Nederlands Volkskundig Genootschap
Het volgende nemen we over uit nummer 3 van de derde jaargang van ‘Vorming buiten schoolverband’. Documentatieblad, uitgegeven door het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
In Februari j.l. werd door een aantal folkloristen te Amsterdam het Nederlands Volkskundig Genootschap opgericht, onder auspiciën van de Volkskunde-commissie van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. Het is thans gevestigd in het Trippenhuis, Kloveniersburgwal 29, Amsterdam. Tel. 48487.
Dit genootschap, dat bedoeld is als sectie van de ‘Commission internationale des arts et traditions populaires’ die op initiatief van de U.N.E.S.C.O. in het leven werd geroepen en te Parijs zetelt, zal zich bezighouden met alle vraagstukken op het gebied van de Nederlandse volkskunde. Het bestuur bestaat uit de heren K. ter Laan, voorzitter; S.J. Bouma; Mr J. Kunst; Dr W. Roukens, Dr P.J. Meertens, secretaris; B. Wander, adjunct-secretaris.
Een aantal werkgroepen heeft tot taak onderwerpen te bestuderen, die dit om de een of andere reden vereisen. Allereerst komen die onderwerpen in aanmerking, waarvan bestudering urgent is en waaraan tot nu toe niet voldoende aandacht werd besteed, b.v. de folklore van bepaalde beroepen, waarvan men mag aannemen, dat zij binnen niet al te lange tijd zullen verdwijnen of grondig zullen veranderen.
Onder leiding van de heer S.J. Bouma, directeur van het Zuiderzee-museum te Enkhuizen, werd dan ook een werkgroep opgericht, die de schippers- en vissersfolklore ter hand zal nemen. Door het sterk verminderen van het aantal zeilschepen en het achteruitgaan van de Zuiderzee-visserij dreigen hier veel folkloristische bijzonderheden te verdwijnen en gedeeltelijk door andere vervangen te worden.
Een werkgroep onder voorzitterschap van architect J. Jans zal zich bezighouden met de studie van het boerenhuis. Resultaten van deze studie kunnen van belang zijn bij de bouw van nieuwe boerderijen in een oud landschap.
De werkgroep, waarvan de heer K. ter Laan voorzitter is, heeft het bestuderen van de volkstaal- en letterkunde tot taak gekregen. Deze groep verzamelt spreekwoorden en zegswijzen, sagen legenden en volksverhalen. Ook wil men mettertijd overgaan tot het phonografisch optekenen van volksliederen en -dansen en het verfilmen en fotografisch vastleggen van bepaalde folkloristische gebeurtenissen en voorwerpen. Op deze wijze zal men trachten een nauwkeurige documentatie te krijgen van al wat er in Nederland nog aan folklore aanwezig is. Reeds is begonnen met de aanleg van een bibliotheek en een knipselarchief, die door de leden geraadpleegd kunnen worden.
Het genootschap bereidt verder de uitgave van een orgaan voor, dat de leden kosteloos zal worden toegezonden en dat folkloristische bijdragen zal bevatten. Teneinde op een zo efficiënt mogelijke wijze aan zijn doel te kunnen beantwoorden, roept het genootschap de medewerking in van alle heemkundige verenigingen in Nederland, van alle folkloristen en van allen, die belangstelling hebben voor de Nederlandse volkskunde, die een belangrijke hulpwetenschap vormt voor de cultuurhistorie van ons volk en nog een ruim gebied te bearbeiden heeft.