister van Lande, Adv. J.G. Stydom, die met grote belangstelling - vooral door de aanwezige Nederlanders en oud-Nederlanders - werd aangehoord. Met waardering sprak de minister over Nederland en de Nederlanders, van wie hij er gaarne veel meer in de Unie wilde hebben. Het Wilhelmus en Die Stam besloten de samenkomst.
O.D.