Indonesië en Suriname
Simavi's Jubileumjaar
Vijf en twintig jaren geleden werd door enige oud-Indische artsen de Vereniging Simavi opgericht. Deze mannen kenden de vreselijke medische nood, waarin de Inheemsen verkeerden, van zeer nabij. En zij waren gegrepen door de wil en wens om de handen tot helpen uit te strekken. Ons Volk moest voor deze zaak geïnteresseerd worden. Geheel ons Volk, met voorbijzien van kerkelijke en politieke gezindheid.
Genoemde Oud-Indische artsen kwamen uit de kring van de Protestantse Zending. In tegenstelling met anderen, zag de Protestantse Zending van meet af als onderdeel van haar taak, het brengen van medische hulp aan de Volken in Oost en West door vakkundigen, dus door artsen. Evenals de Missie zulks deed voor haar Missionarissen, zo bracht ook de Zending haar Predikanten en Zendelingen enige medische kennis bij, maar bovendien richtte zij ziekenhuizen op voor de bevolking en zond zendingsartsen uit voor dit medische werk. Deze zendingartsen en -ziekenhuizen hebben een machtig en mooi stuk werk verricht, als aanvulling van de officiële overheidsinstantie, de D.V.G. Ook tal van grote ondernemingen namen het medische werk ter hand en in later jaren kwamen er ook organisaties van de Inheemsen zelf, die zich op dit terrein verdienstelijk maakten.
Van haar oprichting af plaatste Simavi zich op het standpunt, dat zij haar steunverlening niet mocht beperken tot de met name in haar statuten genoemde medische dienst der Protestantse Zending maar haar hulp diende uit te strekken tot allen die bij haar aanklopten. En zo handelde zij! Waar nood was, daar werd geholpen, zonder enige bijbedoeling en zonder te vragen naar ras, huidskleur, politieke overtuiging of godsdienstige gezindheid.
Hoewel dus uit Protestants initiatief ontstaan en geleid door prominente figuren uit deze kring, nam Simavi ten opzichte van ras, geloof en politieke richting een neutrale houding aan. Zij hielp waar geleden werd. De enige grens die zij zich stellen moest, was die van haar financiëel vermogen.
Dit standpunt werd door ons Volk gewaardeerd en zo groeide in deze vijf en twintig jaar Simavi uit tot een nationale organisatie die namens Nederland aan de inwoners van Indonesië en Suriname kon laten zien, dat ons volk tot betoning van naastenliefde en barmhartigheid in staat was.
Het budget van onze Vereniging ging jaar in jaar uit in stijgende lijn. Op de Overheid deden wij nimmer een beroep. Wij vroegen niet om subsidie, maar stelden er een eer in, dat particulier Nederland de schouders onder dit werk zette. Simavi wilde de pretentie kunnen voeren, te handelen namens de Nederlandse burgerij!
In 1949 - het topjaar - konden wij voor meer dan een half millioen gulden voor hulp beschikbaar stellen.
Dit jaar, 1950, is ons jubileumjaar!
Helaas zijn wij weinig feestelijk gestemd. Want de onzegbare medisch nood in de Tropenlanden, waarmede wij dagelijks geconfronteerd worden, beneemt wel alle lust om de vlag uit te steken. Daar komt bij, dat de veranderde politieke situatie velen van ons Volk doet zeggen: ‘Ze menen het alleen te kunnen, wel laten ze hun gang gaan. Maar ik steek geen vinger meer voor hen uit.’ Deze geesteshouding is fataal!
Zonder enige bijoogmerken deed Simavi vijf en twintig jaar haar werk van Christelijke barmhartigheid. Wij hielpen waar nood was, en omdat er nood was. Dat was de enige drijfveer van ons handelen.
Moet daar nu een streep onder gezet worden? Moeten wij ook dit terrein aan Amerika of Rusland of Australië overlaten? Dan zouden wij de eer verspelen, ons een beschaafde en christelijke natie te mogen noemen.
Simavi moet haar jubileum op waardige wijze vieren. Op waardige wijze, door in 1950 niet een half millioen gulden aan medische hulp te besteden, maar een veelvoud van dit bedrag.
Juist nu dient Nederland aan het volk der Tropenlanden te laten zien, dat het hart heeft voor zijn lot en lijden.
Met grote ernst en aandrang roept Simavi ons Volk toe, dat er voor Nederland nog een grotere taak in gindse landen is weggelegd!
Is door de souvereiniteitsoverdracht dan niet alles verloren? Ja, indien wij onze helpende handen van de millioenenvolken ginds aftrekken. En dan zelfs onze eer!
Simavi, dat is Nederland, moet juist nu aan de Surinamers en Javanen en Ambonezen en aan al de volken waarmede wij eeuwenlang zo innig verbonden waren laten zien, dat ons Volk een hart in het lijf draagt.
En daarom wekken wij U op om U als lid van Simavi aan te melden. Om ons een milde jubileumgave te doen toekomen. Om krachtig mede te werken aan de Simavi-collete, die ook dit jaar weer in Uw gemeente zal worden gehouden.
Het kleine Nederland kan op deze wijze groot werk doen!
Adres: Simavi-kantoor Haarlem, giro 128487, Bankiers Ned. Handel Mij, Haarlem en Batavia.
Het SIMAVI-kantoor: D. SAATHOF Dir.
Bovenstaand artikel ontvingen wij ter plaatsing. Het spreekt voor zichzelf. Wij bevelen, ondanks onze eigen zorgen en moeilijkheden, deze zaak hartelijk aan.
Red.